Gedicht
De in memoriam-schrijver
Woont tegemwoordig in een éénrichtingstraat
naast een vernielde wasserette
met een staartloze kat die van de vensterbanken
twee etages hoger springt en on verminkt terugkeert.
Alle jets van de wereld komen boven voorbij
als hij gaat zitten om Chopin te tingelen.
En hij zit opgescheept met een stiekeme postbode.
Elke dag voor de lunch is het foe jong hai
bij de Chinees om de hoek, en een jacht
door betrouwbare koppen in The Times.
In zijn dossier met onvoltooid werk zitten
Boll, Reagan, Sinatra en de paus...
Herstel betekent een slag voor hem, net als
een lijk dat hem te vlug af is.
Ooit werkte hij aan het bericht van een vriend
en nam vervolgens tulpen mee naar het ziekenhuis
Ze maakten een golfafspraak voor juni.
Thuisgekomen schreef hij aanvullingen
geïnspireerd door een staande foto
en een groot glas naar turf ruikende malt-whiskey.
MATTHEW SWEENEY
Uit: Het dwingende verleden. Dertien moderne Ierse dichters.
Samengesteld en ingeleid door Peter Nijmeijer, Meulenhoff, Poetry International Serie, f 39,90