Pantserdivisie ‘Das Reich’
Zijn Franse contactpersoon, Raoul, vertelt hem het volgende verhaal. Hij heeft in het verzet gezeten en aan de vooravond van de landing in Normandië uit Londen de instructie gekregen om een aantal sabotageacties uit te voeren om daarmee de opmars van de SS Pantserdivisie ‘Das Reich’ te verhinderen of te vertragen. Op weg naar hun doelwit stuiten Raoul en zijn groep 's nachts onverwachts op den Duits konvooi. Een enorm vuurgevecht breekt los en alleen Raoul en een Duitse officier overleven de schietpartij. De Duitser vlucht en Raoul ontdekt in een van de vrachtwagens dertig kistjes met goudstaven. Later blijkt dat dit konvooi de roofbuit (ruim 600 kilo) van ‘Das Reich’ vervoert. Raoul vertelt Mackness dat hij die buit 's nachts heeft begraven, niet ver van de plek waar het konvooi werd aangevallen.
De gevluchte Duitser slaat alarm en als de SS op de plek arriveert, is het goud verdwenen. Als wraak omsingelen zij het dichtstbijzijnde plaatsje, Oradour-sur-Glane. Raoul is voortvluchtig en is onkundig van deze actie. Een afschuwelijk bloedbad volgt en op 10 juni 1944 worden 642 mannen, vrouwen en kinderen op een vreselijke manier afgeslacht. De mannelijke bevolking wordt eerst ondervraagd en daarna in zes groepen levend verbrand. Alle vrouwen en kinderen worden in de kerk samengedreven en ook levend verbrand. Een groot deel van het dorp wordt daarna met behulp van explosie ven met de grond gelijk gemaakt. Zo gaat Oradour de geschiedenis in als plek van handeling van een der beruchtste wreedheden begaan door de SS in West-Europa. Aan het Oostfront werd dit soort gruweldaden regelmatig gepleegd en ‘Das Reich’ had daar ook gevochten.
In de bestaande literatuur over het bloedbad in Oradour-sur-Glane is het motief altijd min of meer een open vraag gebleven. Mackness vult dat nu in: het gestolen SS-goud is er verantwoordelijk voor. Om de bewijsvoering hiervoor rond te krijgen, spoort hij behalve Raoul nog meer ooggetuigen op. In de Franse gevangenis leert Mackness namelijk enkele medegevangenen kennen die hem in contact brachten met oud-SS-soldaten die aanwezig zijn geweest in Oradour. Die onderschrijven het verhaal van Raoul in grote lijnen en bevestigen het motief voor de slachtpartij in Oradour-sur-Glane.
Toch blijft het probleem met het verhaal van Mackness dat je hem op zijn woord moet geloven. Hij weigert namelijk om de namen van zijn getuigen te noemen, want de Duitsers kunnen vanwege hun betrokkenheid bij de moordpartij het nodige van de Franse justitie verwachten. De Franse hoofdgetuige Raoul die uitsluitend bekend is bij Mackness, is inmiddels overleden en andere belangrijke bronnen zijn er blijkbaar niet. We hebben dus in feite geen enkele mogelijkheid om het verhaal van Mackness op waarheid te checken. Daarop is hij in Engeland dan ook behoorlijk aangevallen. De magere bewijsvoering neemt uiteraard niet weg dat zijn verhaal desondanks volledig kan kloppen.
Er zitten nog meer zwakke plekken in zijn verhaal. Enkele historici hebben er al op gewezen, dat het vreemd is dat er nooit aanwijzingen zijn gevonden over de aanval door Raoul en zijn verzetsstrijders op het konvooi. Daarnaast kan men zich afvragen of Raoul in staat was om geheel alleen in zeer korte tijd een gat te graven dat groot genoeg was om alle dertig kistjes goud te verbergen. Eigenaardig is het ook dat de SS-troepen niet in de directe omgeving van de hinderlaag naar het goud hebben gezocht. Volgens Raoul lag het goud vlak bij die plek begraven en de verse graafsporen moeten toch opgevallen zijn. Uit het verhaal van Mackness blijkt ook niet dat hij in de diverse legerarchieven in Duitsland (Freiburg) en Frankrijk (Parijs) nader onderzoek heeft verricht. Wellicht had hij daar nieuwe aanknopingspunten kunnen vinden. En tenslotte komt hij ook niet met een plausibele verklaring voor de toch wel essentiële vraag: waarom duikt dit goud pas in 1980 op en niet al veel eerder?
Alhoewel sommige kwesties tegen het onwaarschijnlijke aan zitten, neemt dat niet weg dat het ‘omstreden’ boek van Mackness goed geschreven is en vlot leest. Helaas heeft Mackness vierenveertig jaar na dato deze macabere zaak evenmin overtuigend kunnen verklaren.
■