Fraai boekwerkje
‘Zie nu deze eerzame, eetbare phallus,’ dichtte Cees Nooteboom op bestelling. Nooteboom was een van de tien dichters die een uitnodiging ontvingen om de lof van de Asparagus officinalis L. te bezingen, een verlangen dat vier jaar geleden opkwam bij drie Limburgse kunstbroeders - een dichter, een schilder en een bibliofiel drukker. Hun stond ‘een fraai boekwerkje’ voor ogen met als onderwerp de edele groente die zij zoeven tot zich hadden genomen: de asperge. Uiteindelijk werd Asparagus Asparagus een veelomvattende tentoonstelling die tot 26 juni te zien is in het Venlose Museum Van Bommel-Van Dam. Daar werd een reeks bestaande schilderijen met asperges geplaatst tegenover in opdracht vervaardigde eigentijdse verbeeldingen, en aangevuld met ‘literaire interpretaties’. De gedichten - behalve van Nooteboom van Claire Nicolas White (‘Asparagus Time in Limburg’), Frans Budé, Hugo Claus, Jan G. Elburg, Hans Faverey, Manuel Kneepkens, Gerrit Kouwenaar, Wiel Kusters, Rutger Kopland, Bert Schierbeek en Hans van de Waarsenburg - en de bijeengebrachte schilderijen zijn te vinden in de catalogus bij de tentoonstelling (uitgegeven door Museum Van Bommel-Van Dam, Deken van Oppensingel 8, 5911 AD Venlo, 94 p., f 24,50). De catalogus biedt het extra van Manets twee asperge-stillevens, die node op de tentoonstelling werden gemist. Emile Meijer toetst in zijn inleiding de schilderkunst aan de asperge; uit de zestiende-eeuwse en zeventiende-eeuwse stillevens van Adriaen van Utrecht, Frans Ykens, François Bonvin, en vooral de ‘enkelportretten’ van Adriaen Coorte, is het duidelijk hoezeer de asperge, die immers ‘haar glans en luister aan zichzelf ontleent’, van kunst houdt. In de vers uitgevoerde opdrachten (‘tableaux-primeurs’ van André Dieteren, Hugo Duchateau, Alphons Freijmuth, Klaas Gubbels, Ger
Lataster, Lucebert, Philip Mechanicus, Lei Molin, Roger Raveel, Henk Zomer, Pjotr Müller, Shinkichi Tajiri en Han van Wetering) is de asperge als realistische verschijning ondergeschikt aan de kunstenaar die met haar doet wat hij wil. Een portret van de asperge in de vorm van mijn darm van Alphons Freijmuth bijvoorbeeld, of Manets bosje asperges ‘als citaat’ op een schilderij van Klaas Gubbels. ‘De tengere lelieachtige die zij ook is’ (Faverey) brengt de dichters meest op de zoete gedachten van room, eieren, gewelde grasboter, muskaatnoot, en vooral lust.
JS
Adriaen Coorte, Asperges, kruisbessen en aardbeien op stenen bank, 1690