Speurwerk
Om te begrijpen hoe de Sovjetmaatschappij in elkaar zit is er kennelijk een andere sleutel nodig. James Oberg, de auteur van Uncovering Soviet Disasters is een Amerikaanse ruimtevaarttechnicus en een specialist op het gebied van verzwegen en geheim gehouden catastrofes in de Sovjetunie. Het boek is het resultaat van tientallen jaren speurwerk, uitpluizen van de kranten, vergelijken van statistieken, interviews en van vrijgegeven CIA-documenten. Het leest als een detective.
De ongelukken zijn keurig ingedeeld in hoofdstukken: op het ijs, op zee, aan de grenzen, in de lucht, in de ruimte, industrieel, nucleair. Elk hoofdstuk bevat een aantal voortreffelijk gedocumenteerde gevallen, allemaal onbekend en verzwegen door de Sovjetautoriteiten. Uncovering Soviet Disasters handelt over de falende techniek, menselijke fouten, stompzinnige beslissingen en welke andere redenen er voor catastrofes ook mogen zijn. Oberg schrijft zonder ideologische bedoelingen, hij volstaat met de constatering dat hij nieuwsgierig is naar de ware toedracht van verborgen gebeurtenissen. Maar in minutieuze beschrijvingen van de oorzaken, verloop en gevolgen van de ongelukken ontstaat, als terloops, een beeld van de maatschappij zelf.
De geheime experimenten met ruimtewapens, onvermelde satellietlanceringen uit installaties die officieel niet bestaan wekten bijvoorbeeld regelmatig een golf van paniek onder de Sovjetburgers. De regering had belang bij geheimhouding en steunde de vreemdste geruchten. Officiële commissies van de Academie van Wetenschappen concludeerden bijvoorbeeld dat het hier inderdaad om onverklaarbare verschijnselen ging: de UFO. ‘That silly cover story has withstood the test of time and, so far, even glasnost.’
Soms gebeurt een ongeluk door overdreven trots: ‘Sovjetmensen vragen niet om hulp!’ De antarctische onderzoeknederzettingen overwinterden in 1982 en ook later zonder brandstof of zonder voedsel terwijl de Amerikanen, maar een paar uur vliegtijd verwijderd, van niets wisten. Menig Sovjetschip is ten onder gegaan zonder buitenlanders om hulp te vragen.
Andere catastrofes gebeuren duidelijk met kwade opzet. Oberg geeft een lijst van burgervliegtuigen die per ongeluk het Sovjetluchtruim invlogen en daarna neergehaald en zelfs geramd werden door de Sovjetjagers.
De gigantische militaire catastrofes, ontplofte wapenarsenalen en raketlanceringen gebeuren door nalatigheid of bureaucratische onverschilligheid. Fregatten vatten vlam op zee, bommenwerpers ontploffen in de lucht, ruimte-experimenten mislukken, kosmonauten verongelukken. De autoriteiten ontkennen alles en noemen het ‘vijandelijke propaganda’. Deze gevallen worden nauwkeurig door de Amerikaanse spionagesatellieten geregistreerd, en ook geheim gehouden. Het besef van de slordige Sovjettechniek bij het Amerikaanse publiek is ongewenst, zegt Oberg. Dankzij glasnost komt toch een aantal militaire catastrofes gedeeltelijk in de openbaarheid. Voor het eerst in de geschiedenis gaven in april 1986 de Sovjet-autoriteiten het verlies van een atoomonderzeeer toe. De onderzeeër met opengebarsten raketluiken was door de Amerikanen uitgebreid gefotografeerd, de bemanning weigerde elk aanbod van hulp en omringd door Sovjethandelsschepen ging het schip uiteindelijk ten onder. Het officiële Sovjetcommuniqué luidde: ‘Het schip zonk omdat het snel water maakte.’
Soms worden catastrofes verzonnen. In september 1984 kwam een klein Amerikaans scheepje, de Frieda K., in de territoriale wateren van de Sovjetunie bij Alaska terecht. De vijf bemanningsleden werden vastgehouden en een week later met hun schip vrijgelaten. Maar ‘volgens het Sovjetnieuwsagentschap Tass zonk de Frieda K. in de storm; de bemanning werd door de dappere Sovjetmarine van een zekere dood gered, daarna gastvrij ontvangen en overgedragen aan de Amerikaanse marine. Het zinken en de redding waren volkomen verzonnen, maar een jaar na het neerhalen van de Koreaanse 747 moest de mythe van gastvrijheid opgekrikt worden.’ Toch zijn onlangs drie zeerampen opmerkelijk snel in de Sovjetpers besproken. Ook schijnt de schaamte om om hulp te vragen minder te zijn geworden. In 1987 hebben de Sovjetschepen twee keer om hulp gevraagd, ‘al met al een hartverwarmende ontwikkeling’. Wel moesten Sovjetjournalisten zich op de UPI-berichten baseren. Op het Sovjetministerie van Zeevaart was niemand in staat om een zinnig woord te zeggen. De bureaucratie accepteert glasnost niet zomaar.
Steeds meer informatie over spoorweg- en verkeersongelukken wordt vrijgegeven. Misstanden worden beschreven, verantwoordelijken genoemd. De openbaarheid is een onderdeel van de strijd van Gorbatsjov tegen de conservatieve technocraten, zegt Oberg. Tegenwoordig kun je in een Sovjetblad lezen hoeveel mensen er per dag sterven door ontploffende televisietoestellen. Nu zijn de analyses van bijvoorbeeld rampen in de kolenmijnen een voorwendsel voor aanvallen van de hervormers op het versteende en ouderwetse systeem. Maar de verspreiding van informatie is als vanouds in handen van de staat en de pers heeft slechts een ondergeschikte rol. Een jaar na Tsjernobyl, op 13 april 1987 werd in Finland, Zweden, Noorwegen, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk een verhoging van radioactiviteit in de lucht gemeten, afkomstig uit de Sovjetunie. Volgens de deskundigen wees de samenstelling van de radioactieve isotopen op een ongeluk met een nucleaire krachtcentrale. De Sovjetautoriteiten ontkenden alles, glasnost of niet: ‘puur bedenksel’ zei een Sovjetambtenaar, ‘een kwaadaardige provocatie’ concludeerde het persagentschap Tass.