Geen doetje
Het wekt op het eerste gezicht associaties met meisjesboeken, zoals ik me die van vroeger heriner: Dorientje wint bijvoorbeeld, of Tamara's vuurdoop, of Elsbeth overwint zichzelf. Toch zit in de titel Agnes moet verder van Peter van Straaten (De Harmonie, 189 p., f 19,90) niet dat geruststellende wat die andere titels wél beloven: dat het met de hoofdfiguren nadat ze door allerlei diepe dalen gegaan zijn, ten slotte allemaal in orde zal komen. Bij Agnes moet verder denk je eerder aan iemand die het liefst bij de pakken neer zou willen blijven zitten, maar zich dat net niet kan permitteren en daarom zonder veel hoop de schouders er weer onder zet. Dat het ooit echt in orde komt met Agnes zit er niet in en het feuilleton kan bijgevolg tot in lengte van dagen voortgezet worden. ‘Voorspelbaar, slecht geschreven en misselijkmakend,’ zo kwalificeerde Piet Grijs Van Straatens feuilleton vorige week in zijn column in Vrij Nederland en hij schreef erbij dat het onmachtige verzuchtingen waren, want hij kon nergens de wijsvinger op leggen en parodiëren lukte hem ook al niet. Loze kritiek inderdaad, zoals iemand kan zeggen dat hij door walging bevangen wordt bij het aanschouwen van een schilderij van André Delvaux en dat is dan dat. Maar slecht geschreven is Agnes zeker niet, daar is het veel te onderkoeld en te sec voor. Korte zinnen zonder franje, zonder literaire vondstjes, de schrijfstijl maakt zichzelf bijna onzichtbaar, en dat is knap als iemand dat kan. Deze onopdringerigheid maakt dat er geen zinsneden als zodanig blijven hangen in het geheugen, alleen de atmosfeer en de persoon van Agnes zelf, die zo her en der haar herkenbaarheden heeft maar toch eigenlijk een sprookjesachtige figuur is. Agnes is het prototype van de ideale vrouw. Zij is iemand die de chaos om zich heen eigenlijk heel goed kan
beheersen, en voor zover ze zich ergens door laat meeslepen, weet ze ook heel goed dat ze zich laat meeslepen, zodat ze zich er achteraf weer geestelijk van los kan maken. Als ze verliefd wordt, beseft ze dat het tot ellende zal leiden, wat haar er niet van weerhoudt om erin te stappen. Het geluk consumeert ze en de ellende draagt ze met opgeheven hoofd. Ze zit nooit te miezen, en dat is wat haar zo onweerstaanbaar maakt (voor mij althans). Bovendien heeft ze een uiterst scherpe blik voor gemaaktheid, hypocrisie, kinderachtigheid en leugenachtigheid. Het blijft bij signaleren; ze is veel te beleefd om mensen dat voor hun voeten te gooien. Het enige wat ze doet - en daarin betoont ze zich wijzer dan gebruikelijk is in het dagelijkse leven - is het hare ervan denken. Ze doorziet mensen ogenblikkelijk en beschikt verder over een verstrekkende empathie. Dat heeft als voordeel dat er nooit lange gesprekken gevoerd hoeven te worden, iets waar Agnes een grote hekel aan heeft. Ze weet toch wel hoe de vork in de steel zit, dus die anderen hoeven haar dat niet uit te leggen, en als die anderen op hun beurt haar zó niet begrijpen, dan vindt ze het ook niet de moeite waard om dat uitvoerig te gaan verduidelijken. Ze zoekt het zelf wel uit en houdt de eer aan zichzelf. Dit betekent overigens niet dat ze maar over zich heen laat lopen. Als het moet, is ze ook in staat om Arthur bijvoorbeeld, haar niet al te betrouwbare vriend, de deur uit te zetten. Alles begrijpen en voorzien hebben is niet hetzelfde als alles maar voor zoete koek slikken. Het verbaast me ook niet dat Agnes' contacten met vrouwen minder soepel verlopen dan die met mannen. Die vriendinnen van haar, Bea en Els, willen almaar confidenties uitwisselen, klagen over dat het tegen zit in het leven of dat de mannen niet deugen, en Agnes heeft weinig aardigheid in dat soort geklets, en al helemaal niet om haar eigen steentje daartoe bij te dragen. Ze hoort hun verhalen dan maar aan en
probeert zich intussen zo min mogelijk te ergeren. De passages waarin Agnes probeert zich niet te ergeren (een leidend thema in haar leven) vind ik trouwens altijd even leuk en to the point. In zichzelf gekeerd en toch openstaan voor wat zich voordoet, romantisch en toch nuchter, gepassioneerd in de liefde maar als het erop aankomt onafhankelijk, begrijpend maar geen doetje, altijd in voor alcohol maar op zijn tijd de keukenvloer schrobben, ongelukkig maar daar niet over doorzeuren, veel oog voor het belachelijke van de dingen, al die eigenschappen te zamen maken Agnes tot een ideale vrouw - voor mannen wel te verstaan. Zo kom je ze zelden tegen, en daarom is het mooi dat Van Straaten haar gestalte heeft gegeven. Agnes moet blijven.
BR
Aan deze pagina werkten mee: Atte Jongstra, Beatrijs Ritsema en Judith Staghouwer