Arme man zonder eigenschappen
De vertaling van Musils levenswerk valt niet mee
Thomas Graftdijk
De Nederlandse vertaling van Robert Musils omvangrijke roman Der Mann ohne Eigenschaften, waarvan onlangs het eerste deel bij Meulenhoff verscheen, is een belangrijke literaire gebeurtenis (zie de Boekenbijlage van 18 juni j.l.). Maar hoe is het boek vertaald? Thomas Graftdijk, die onder meer Thomas Manns Doctor Faustus en het werk van Nietzsche vertaalde, las de vertaling van Ingeborg Lesener, die in een gevorderd stadium werd bijgestaan door Jo Radersma en Hans Hom.
Het lot in Nederland van Robert Musil, volgens sommigen de grootste Duitstalige romancier van deze eeuw, was tot dusverre niet gelukkig. De slechte vertalingen die voorhanden waren van Die Verwirrungen des Zöglings Törless (Frank Diamand) en Drei Frauen (Jacques Hamelink), hebben beruchte precedenten geschapen; daarom had het vanzelf moeten spreken dat tenminste Musils omvangrijke hoofdwerk, Der Mann ohne Eigenschaften de optimale vertaling kreeg die het verdient.
Dit is een ernstige zaak. Dat hier van een vertaler een buitengewone intellectuele en literaire prestatie wordt gevergd, behoeft geen betoog. Het gaat hier immers om een revolutionaire essayroman, kritisch en ironisch van toon, doortrokken van een fijne zinnelijkheid, vol beeldspraken, die niet zelden iets eigenaardigs en etherisch hebben en altijd fascineren in hun complexiteit. Alle registers van het beeldend en poëtisch taalvermogen moeten opengetrokken, terwijl verstand en vernuft tegelijkertijd voortdurend op scherp moeten staan; gesjoemel en natte-vingerwerk zijn uit den boze. Wie de schouders onder een karwei van deze zwaarte zet, heeft recht op een sympathiserende kritiek.
Ik zette mij aan de lectuur. ‘Hoofdstuk 1-80’, zei de titelpagina met een gemeenzame knipoog: Kapitel als een enkelvoud gelezen of is dit hedendaags Nederlands? Nu niet meteen de messen gaan wetten, waarschuwde ik mijzelf: en toch bespeurde ik enige verbazing toen ik nota bene op de eerste bladzij van Musils jungle, tweede alinea, oog in oog stond met een gorilla van een fout. (13) Hunderte Töne waren zu einem drahtigen Geräusch ineinander verwunden, aus dem einzelne Spitzen vorstanden, langs dessen schneidige Kanten liefen und sich wieder einebneten, von dem klare Töne absplitterten und verflogen. - ‘Honderden klanken waren tot een draadachtig gedruis ineengedraaid, waar hier en daar pieken uit opstaken, SNEL LANGS DE SCHERPE KANTEN ERVAN LIEPEN en zich weer effenden, waar heldere tonen vanaf splinterden en vervlogen.’ - (Waar scherpe randen langs liepen en weer effen werden.) En ik had mijn eerste onbehagen al in de eerste alinea bespeurd, waar men niet had kunnen nalaten recht gut (zeer goed) lekker vlot met ‘heel aardig’ af te doen. Nog afgezien van de hoofdstuktitel, die eigenlijk ook niet deugde. De toon was ernaast, de vondsten waren zwak, als proefvertaling kon dit het eigenlijk al niet meer halen, en de fouten en tientallen vage, rare dingetjes in de resterende drie pagina's van het eerste hoofdstuk bevestigden dit. Mijn Angstbereitschaft, om met Freud te spreken, was gewekt, en mijn achterdocht. Ik nam een royale steekproef, vijftig pagina's in totaal ofte wel meer dan tien procent, over het hele boek verspreid, zin voor zin vergelijkend met het origineel, en het resultaat was teleurstellend.
