Ter zake
Het bericht dat Doeschka Meijsing ontkende zitting te hebben genomen in de jury voor de Betje Wolff Prijs (f 5.000,-), en dat het juryrapport ondanks het vermelden van haar naam en die van Emmy van Overeem geheel voor verantwoordelijkheid kwam van haar Elsevier-collega Wim Zaal, deed prijswinnares Fleur Bourgonje opschrikken. Bourgonje overwoog zich te distantiëren van de prijs, maar gelukkig slaagde de gemeente Beemster er in allerijl in om te voldoen aan haar voorwaarde om de prijs toch in ontvangst te komen nemen: een bekrachtiging, achteraf, van het juryrapport door alle betrokken leden. Doeschka Meijsing bleek niet het hart te hebben om ‘een collega-schrijfster’ de prijs te misgunnen en tekende daarom alsnog. De feestelijke uitreiking, afgelopen zondag, woonde ze niet bij: ‘Tenslotte was ik geen jurylid, daar blijf ik bij.’
‘God is de ongekende kracht die in ons is,’ liet Yoko Ono per briefkaart weten. Ono staat daarmee sterker in haar geloof dan de aartsbisschop van Canterbury, die toegeeft slechts uit de tweede hand en derde hand te weten wie of wat God is: ‘Ik ken Christus uit het Evangelie, en een van mijn voorgangers heeft gezegd dat in God niets is dat niet op Christus lijkt.’ Een door de Londense uitgeverij Pelham Books voor oktober aangekondigd boekje, My God, geeft honderdveertig prominente antwoorden op twee eenvoudige vragen: ‘Wie of wat is God?’ en: ‘Wat gebeurt er als u dood gaat?’ Geen van de honderdveertig ‘beroemde en invloedrijke mensen’ - de medewerkerslijst loopt van Yehudi Menuhin tot Spike Milligan - die op verzoek van actrice Hayley Mills en musicus Marcus Maclaine hun intiemste overtuiging openbaarden, delen in de royalty's, want die zijn bestemd voor het Save the Children Fund. Onder de met de persmailing meegezonden gefotokopieerde antwoorden is dat van schrijver Kingsley Amis het kortst: ‘1. Niemand; 2. Niets.’ Amis geeft de samenstellers alvast zijn toestemming voor publikatie van zijn brief, ‘ondanks uw voornemen om de antwoorden van such horrible people als de aartsbisschop van Canterbury, Peter Ustinov en Spike Milligan af te drukken.’
Fotograaf Martin Kers had zijn ‘levenswerk’, een fotoboek met Holland-foto's dat Hollandboek moet gaan heten, nog maar kort geleden ingeleverd bij de uitgever, Schipper-Terra in Laren, toen hij bij zijn boekhandel het boek Holland zag staan, beletterd met zijn eigen naam. Het plezier om zichzelf gedrukt te zien was ditmaal slechts een verdeeld genoegen: de voorin als uitgever genoemde ICOB, wat staat voor Inkoop Combinatie van Opruimingspartijen Boeken, had van de (viertalige) uitgave naar zijn smaak een verdrietig rommeltje gemaakt, tot in de toeschrijving van door anderen gemaakte foto's toe. Ook door de fancy-prijs - ‘nu voor f 24,50’ - van de ICOB-uitgave, die el te concurrerend is voor de f 49,50 die Schipper-Terra voor Kers' Hollandboek gaat vragen, zag Kers zich gedwongen tot het aanspannen van een kort geding tegen ICOB. De rechter gaf hem gelijk: ICOB moet het verspreiden van het boek staken, op straffe van een dwangsom van f 250.000,-. De Amerikaanse ‘packager’, Bison Books bleek de schuldige te zijn: die vroeg Kers telefonisch om dia's, die de fotograaf inderdaad afstond in de overtuiging dat hem om bijdragen werd gevraagd aan een Engels fotoboek, dat vervolgens op verzoek van ICOB ook voor de Nederlandse markt gemaakt werd. Kers heeft lering getrokken uit de zaak: ‘Ik zou al mijn collega's willen waarschuwen: vraag altijd om schriftelijke bevestiging van overeenkomsten.’ Bij ICOB is directeur H.P. Albarda verontwaardigd dat Kers zich telefoontjes van zijn kant niet meer weet te herinneren, en ook omdat Kers niet tot een schikking bereid was. Albarda vindt het ‘ongehoord’ dat een boek ‘waar tenslotte niets onwelvoeglijks
in staat’ vernietigd moet worden. Bison Books legt zich volgens Albarda niet bij het vonnis neer; een hoger beroep is aangetekend. Er is grote financiële schade geleden, bevestigt directeur Alberda, die echter toch wel weer mee zou kunnen vallen: ‘De rechter heeft ons veroordeeld om het boek niet verder te verspreiden en de boekhandels aan wie we het geleverd hebben, te vragen om retournering ervan. De dwangsom staat op het schrijven van die brief, en dat hebben we inmiddels gedaan, maar er zijn natuurlijk boekhandels die dat verzoek aan hun laars lappen. Waarom zouden ze ook? Ze kunnen dat boek best verkopen.’
