EO-moraal
Die schimmige moraal is gebaseerd op de werkelijkheid van een niet eindigende reeks schandalen rond CIA, KGB, Mossad, Boss, MI-5, BVD, MAD - noem maar op. Voor een rechttoe rechtaan plot, en voor een rechttoe rechtaan lezer, is twijfel en cynisme echter een uiterst oncomfortabel thema. Het Volksempfinden eist de lelieblanke held - en Ludlum geeft het volk wat het toekomt. De hoofdpersoon in De Icarusintrige bijvoorbeeld is zo hoogstaand dat je elk moment engelenzang verwacht. Evan Kendrick heet hij, een geslaagd zakenman die zijn bloeiende bedrijf in het Midden-Oosten opgaf toen de oneerzame concurrentie zijn personeel ging uitroeien. Trouwens: de wat hardere kant van de business liet Kendrick over aan een hyperslimme zakenpartner. Een joodse zakenpartner.
Terug in Amerika raakt Kendrick zo verontwaardigd over de verloedering van de politieke moraal dat hij zich kandidaat stelt voor het Congres. Hij wordt het meest bescheiden en rechtschapen lid van het parlement. Als fundamentalistische onverlaten de VS-ambassade in een Golfstaatje bezetten weet de Congresman dat zijn taak even elders ligt. Persoonlijk grijpt hij in waar de Amerikaanse overheid het officieel moet laten afweten.
Robert Ludlum
Dat is nog maar deel één van Ludlums EO-intrige. De auteur gebruikt een bijna niet te geloven aantal stereotypen. De good guys vertonen geen spoortje kwaad. De aan een Amerikaanse business-school opgeleide sjeik levert precies op de goede momenten hulp. De joodse zakenpartner heeft - uiteraard - een cynisch gevoel voor humor plus ruime banden met de Mossad (hij zal ook wel goed vioolspelen). De Israëlische geheime agenten werken bijna zo onfeilbaar als God zelf. De Amerikaanse president is een vaderlijke lobbes die het ook niet kan helpen. CIA en FBI stuntelen veel maar deugen in de kern. De bad guys, onderling verbonden in een wereldwijd komplot, zijn van een voorspelbare en totale slechtheid: van crazy scientist via internationale wapenhandelaars en Zwitserse bankconnecties tot de maffia, de corrupte hofhouding van een vice-president en de drughandel.
Al die ingrediënten plus wat gestandaardiseerde couleur locale gaan rauw in de Magimix van de moderne auteur, de tekstverwerker. Dat levert veel leesstof: in de originele Amerikaanse editie 677 bladzijden. Eén band, onderverdeeld in drie ‘boeken’ maar niet werkelijk als zodanig te scheiden. Boek nummer 1 behandelt Kendricks gevecht tegen de islamitische booswichten. In deel twee keert de held terug in de corrupte Amerikaanse politiek, om in het laatste deel nog even in het Midden-Oosten de totaalrekening te vereffenen.
Waarom zouden zo veel mensen zulke pulp lezen?
Antwoord één: omdat zo veel mensen überhaupt pulp lezen, boeken geheel bevolkt met stereotypen en met een simplistische moraal. In Ludlums boeken: de eenzame held die strijdt tegen wereldwijd onrecht - met een beetje hulp van wat vrienden.
Antwoord twee: de zorgvuldige dosering van spanning, ontspanning, terzijdes en herhaling in het Ludlumrecept. Een klassiek-goede thriller lees je als het kan in één ruk ademloos uit. Bij Ludlum is dat alleen al fysiek niet te doen. Voor ‘snellezen’ is honderd bladzijden per uur een alleszins redelijk tempo: dan heb je voor één Ludlum dus zeker een volle werkdag nodig. Voor nauwkeuriger lezen is een tempo van vijftig al hoog; de leestijd is dan ruim dertien uur.
De Ludlumoplossing is: schakel het geheugen uit, zet de hersenen op stand lui en programmeer de leeslimiter op een maximum van veertig tot vijftig bladzijden per dag of avond. Binnen dat bestek gebeurt er altijd wat maar nooit te veel. De schrijver Ludlum is een soort feuilletonist maar hij vermijdt de voor dat métier zo typerende cliffhangers. Hij moet ze wel vermijden. Zulke situaties van onopgeloste spanning - wacht op de volgende aflevering! - zijn namelijk geheel strijdig met het Ludlumrecept: er moet vooral niet te veel stimulans zijn om te lang door te lezen.