Robert Musil, ets van J.T. van Heiningen
Minstens twee evidente vertaalfouten per pagina, talloze minder juiste interpretaties van het Duits en radbrakingen van het Nederlands. Dit laatste hier en daar verworden tot machteloos koeterwaals, abstruus en onwelluidend, vaak nog extra ontsierd door misplaatste pogingen tot modieus en vlot doen: ‘want die twee waren ondanks dat het zomer was...’, ‘als ze willen laten zien dat ze iets voorstellen’, ‘het is dus helemaal niet zo'n beetje geluk hebben als je op het idee komt’, (over een zwanger gemaakt meisje:) ‘Zij was... de deur uitgetrapt’ (zur Türe hinausgestossen worden). Ik zou het Musil niet graag in de pen splitsen.
De feilen van deze vertaling laten zich grofweg als volgt rubriceren.
1. Gelijkvormige woorden, Duits of Oostenrijks idioom, vaste zegswijzen enzovoort niet herkend of niet opgezocht, er zelf maar wat op los geassocieerd of door onverstand in voetangels gelopen (‘statig’ voor stattlich, ‘alledaags’ voor alltäglich. Bij de volgende voorbeelden staat mijn commentaar of vertaling tussen haakjes na de vertaling van Ingeborg Lesener - de feilen zijn met kapitaal aangegeven.
(p. 15) Er war durch seine eigene Unachtsamkeit zu Schaden gekommen, wie allgemein zugegeben wurde. - ‘Hij had HET aan zijn eigen onoplettendheid TE WIJTEN, werd algemeen beaamd.’ - (Zu Schaden kommen = gewond raken, letsel oplopen.)
(24) Diese Entwicklung... bedeutet für den einzelnen Menschen sowohl eine Schwäche wie eine Kraft. - ‘Deze ontwikkeling... betekent voor ELK AFZONDERLIJK MENS zowel een zwakte als een kracht.’ -
(Individu, enkeling.)
(p. 31) Natürlich scheute sei dabei, wie es sein muss, urn das Anständige zu beleben, auch keineswegs vor einer gelegentlich eingestreuten Unanständigkeit zurück etc. - ‘Natuurlijk schrok zij daarbij, WAAR HET NODIG IS OM HET fatsoenlijke op te fleuren, ook geenszins terug voor een zo nu en dan ERTUSSENDOOR GESTROOIDE onfatsoenlijkheid’ et cetera. - (Natuurlijk schrok zij daarbij, zoals nu eenmaal moet, om het fatsoenlijke wat levendiger te maken ook allerminst terug voor een nu en dan ingelaste onfatsoenlijkheid)
(p. 33) So stand sie denn... auf und begann gelassen, aber mit lautem Vortrag zu singen. - ‘Dus stond zij dan... op en begon GELATEN maar LUIDKEELS een lied voor te dragen.’ - (begon rustig, maar met luide voordracht te zingen.)
(p. 56) Denn die zarteren Gefühle der männlichen Hingabe sind ungefähr so wie das Knurren eines Jaguars über einem Stück Fleisch. - ‘Want de meer tedere gevoelens van mannelijke overgave zijn zoiets als het KNORREN van een jaguar BOVEN een homp vlees.’ - (Het grommen van een jaguar bij het vreten van een stuk vlees.)
(p. 211) ...und getreu dem gräflich Leinsdorfschen Grundsatz ‘Besitz und Bildung’ - ‘...en, getrouw aan Leinsdorfs GRAFELIJKE principe ‘bezit en beschaving’ - (en, trouw aan het beginsel van graaf Leinsdorf ‘bezit en beschaving’.)
(p. 212) ...weil es eine Freude war, sich an Rachels Augensternen zu weiden, die bei jeder Mitteilung flauwiteit und goldenen Spiegeln glichen, die das Bild der Herrin strahlend zurückwarfen. - ‘...omdat het een genot was zich te verlustigen in de STERRETJES in Rachels ogen die bij iedere ontboezeming FLONKERDEN, en WEL gouden SPIEGELTJES leken die het beeld van de meesteres stralend weerkaatsten.’ - (...omdat het een genot was zich aan Rachels pupillen (of oogappels) te verlustigen, die bij iedere mededeling opvlamden en gouden spiegels leken, die het beeld van haar mevrouw stralend weerkaatsten.)
(p. 214) Die Köchinnen, von denen Diotima korrektes Denken und Erkenntnis begangener Fehler verlangte... - ‘De KOKKINNEN, van wie Diotima correct denken en INZICHT IN begane fouten verlangde...’ - (De keukenmeiden, van wie Diotima zindelijk denken en de erkenning van gemaakte fouten eiste.)
