Bittere slapstick
Top door D.M. Thomas Vertaling Rob van Moppes Uitgever: Agathon, 164 p., f 24,90
Eric Gobbers
De Engelse schrijver D.M. Thomas heeft ter ere van Alexander Poesjkin de afgelopen jaren een ‘Russisch Kwartet’ gepubliceerd, dat bestaat uit Ararat, Zwaluw, Sfinx en het satirische sluitstuk Top. Deze structuur beantwoordt aan de oude traditie waarin een serieuze trilogie gevolgd wordt door een kluchtige coda. De stijl van het werkje sluit zeer goed aan bij de door de omslagillustratie gewekte verwachtingen. Twee ‘Spitting Image’-achtige karikaturen van Ronald Reagan en Michael Gorbatsjov kijken de lezer ietwat dommig in de ogen. Thomas doet verslag van een topontmoeting (‘summit’) tussen Vince O'Reilly en Alex Grobitsjov, respectievelijk president van de Verenigde Staten en leider van de Sovjetunie. O'Reilly neemt behalve een aantal adviseurs ook zijn vrouw Wanda mee naar Genève, omdat er naast de politieke strijd ook een (misschien nog belangrijkere) public-relations-oorlog gevoerd wordt. Wanda is ervan overtuigd dat zij het met haar slanke figuur en luxueuze toiletten moeiteloos zal winnen van de door niemand ooit geziene, maar in de traditie van de Russische partijbonsechtgenotes zeer waarschijnlijk boerse en onaantrekkelijke mevrouw Grobitsjov. Het pakt echter anders uit want na een misverstand verschijnt Larissa ten tonele, een mooie, jonge blondine die ook nog docente in de marxistisch-leninistische psychologie is. De twee dagen durende ‘menage à quatre’ zorgt voor heel wat hilarische momenten. O'Reilly raakt verslingerd aan de charmes van Larissa die uiteindelijk Grobitsjovs dochter blijkt te zijn, (zijn vrouw is een afgeleefde grootmoeder met zwarte tanden en gebreide sokken), terwijl de Russische partijleider en Wanda romantische dromen koesteren over elkaar.
Maar onder de schertsende slapstick-toon van Thomas' koldertekst zit toch ook een bittere klank. De gesprekken die de twee wereldleiders voeren over zaken als de bewapeningswedloop en de wereldvrede bestaan uit een aaneenrijging van misverstanden. Een voorbehoedmiddel wordt voortdurend verward met een ruimteschild en het hele boek door wordt met die dubbele betekenis gespeeld, wat voor grappige momenten zorgt en tegelijk verwijst naar de essentiële banaliteit waarin onze beschaving is terechtgekomen.
Men moet hieruit niet afleiden dat Thomas een tragikomedie heeft geschreven. Daarvoor blijft hij te veel met karikaturen werken en is de toon van het boek te lichtvoetig. Top is in feite een niemendalletje dat plezierig leest, omdat het handig gebruik maakt van elementen die in de media overmatig veel aandacht krijgen, zoals de blunders van Reagan en het uitgekiende charisma van Gorbatsjov en zijn echtgenote. Beide zijn uitingen van de onwaarschijnlijke oppervlakkigheid die de moderne politiek kenmerkt. Het interessantste aspect van dit boekje is dan ook de vraag die erdoor wordt opgeroepen: hoe is het mogelijk dat de nauwelijks uitgewerkte personages en hun onnozel gedrag ons zo waarschijnlijk en beangstigend reëel voorkomen?
■