Bewonderaars, verzamelaars en practical-jokers
Het wel en wee van de Carmiggelt-kringen
Rudie Kagie
Wim Koster uit Capelle aan den IJssel moest voor het slagersvakonderwijs een aangepast leerboek schrijven dat bij de lessen Nederlands gebruikt zou gaan worden. Hij is namelijk ‘leerstofontwikkelaar’ van professie. In zijn vrije tijd leest, herleest en verzamelt hij alles wat Carmiggelt in zijn arbeidzame leven heeft geschreven. ‘Dus toen ik die leermethode samenstelde kon ik het niet laten om een paar fragmenten van Carmiggelt op te nemen,’ zegt Koster. ‘Na enig zoeken vond ik een paar teksten die betrekking hebben op het slagersvak. Carmiggelt had er geen bezwaar tegen dat we die stukjes zouden opnemen, hoewel we hem voor zijn medewerking geen honorarium konden bieden. Uiteindelijk hebben we hem betaald met een mand vol worst.’
Pierre Roth uit Amsterdam - van beroep aannemer, elektrotechnicus en loodgieter - was dik bevriend met Carmiggelt; de publicist en de geletterde technicus spraken elkaar gemiddeld vier keer per week. Dat bij Carmiggelt een mand verse worst werd bezorgd omdat er een paar stukjes van hem in een leerboek voor aanstaande slagers was opgenomen klopt volgens Roth, maar heeft Koster erbij verteld wat er met die vleeswaren gebeurd is? Ach, dat kon hij niet weten natuurlijk, daarvoor zat hij te ver van de bron - maar goed, toevallig hield Carmiggelt helemaal niet van worst. De inhoud van die mand is dus, tja hoe zeg je dat, nou ja gewoon aan de honden gevoerd.
Hans Frankfurther uit Amsterdam, filmproducent, stripliefhebber, promotor van de hoofdstedelijke Concertzender en lid van D66, is al veertig jaar Carmiggelt-fan. Op 10 april 1948 ontmoette hij de schrijver - die datum kent hij uit zijn hoofd. Het historische treffen vond plaats op het bureau van uitgeverij De Arbeiderspers, waar ‘literaire middagen’ het contact tussen lezers en schrijvers bevorderden. Frankfurther bouwde in de jaren die volgden een imposant Carmiggelt-archief op, maar tien jaar geleden - hij was op dat moment dertig jaar Carmiggelt-fan - vond hij dat er meer moest gebeuren. Op dinsdagavond 21 november 1978 vergaderden bij hem thuis elf medebewonderaars van de auteur. Die avond werd besloten de ‘Carmiggelt-kring’ op te richten.
Frans de Jong uit Amsterdam, psycholoog, was op de bewuste avond natuurlijk van de partij, want hij bewondert Carmiggelt al vanaf toen hij zestien was, dat is nu drieëntwintig jaar geleden. ‘Ik zag wel mogelijkheden voor zo'n club, maar ik weet nog dat ik meteen die eerste avond pissig op Frankfurther was,’ zegt De Jong. ‘Hij liet een lijst rondgaan waarop iedereen naam en adres, maar ook zijn beroep moest invullen. Ik vond dat flauwe kul, dat had niets met Carmiggelt te maken.’
Voor een volgende vergadering werd een duur zaaltje in Grand Hôtel Krasnapolsky gehuurd. Pierre Roth had zich onder de belangstellenden geschaard. ‘Carmiggelt was niet zo gelukkig met die club, hij was bang dat ze hem op een dag zouden vragen op een troon te gaan zitten,’ zegt Roth. ‘Hij vroeg me om eens te gaan kijken wat er op die vergaderingen gebeurde. Hij wilde een soort spion hebben die hem op de hoogte zou houden, daar kwam het ongeveer op neer.’
Frankfurther koesterde grote plannen met het genootschap. Hij wilde overleg met De Arbeiderspers: door middel van insteekkaartjes in de Carmiggelt-bundels zouden de lezers op het bestaan van de kring geattendeerd kunnen worden. Hij droomde van Carmiggelt-tentoonstellingen in bibliotheken en scholen. Er moesten ‘informatiestands’ komen waarmee de Carmiggelt-kring zich op braderieën en manifestaties zou presenteren. Boordevol ideeën zat hij, maar waarom voerde niemand ze uit? Frankfurther maande Pierre Roth - die had beloofd zich voor het verenigingswerk te zullen inzetten - op 19 februari 1979 per knorrig briefje tot meer ijver: ‘Beste Pierre, zojuist meldde zich het 25e lid voor onze Carmiggelt-kring. Dit herinnerde mij aan de brief die ik je op 27 november stuurde en waarin ik er bij je op aandrong, tot enigerlei beweging te komen.’
Omslag van het eerste echte nummer van het ‘Carmiggelt Bulletin’, gemaakt door Joost Veerkamp