2. In het duister getast omtrent inhoud en context en daardoor de verkeerde betekenis gekozen (het misgokken dat de grote vloek van de dilettant is):
(p. 16) ‘Meinen Sie, dass er tot ist?’ - ‘BEDOELT u dat hij dood is?’ - (Denkt.)
(p. 76) Die Staatsmänner zeigen sich gern in den Künsten der Kultur beschlagen... - ‘De staatslieden tonen zich graag in KUNST EN cultuur onderlegd...’ - (De politici betonen zich graag doorkneed in de kunstjes van de cultuur.)
(p. 216) Het dienstmeisje Rachel mag haar aanbeden mevrouw Diotima ‘stevig’ afdrogen met de badhanddoek (216), maar Musil zegt, in het kader van een bedekt erotische scène, ‘vrijmoedig’ (dreist), dus ongegeneerd op alle plaatsen van haar lichaam. Arnheim drinkt de gebeurtenissen ‘plechtig in als een kenner wiens gezicht uitdrukt: Ik wil niet te veel zeggen, maar dit is een buitengewoon edele drank!’ Hier is förmlich niet als ‘gewoonweg’ herkend, en ein ganz edles Gäwachs is gewoon een heel fijn wijntje.
(p. 66) (Het gaat over pianoklanken:) Wenn Einfall als Vorstellung als Ahnung als Gedanke man nicht aufpasste, schien es wie ‘wabernde
Musil
(p. 213) (...) aber wenn sie einen Roman in der Hand hatte, den ihr Diotima als grosses Kunstwerk bezeichnete..., dann verstand sie die Geschehnisse natürlich nur so, wie man einem lebhaften Vorgang aus grosser Entfernung oder in einem fremden Land zusieht; sie wurde von der ihr unverstandlichen Bewegung beschaftigt, ja ergriffen, ohne etwas dareinreden zu können, und das liebte sie überaus.
Lesener
- ...maar als zij een roman in handen had die Diotima HAAR als een groot kunstwerk OMSCHREEF ...begreep zij de gebeurtenissen natuurlijk slechts zoals men een ECHTE gebeurtenis van grote afstand of in een vreemd land volgt; zij werd door de voor haar onbegrijpelijke BEWOGENHEID GEGREPEN, zelfs ontroerd, zonder er iets TEGENIN te kunnen BRENGEN, en daar hield zij BOVEN ALLES van.
Graftdijk
- ...maar als zij een roman in haar handen hield die Diotima tegenover haar een groot kunstwerk noemde ...dan begreep zij de gebeurtenissen natuurlijk slechts zoals men vanaf grote afstand of in een vreemd land naar een levendig gebeuren kijkt; die voor haar onbegrijpelijke drukte hield haar bezig, ontroerde haar zelfs, zonder dat zij zich erin kon mengen, en daar was zij een groot liefhebster van.
Musil
(p. 250) So könnte noch mancherlei von Arnheims Erfolg erzählt werden. Vonden Diplomaten... Von den Künstlern... Endlich von den Journalisten, die sogar den ersten Anspruch hatten, dass man von ihnen erzähle, weil sie es waren, die durch ihre Bewunderung Arnheim erst zu einem grossen Mann machten, ohne den verkehrten Zusammenhang zu bemerken; denn man hatte ihnen einen Floh ins Ohr gesetzt, und sie glaubten das Gras der Zeit wachsen zu hören.
Lesener
- Zo zou er nog van alles over Arnheims succes kunnen worden verteld. DOOR de diplomaten... DOOR de kunstenaars... Ten slotte DOOR de journalisten, die er zelfs als eersten aanspraak op zouden mogen maken dat er over hen verteld WERD, omdat zij het waren die door hun bewondering Arnheim pas tot een groot man maakten, zonder het omgekeerde verband te zien; want zij VERNAMEN GERUCHTEN en zij verbeeldden zich HET GRAS van de tijd TE HOREN GROEIEN.
