Drugs
Maar in de biografie verklaren veel vrienden, onder wie de tegendraadse auteur en medewerker aan Les Temps Modernes, Bernard Frank met wie ze al vijfendertig jaar een haatliefdeverhouding heeft, dat ze buitengewoon aardig, kwetsbaar en, vooral, intelligent is en zo komt ze in haar uitspraken ook over. Alleen, altijd bereid tot het uiterste te gaan om hét grote spookbeeld in haar leven, verveling, te verdrijven. Te hard rijden (‘ik rijd als een ambulance’), te vaak spelen, te veel drugs, te veel drinken - na een operatie in 1978 is alcohol haar ten strengste verboden. Te veel romans moeten schrijven om haar speelschulden af te betalen, veel verdovende middelen om de gevolgen van roekeloos rijden te boven te komen. Want pas na het fameuze ongeluk in 1957 waarbij ze onder haar Aston-Martin terechtkwam nadat deze door te hoge snelheid de berm geraakt en een sprong van 3 meter 70 in de lucht gemaakt had, zou ze aan de drugs geraken om de afschuwelijke pijnen die haar maanden teisterden te verlichten. Verschillende malen gaat ze naar een afkick-kliniek waarover ze het treurige Toxiques (1964) schrijft maar weldra maken drugs onderdeel uit van haar algemene levensmalaise. In Magazine Littéraire verklaarde ze twintig jaar geleden: ‘Men neemt drugs omdat het leven stomvervelend is, de mensen vermoeiend en men geen grootse plannen meer heeft die uitgevoerd moeten worden. Je hebt geen zin meer. Je stopt een stuk watten tussen jou en het leven.’
Wel trouwt ze nog even een paar keer. Het eerste huwelijk met de directeur van uitgeverij Hachette, Guy Schoeller, lid van de Parijse jetset, duurt een paar maanden (‘Wanneer je je begint te vervelen, te rillen van verveling, dan moet je vlug weg wezen’) en van haar tweede echtgenoot, een vage acteur uit Hollywood, Bob Westhoff, vader van haar zoon Denis die in 1963 geboren wordt, scheidt ze na een jaar. Maar op de rechtszitting vinden ze elkaar weer zo aardig dat ze nog zeven jaar samenleven. Romans en toneelstukken schrijft Sagan aan de lopende band, en de meeste hebben een opmerkelijk succes. Haar boeken worden verfilmd, maar de enige waarover ze tevreden is is Aimez-vous Brahms met Ingrid Bergman, Anthony Perkins en Yves Montand. In 1967 wordt ze door de Sunday Times aangewezen als dé Franse schrijfster die representatief is voor het huidige tijdsgewricht, waarbij haar beeltenis omkranst wordt door een montage van een fles whisky, Alka-Seltzer, een Aston-Martin en de buste van Karl Marx. Alleen van de Alka-Seltzer neemt ze afstand, over haar politieke ideeën geeft ze als commentaar: ‘Er is een bepaald soort socialisme dat ik verafschuw, namelijk dat wil dat niemand in een Rolls rijdt. Dat is mijns inziens veel minder belangrijk dan te willen dat iedereen in een 2CV kan rijden.’
Maar verder houdt ze zich vooral bij schrijven, het enige waarvoor ze voelt dat ze geboren is. Als Sagan in 1985 de prestigieuze Prix de Monaco voor haar hele oeuvre krijgt, reageert ze weer nuchter en to the point op de eer: ‘Ik ben een schrijver die gelezen wordt. Daar is niets bijzonders aan. Dat kun je een lot noemen als je romantisch bent; een carrière als je cynisch en praktisch bent; een ongeluk als je niet van mijn boeken houdt; een goede zaak als je er wel van houdt; en een uitstekende afloop als je het vanuit het oogpunt van succes bekijkt.’ Maar hoe het met de mens Sagan zal aflopen, dat is na deze biografie volstrekt onduidelijk.
■