Sinds mevrouw Henriëtte de Vet-Hoogeboom - die niet genood werd voor de Adriaan Roland Holst-herdenking die vorige maand in haar woonplaats Bergen werd gehouden - haar memoires als de huishoudster van de prins der dichters prijsgaf aan de Verenigde Noordhollandse Dagbladen, ligt diens reputatie als liefde sprins op straat. Zo heeft ex-burgemeester Lo de Ruiter, als voormalig huisvriend tevens voorzitter van het op initiatief van de dichter opgerichte Adriaan Roland Holst Fonds, het bij de christelijke lezers van zijn column verbruid door de lovende woorden die hij uitsprak over ‘een man die het huwelijk “afschuwelijk” en “gruwelijk” vond, en de ene na de andere vrouw in zijn bed had’, zoals een gekwetste Bergense ingezetene laat weten. Mevrouw De Vet-Hoogeboom kreeg als negentienjarig dienstmeisje te maken met de grote hartstocht van haar baas: ‘Hoewel hij toen toch al zevenenzeventig was, boden de vrouwen zich niet alleen aan, maar drongen ze zich op. Hij vond ze in zijn bed en bad en moest ze soms wegsturen. Oom Jany maakte gebruik van vrouwen, maar nooit misbruik. Hij heeft een aantal goede en trouwe vriendinnen gehad, maar ook veel, die enkel op zijn naam afkwamen. Een soort groupies, ja.’ Zelf wist mevrouw De Vet zich te onttrekken aan de avances van haar werkgever: ‘Oom Jany, heb ik toen gezegd, ik ben niet uw muze, ik ben uw schoonmaakster.’
Alistair Horne deed er tien jaar over, maar nu is zijn biografie van de Britse premier Harold Macmillan dan toch af. Home had de volle instemming van zijn onderwerp: Macmillan stierf in 1987 en was wonderfully beleefd tegenover zijn biograaf, die echter geen inzage kreeg in de brieven over zijn huwelijkscrisis. Macmillan raakte in 1932 overspannen door de ontrouw van zijn vrouw Dorothy. Home is ook niet helemaal tevreden over wat hij te weten kwam over Macmillans rol bij de repatriering van Witrussen en anticommunistische Joegoslaven naar de Sovjetunie en Joegoslavië. Hij herschreef het hoofdstuk vele keren: ‘Ik zal de hele waarheid daarover nooit te weten komen, maar ik weet dat ik nu het begrip over die gebeurtenissen heel dicht benader. Sinds Nikolaj Tolstoj zijn The Minister and the Massacres schreef is er veel meer bekend geraakt.’ Homes biografie wordt in oktober in drie gedeelten voorgepubliceerd in The Sunday Times. Het boek verschijnt in diezelfde maand bij Macmillan.
Bij uitgeverij De Arbeiderspers was een Carmiggelt-herdenkingsboek al zo goed als gereed, als verrassing voor de volgende boekenweek. Samenstellers Leo Verhagen, Pierre Roth en Ruud Broens, selecteerden ‘klassieke’ en recente stukken over Carmiggelt, interviews en autobiografisch getinte Kronkels die nog niet eerder in druk verschenen zijn, aangevuld met werk van Carmiggelt-illustratoren, een bibliografie en wat curiosa. ‘Maar misschien was de opzet toch niet helemaal gelukkig,’ zegt Arbeiderspers-redacteur Martin Ros, ‘en die wordt daarom nu in heroverweging genomen.’ Ros vindt het spijtig dat het ‘grote Carmiggelt-boek’ er niet op korte termijn komt, maar het perspectief dat er ‘hopelijk nog volgend jaar’ twéé boeken komen, een met stukken van en een met stukken over Carmiggelt, maakt hem erg gelukkig. Carmiggelts zoon Frank Carmiggelt bevestigt namens de erven dat het ‘hybridische’ karakter, ‘met van alles en nog wat erin’ een bezwaar vormde voor medewerking: ‘Wij wilden graag een boek dat De Arbeiderspers oorspronkelijk voor ogen stond, een boek over mijn vader, en dat wordt het nu ook, in goed overleg. Hoogstens hebben we die oplossing wat laat gevonden.’