Graftdijk
- Zo zou er nog het een en ander over Arnheims succes te vertellen zijn. Over de diplomaten... Over de kunstenaars... Ten slotte over de journalisten, die zelfs als eersten zouden verdienen dat men over hen vertelt, omdat zij het waren wier bewondering Arnheim pas tot een groot man maakte, terwijl het omgekeerde verband aan hun waarneming ontsnapte; want men had hun muizenissen in het hoofd gezet, en zij meenden de wijsheid omtrent het tijdperk in pacht te hebben.’
Lohe' aus den Erdhügeln aufzusteigen. - ‘Als je niet OPPASTE leek het als “flakkerende GLOED” uit de heuveltjes op te stijgen.’ - (Als je niet oplette leek het als een ‘flakkerende vlammenwal’ (namelijk die waarmee Odin de slapende Brunnhilde omgeeft: Wagner!) uit de aardhopen op te stijgen.)
3. Logische fouten: a. metaforen slecht begrepen en niet in staat geweest ze te reproduceren; b. redenering niet begrepen:
(p. 23-24) ...und der Mann mit gewöhnlichem Wirklichkeitssinn gleicht einem Fisch... wahrend der Mann mit jenem Wirklichkeitssinn, den man auch Möglichkeitssinn nennen kann, et cetera - ‘...dat de man met gewone werkelijkheidszin op een vis lijkt... terwijl de man met genoemde werkelijkheidszin, die je ook mogelijkheidszin kunt noemen,’ et cetera - (Jenem wijst vooruit naar die werkelijkheidszin die men ook mogelijkheidszin kan noemen!)
(p. 33) (Das Leben) ... und nun steht es da, steif, voll Verbindung in sich, scharf begrenzt und doch ungeheuer sinnlos im Ganzen. -’ (Het leven) ...en daar staat het dan, stijf, vol ONDERLINGE VERBANDEN, scherp afgegrensd en toch ontzaglijk zinloos in zijn totaliteit.’ - (Innerlijke samenhang.)
(p. 63) ...bis zu den Bildern an der Wand und den spindeldürren Entwürfen der Kunstfabrikmöbel. - ‘...tot de schilderijen aan de muur en de latmagere KUNSTNIJVER ONTWORPEN seriemeubels toe.’ - (de stakerige ontwerpen van de meubels uit de kunstfabriek (de Wiener Werkstätte dus).)
(p. 78) (Die Dummheit) ist allseitig beweglich und kann alle Kleider der Wahrheit anziehen. Die Wahrheit dagegen hat jeweils nur ein Kleid und einen Weg und ist immer im Nachteil. - ‘(De domheid) kan zich AAN alle kanten bewegen en alle kleren van de waarheid aantrekken. De waarheid daarentegen heeft altijd maar één kledingstuk en BRENGT MAAR één BOODSCHAP TEGELIJK en is altijd in het nadeel.’ - (Kan zich naar alle richtingen bewegen... De waarheid echter heeft telkens maar een kleed en kan maar een weg gaan en is altijd in het nadeel.)
(p. 214) ...eher das Wort Verehrung, wenn man es sich in seinem ganzen Sinn vergegenwärtigt, wo die übertragene Ehre einen Menschen dermassen durchdringt, dass er bis ins Innerste von ihr erfüllt und geradezu von seinem eigenen Platz in sich weggedrängt wird. - ‘...eerder het woord verering, als men het zich in zijn volle betekenis voorstelt, waarin de OVERDRACHTELIJKE eer iemand dermate doordringt dat hij er tot diep in zijn binnenste door wordt vervuld en haast van zijn eigen plaats IN ZICHZELF wordt WEGGEDRUKT.’ - (...overgedragen eer, van zijn eigen plaats binnen zichzelf (in zijn innerlijk) wordt weggedrongen.)
4. Letterlijk terugkerende attributen en correspondenties niet herkend en dus niet volgehouden, waardoor het betoog van de pointe wordt beroofd: (Rachel doet alles mit heller Begeisterung (p. 211: met groot enthousiasme; 213: vol vervoering; (p. 251) Er besass das Talent, niemals in etwas Nachweisbarem und Einzelnem überlegen zu sein, ...(Volgende zin) Denn auch die Schönheit eines Menschen besteht beinahe in nichts Einzelnem und Nachweisbarem... - ‘Hij bezat het talent nooit in iets aantoonbaars en speciaals uit te blinken, ...Want ook de schoonheid van een mens bestaat vrijwel nooit uit iets op zichzelf staands en uit iets aantoonbaars...’ - (Aanwijsbaars en bijzonders, bijzonders en aanwijsbaars.)
