[11 juni 1988 - Nummer 23]
Ter zake
Diny Schouten
Er is overleg gaande over een mogelijke aandelenovername van de Verenigde Lektuur Bedrijven VLB, de ‘holdingmaatschappij’ waartoe o.a. het AKO-concern en boekenimporteur Van Ditmar behoren, aan de Audax-groep in Gilze. Audax is uitgever van romantijdschriften en van Weekend en Aktueel. De voorgenomen fusie betekent een bundeling van de tijdschriftendistributie. Mogelijk wordt een gedeelte van de eigen tijdschriftendistributie van AKO overgedragen aan Aldipress, het VNU-distributiebedrijf dat bijna het monopolie op het terrein bezit, maar die besprekingen zijn nog niet zover gevorderd als die over de fusie tussen VLB en Audax. ‘Een dochtermaatschappij van VLB, Betapress, werkte al heel lang heel nauw samen, dus er verandert niet zoveel. VLB en Audax komen wat nauwer aan elkaar vast te zitten, en dat is gemakkelijker dan het maken van contracten,’ is het rustige commentaar van directielid H.P. Kleijngeld van VLB/AKO. Kleijngeld ‘heeft alle vertrouwen’ dat het advies dat wordt ingewacht van de ondernemingsraad, positief zal zijn. Secretaris José van Bers, hoopt ook ‘dat we tot goede afspraken kunnen komen, maar we treden als ondernemingsraad pas naar buiten met ons standpunt als het advies gegeven is’. Joost Schouten, bestuurslid van FNV/Dienstenbond beziet de voorgenomen fusie ‘niet zozeer met wantrouwen, maar toch schoorvoetend’: ‘Bij VLB werken 529 mensen, en er is altijd angst dat er ná de fusie reorganisaties komen en er ontslagen vallen. Die plannen zouden óók op tafel moeten komen. Er is nog zoveel onzekerheid.’
Het valt op hoe de jonge dichtersbent der ‘Klauwhamers’, die zich met de oude bard William S. Burroughs als mascotte en een boksschool ter illustratie van de vechtlust, onlangs presenteerden op een ‘Galaavond der Maximalen’ in het hoofdstedelijke Roxy-theater, geheel uit mannen bestaat. En dat terwijl zich evenmin lang geleden een groep vrouwelijke dichteressen onder aanvoering van Elly de Waard manifesteerde als ‘De nieuwe wilden in de poëzie’. Arthur Lava, samensteller van de bloemlezing van ‘klauwhamerpoëzie’ Maximaal (uitgegeven door In de Knipscheer), vindt samenwerking niet voor de hand liggen: Beide groepen verzetten zich tegen de hermetische poëzie, maar ik ben gewoonweg niet uitgegaan van De Waard en haar generatiegenoten, of die nu mannelijk zijn of vrouwelijk. Ook Hans Vlek, H.H. ter Balkt en Lizzy Sara May blijken klauwhamer-poëzie te hebben geschreven, maar het ging om jónge dichters. Elly de Waard heeft zich wel als moederkloek ontfermd over dichteressen die zich nieuwe wilden noemen, maar ik vind hun poëzie niet wild genoeg. Ik wil niets afdingen op de kwaliteit ervan, maar zij schrijven toch meer over de kat-op-schoot en de sanseviëria-in-de-vensterbank.’ Het streven van Elly de Waard en de haren kan Lava wel waarderen: ‘Net als wij willen ze het landschap van de dorre Nederlandse pöezie van de laatste tien jaar verlevendigen. Zij zetten zich daarnaast ook af tegen het feit dat het om poëzie van mannen gaat. Inderdaad zijn wij, net als de Vijftigers en de Tachtigers weer een
mannenclubje. Maar niemand hoeft boos te zijn: het is een tamelijk obscure bloemlezing, hoor.’
De nieuwe wilden
Het jaar vordert, en voor de literair geïnteresseerde is het verdrietig om het nog steeds zonder Aarts' Letterkundige Almanak te moeten stellen. Uitgever Kees Aarts heeft zich, als vaker, onvindbaar gemaakt. Dick Welsink, verantwoordelijk redacteur, maakt zich daarover niet ongerust. Wel over de steeds opnieuw uitgestelde verschijningsdatum, waarvoor hij inmiddels geen excuus meer dulden zal. Een brandend rotje in Aarts' brievenbus dat een gedeelte van zijn ingezamelde kopij in vlammen deed opgaan, maakte hem een tijdlang mild tegenover de uitgever, maar nu is Welsinks geduld op: ‘Aarts heeft nu gezegd dat hij bezig is met de laatste typografische afwerkingen en dat de almanak deze maand in druk gaat. Ik geef hem nog tot begin juli de tijd, zo niet, dan ga ik maar eens naar een andere uitgeverij omkijken.’ Voor zijn ultimatum beschikt Welsink over een machtsmiddel: ‘Ik heb de kaartenbakken met de adressen, en daar moeten de doden nog worden uitgehaald.’
De Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen, een illuster genootschap dat zetelt in Teylers Museum in Haarlem, heeft de Dirk Jacob Vegensprijs, groot f 30.000,-, toegekend aan het proefschrift van de historicus Hendrik Henrichs. Het prijzengeld maakt dat Henrichs' historische biografie van de schrijver, hispanist en verzetsstrijder Johan Brouwer (1898-1943) in een ‘publieksuitgave’ zal kunnen verschijnen: redacteur Martin Ros van De Arbeiderspers acht het een aanwinst die de naam van zijn biografieënreeks Open Domein eens te meer hoog zal houden. Ros stuitte in zijn speurtocht naar ‘sluimerende potjes’ aan prijzen en subsidies die deftige gezelschappen te vergeven hebben op de Vegensprijs: ‘Als er voor dergelijke prijzen geen inzendingen komen, blijven ze sluimeren.’ De Vegensprijs, een eerbetoon aan de in 1984 gestorven cassatiepleiter bij de Hoge Raad mr. D.J. Vegens, wordt gesponsord door de Stichting Fonds en Effectenhandel, ter subsidiëring van wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de moderne geschiedenis.
Voor het eerbetoon van vierduizend mensen ‘van binnen en buiten Amsterdam’ aan Simon Carmiggelt, een standbeeld in het Weteringplantsoen, gaat de met een enquête gepeilde voorkeur van de bevolking mogelijk uit naar het meest ‘naturalistische portret’ dat Eduard Verkade maakte. Rimpels en bril zijn daarop naar het leven geboetseerd. Er is soelaas voor wie met Verkades postume gelijkenis niet gelukkig is, want er komt óók een beeld van Carmiggelt in de Stadsschouwburg te staan. De Stichting Het Parool kocht de bronzen kop, op iets minder dan ware grootte, aan van beeldhouwster Dieuwke Abma ter Horst. Carmiggelt poseerde een aantal malen voor het beeld, dat naar verwachting op 24 augustus wordt aangeboden aan de gemeente Amsterdam. ‘Tenminste, als de agenda van de wethoudster Kunstzaken mevrouw Luimstra het toelaat, want die lijkt wel op die van een staatshoofd,’ zegt bestuurslid Wim van Norden van de Stichting Het Parool. Van Norden benadrukt dat het royale gebaar van zijn stichting niét is bedoeld als concurrentie van de ‘onstuimige actie’ van Ton van Duinhoven. De waardige plaats in de schouwburg is gekozen wegens Carmiggelts verdiensten als toneelrecensent. Het is het derde eerbetoon aan de schrijver: in Den Haag werd een verzorgingstehuis naar Carmiggelt vernoemd.
24 mei jongstleden stierf uitgever Hamish Hamilton, stichter van de uitgeverij die zijn naam draagt, op zevenentachtigjarige leeftijd. In het in memoriam beschrijft The Times Hamilton als ‘een man met een onweerstaanbaar lachje en Mr. Pickwicks talent om je met zijn aanwezigheid gelukkiger te maken’. Hamilton was meer dan vijftig jaar actief als uitgever en verzamelde in zijn Brits-Amerikaanse, ‘links-van-het-midden’ georiënteerde fonds een indrukwekkende lijst van auteurs, onder wie A.J.P. Taylor, James Thurber, Raymond Chandler, J.D. Salinger, Truman Capote, J.K. Galbraith, Walter Lippmann, Nancy Mitford en Alan Moorehead. Onder de namen van Hamiltons vertaalde schrijvers van het continent zijn die van Jean-Paul Sartre, Albert Camus en Luigi Barzini. In 1965 verkocht Hamilton zijn firma aan Thomson Publications Ltd; inmiddels is het uitgevershuis eigendom van Viking-Penguin. Een uitgever van de ouderwetse soort, schrijft The Times: ‘Iemand die trots was op zijn stal, nauwgezet in het verzorgen van hun ijdelheden en onzekerheden, hen uitnodigend voor een feestelijke lunch op de dag van publikatie en hen bij tijd en wijle verzekerend hoe hij genoot van “ons boek”.’