Het Thanatos-syndroom van de twintigste eeuw
Walker Percy's bezorgdheid om de stand der dingen
Vorst der duisternis door Walker Percy Vertaling Annemarie van Ewyck Uitgever: Het Spectrum, 398 p., f 39,50
Eric Gobbers
In 1981 schreven Ton Anbeek en Dawn Foor in deze boekenbijlage: ‘Een roman van Walker Percy begint veelal met een moment waarop de hoofdpersoon scherp beseft dat hij anders is; dat brengt hem ertoe op zoek te gaan naar een andere manier van leven, naar andere waarden. Kern van een Walker Percy-roman is deze queeste.’ Percy had toen net The Second Coming gepubliceerd en het leek erop dat er, in tegenstelling tot de vorige vier romans, een labiel evenwicht bereikt was dat voordien alleen een aantal keren was aangeraakt. Er leek voor Percy's outsiders altijd een waterkansje op genade in een nieuw begin met z'n twee.
De literaire kritiek heeft het altijd wat moeilijk gehad met de romans van Percy. The Moviegoer, het debuut uit 1961, werd positief onthaald, het werd beschouwd als een zeer interessante vernieuwing van de ‘southern fiction’. Met zijn latere werk stelde Percy teleur. De boeken waren onevenwichtig, de schrijver wist zijn kwaliteiten niet in de hand te houden, Walker Percy was een eeuwige belofte. Nochtans is Percy een van de interessantste stemmen uit de naoorlogse Amerikaanse cultuur die het slachtoffer is geworden van een te nauw lezende kritiek. Het is ongetwijfeld zo dat de romans van Percy geen meesterwerken van constructie zijn, Henry James is ver af. Percy heeft eerst en vooral iets mee te delen, hij is bezorgd om de stand der dingen.
Het besef van het anders zijn, dat volgens Anbeek en Foor de protagonisten uit Percy's fictie kenmerkt, is een dubbelzinnige situatie. Het is vanuit die positie dat het mogelijk wordt de excessen en gevaren van de ‘normaliteit’ te diagnostiseren, maar tegelijkertijd worden de drammende betogen die de personages houden tegen het nihilisme in al zijn vormen ondergraven door hun duidelijk neurotische en soms bijna psychotische karakters. Het lezen van een willekeurige Percy-roman zonder kennis van de rest van zijn oeuvre geeft een vertekend beeld, hoewel dezelfde thema's altijd aanwezig zijn, maar in verschillende doseringen.
Zoals The Second Coming het vervolg was op de belevenissen van Will Barrett uit The Last Gentleman, beschrijft Vorst der duisternis (The Thanatos Syndrome) een nieuwe episode in het leven van psychiater Dr. Thomas More, die Percy introduceerde in het in 1971 verschenen Love in the Ruins.
Voor de liefhebbers van de extreme Percy van Lancelot en The Second Coming is Vorst der duisternis een stap terug; het feit alleen al dat dit boek er gekomen is relativeert de afsluitingsthese die i.v.m. The Second Coming werd geopperd. Percy is geen schrijver die met elk boek wat verder gaat en steeds nieuw terrein wil betreden, zijn thema's zitten al volledig in het debuur The Moviegoer, hij belicht ze wel steeds vanuit een andere hoek.
Percy heeft zijn nieuwe verhaal in een thriller-structuur gegoten die niet functioneert. Het boek is in die passages waar wordt geprobeerd de lezer mee te krijgen in een halfslachtige John McDonald-imitatie ronduit vervelend. De geleidelijke ontdekkingsreis van de machinaties die enkele op hol geslagen wetenschappers in naam van de mensheid uitvoerenn houdt onze aandacht niet vast en het is in deze roman dat Percy het duidelijkst laat blijken niet voor verteller in de wieg te zijn gelegd. En toch zou het onverantwoord zijn hierom het boek ter zijde te leggen of te negeren want het kernidee, dat waar het Percy uiteindelijk om te doen is, is het gestommel door de houterige en rommelende passages dubbel en dik waard.
Waat gaat het om? Dr. Thomas More, die uit de gevangenis terugkeert na een veroordeling voor het verkopen van drugs aan vrachtwagenchauffeurs, constateert bij een aantal van zijn patienten vreemde symptomen. Verscheidene mannen en vrouwen die hij behandelde voor angsten, depressies en algemene onaangepastheid zijn van hun problemen verlost. Karakterieel zijn ze veel eenvoudiger geworden. Ze zijn seksueel ongeremd en hun taalgebruik is zeer versimpeld (dit wordt door Percy met veel kennis van zaken uit de doeken gedaan, hetgeen niet mag verbazen want hij heeft een tweede carriere opgebouwd als linguist). Na heel wat speurwerk blijkt dat een groep wetenschappers het drinkwater van Feliciana (de streek waar alles zich afspeelt en waar Percy zelf woont) aanvullen met een chemisch produkt dat een aantal negatieve eigenschappen zoals gewelddadigheid en asociaal gedrag sterk doet afnemen. Het dilemma waar Percy zijn protagonist Thomas More mee opzadelt, is de vraag wat er dan zo slecht is aan zulke evolutie. Het wordt wel wat gemakkelijker wanneer blijkt dat de hele operatie ook een aantal negatieve bijwerkingen heeft (wanneer More de boosdoeners dwingt hun eigen brouwsel onverdund te drinken is hun regressie zo ingrijpend dat ze zich als half-wits gaan gedragen. Het zorgt voor een schitterende slapstickscène die overduidelijk gebaseerd is op de H. Hawksfilm Monkey Business. Percy ‘The Moviegoer’ is dus ook nog niet dood).
Walker Percy