5. Betweterij die tot Verballhornungen (verbale verhoorningen) door wijzigingen en toevoegingen leidt, of verkortingen waardoor de rest van het discours in het water valt: (p. 134) die instinktive vegetative Arbeit, die täglich unter der Decke des Leibes vor sich geht, über der der seelenvolle Ausdruck einer schönen Frau uns anblickt - ‘het instinctieve vegetatieve proces dat zich dagelijks ONDERHUIDS voltrekt, waarboven (???) de bezielde blik van een mooie vrouw ons aankijkt’;
6. Fantastische verzinsels uit eigen koker: ‘spijzenier’ voor Garkoch = gaarkeukenhouder, ‘notulant’ voor Schriftführer = secretaris of notulist, ‘seksualist’ voor Sexualiker i.t.t. Erotiker;
7. Zinnen uit angstvalligheid of perplexiteit gedemonteerd en onhandig weer in elkaar gezet, gegoochel dat tot hopeloze verwarring leidt: (p. 47) ...sondern liess sich von einer leidenschaftlichen Erinnerung an heroïsche Zustände des Herrentums, der Gewalt und des Stolzes erfüllen. - ‘... maar liet zich door een hartstochtelijke herinnering aan DE heldhaftige toestanden ONDER DE HEREN GEBIEDERS VAN macht en trots vervullen.’ - (herinnering aan heroïsche toestanden van heersersmoraal, geweld en trots.)
8. Misinterpretaties door verkeerd lezen van komma's of woorden, ‘fluwelig wit’ voor samtweich;
9. Slordigheden als het gebruik van ‘men’ en ‘je’ door elkaar heen, soms binnen één zin en foutief, zoals (p. 56): ‘Dan moest je opeens oprecht zijn en goed..., alles wat men respecteerde respecteren en ZICH op moreel gebied even tactvol gedragen als aan een ziekbed.’; (p. 298): ‘En wat moest je beginnen met een soldaat als MEN, zoals die twee eisten, niet ZULT doden?’;
10. Tics van de vertaler als het te pas en te onpas gebruiken van ‘(het) idee’ voor zowel als Idee, het meedogenloos tussenvoegen van stopwoorden als ‘zo’ en ‘wel’, het binnensmokkelen van misplaatste gemeenzaamheden als ‘heleboel’, ‘allemaal’, ‘een tikkeltje’, ‘heel aardig’, ‘gauw’, ‘zachtjes’, (p. 245) ‘leuke vriendinnetjes’ voor hübsche Frauenzimmer (aantrekkelijke vrouwspersonen).
11. Onverklaarbare fouten: (p. 15) Man öffnete seinen Rock uns schloss ihn wieder... - ‘Men knoopte zijn COLBERT open.’ (Jas.)
12. Net verkeerd aangevoelde of ‘geproefde’ zaken, waardoor in het Nederlands onverkwikkelijke misverstanden kunnen ontstaan: ‘toiletwater’ voor Schmuckwasser (reukwaters), ‘luchtjes van de nachtrust’ voor Dünste der Nachtruhe (uitwasemingen).
Dit alles is al erg genoeg; niettemin kan ook een vertaling die wemelt van de fouten nog een prachtige tekst opleveren. Hier echter is van de woordatleet Musil een hompelende invalide gemaakt. Jammer dat er nog een kleine duizend pagina's van dit Nederlands zullen volgen. Het ergste is wel de permanente, soms potsierlijke duisterheid daarvan, terwijl Musils proza toch al niet eenvoudig te volgen is. De mislukking van dit dure, voorlopig onherhaalbare project (tenzij iemand het na het vervallen van de rechten in 1991 nog eens zal willen proberen), een vervalste en verknoeide Musil in duizenden boekenkasten, in de hoofden van duizenden lezers, is minder aan de vertaalster zelf te wijten dan aan de naiveteit van de uitgever en het broddelwerk van de tweekoppige ‘eindredactie Nederlandse vertaling’. Arme man zonder eigenschappen...
■