Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
S. door John Updike Uitgever: André Deutsch, 244 p. Importeur: Nilsson & Lamm, f 40,80
| |
VluchtVeel van de verhalen worden overheerst door uiteenlopende vormen van verwijdering, waaronder ziekte en dood, en de onthutsende, pijnlijke processen van de tijd. In ‘Still of Some Use’ moeten de gescheiden ouders van bijna volwassen kinderen een zolder vol oude spelletjes opruimen - triktrak, monopoly, lotto - en binnen een minimum aan bladzijden suggereren het lot van dat kinderspeelgoed en de vluchtig aangeduide reacties en relaties tussen ouders en kinderen ongeschreven boekdelen over de spanningen en dynamiek van het gezinsleven. In Updikes romans, in elk geval sinds Couples (1968), is de overheersende geur een doordringend mengsel van het vleselijke en het metafysische. De wellustige of overspelige pastoor, van wie zijn nieuwe roman S. een parodistische versie geeft, is een figuur die telkens terugkeert. De pikante mengeling van seks en godsdienst overheerste ook in Updikes vorige roman, het indrukwekkende maar niet erg sympathieke Roger's Version (1986), waarin uitgebreide theologische debatten werden afgewisseld door rijkelijke porties voyeuristisch geslachtsverkeer, op en over het randje van de pornografie. Evenals The Witches of Eastwick (1982), laat S. de verschrikkingen van het christendom even rusten zonder de aandacht te verliezen voor de godsdienst en de schakel tussen het geestelijke en het erotische. In The Witches neemt de metafysische dimensie de raillerende vorm aan van zwarte kunst en satanisme, in S. de nauwelijks minder kinderlijke vorm (althans in Updikes fundamenteel calvinistische kijk op de dingen) van een hippie-achtig/oosters allegaartje van yoga, sensitivity-training en trantristische mystiek. S. staat in eerste instantie voor de hoofdpersoon, Sarah Worth, een dame uit Boston die vlucht voor degelijkheid en fatsoen. Ook is er een indirecte verwijzing naar de A (van adulteress - overspelige) uit Hawthornes The Scarlet Letter, een klassieke roman die alle geletterde Amerikanen hebben gelezen op school. Evenals Roger's Version bevat S. een aantal verwijzingen naar The Scarlet Letter, in die roman heet de echtgenoot Roger Chillingworth; die van Sarah heet Charles Worth; evenals Hawthornes heldin Hester Prynne heeft Sarah een dochter die Pearl heet. Enzovoorts. Het opdiepen van die toespelingen is een onschuldig tijdverdrijf; het is trouwens heel eenvoudig, en geen verarming, om ze te negeren. In tegenstelling tot Hester krijgt Sarah geen sociaal stigma vanwege haar weigering zich aan te passen. Ze ondergaat een zekere dosis onwelkome vernedering; maar de moderne Amerikaanse vrouw is een succes, vooral, zo houdt Updike (net als andere gescheiden Amerikaanse schrijvers van faam) ons graag voor, een financieel succes. En in tegenstelling tot Roger's Version en The Scarlet Letter is S. een komedie. Als Sarah haar ontrouwe burgerlijke man in de steek laat, vliegt ze eerst (symbolisch genoeg) van Boston naar Californië en rijdt dan naar een ashram in Arizona, geleid door een dubieuze goeroe die door zijn volgelingen ‘de Arhat’ wordt genoemd. Het relaas van die ashram en wat er zich afspeelt, heeft veel te danken aan de uitstekende documentatie over de onderneming in Oregon van die populaire grappenmaker Bhagwan Shree Rajneesh. Sarah, die helemaal opgaat in yoga en dergelijke, meldt zich aan als sanyassin. De authentieke noot van de welbewuste uitschakeling van het intellect die komt kijken bij de onderwerping aan de Bhagwan-oplichterij is goed getroffen: op een bandje dat ze toestuurt aan haar beste (zij het uiteindelijk trouweloze) vriendin Madge, pakt een in de woestijn gezeten Sarah ronkend uit over ‘hoe geláden alleen al de rotsigheid van de rotsen schijnt (...) en de verre bergen verkreukelde papieren zakdoeken lijken - hoe héílig eigenlijk, en de hele kwestie of God bestaat of niet, die ik altijd nogal saai gevonden heb, wordt gewoonweg overstégen, het lijkt zo overduidelijk dat er íéts bestaat, iets ongelooflijk en onuitputtelijk goeds... Er is in alles iets, het ís-zijn, wat onuitsprekelijk groots en geruststellend is. Ik voel me gewoon zo verschrikkelijk vól.’ En wat de Arhat betreft: ‘Je zou niet geloven wat een rúst hij uitstraalt, zelfs bij vijftig kilometer per uur.’ Het is allemaal weergaloos herkenbaar. | |
Flauwe kulHoewel onnozel in geestelijke zaken, is Sarah als het gaat om serieuze dingen, ofte wel geld, niet op haar achterhoofd gevallen. Ze heeft een perfecte kijk op machtsrelaties: kort na haar aankomst in de ashram ziet ze dat ‘het zeker even hemels en geestrijk en bevrijdend is als we ons altijd hebben voorgesteld (dat wil zeggen zij en Madge, thuis in de yogagroep), maar dat er ook een sterk element is... van de mens is de mens een wolf.’ Ze blijkt zelf de meest bekwame en meedogenloos vraatzuchtige wolf van allemaal. Al gauw promoveert ze van een ‘worship-ploeg - zo heet een werkploeg hier’, die hittebestendige tomaten teelt in de woestijn, tot privé-secretaresse van de Arhat met de fraaie nieuwe naam Ma Prem Kundalini. Op haar snelle weg naar die hoogte is er het nodige gedaan aan maithuna (‘zo Vervolg op pagina 14 |
|