Op zoek naar J.D. Salinger
Ian Hamiltons uitgeklede biografie van de fanatieke kluizenaar verschenen
Op zoek naar J.D. Salinger Een schrijversleven door Ian Hamilton Uitgever: Meulenhoff, f 32,50
Amerikaanse editie: In search of J.D. Salinger door Ian Hamilton Uitgever: Random House Importeur: Van Ditmar, f 42,50
Ed Schilders
Hoe heet de zomer van 1980 in de stad New York was, wordt misschien het best geïllustreerd door het feit dat ik, na een wandeling van tweeëntwintig blokken uptown, bij de Public Library arriveerde, en daar, aan een ketting voor de ingang, het bordje las ‘CLOSED because of the heath’. 's Avonds, met de voeten op ijs, hoopte ik op koeler weer. Ik had nog maar weinig vrije uren om in die bibliotheek het werk af te ronden dat zoveel tijd was gaan vergen: het opvragen en fotokopiëren van alle verhalen van Jerome D. Salinger die nooit in boekvorm zouden verschijnen - de schrijver zelf had daarover geen twijfel laten bestaan. Maar ik hield van Holden Caulfield, van Franny Glass, en van haar broer Buddy; en misschien hield ik wel meer van Esmé dan ik (toen) ooit van een papieren vrouw had gehouden (Micòl Finzi-Contini mogelijk uitgezonderd); kortom, ik rekende me tot de fanatiekere soort bewonderaars van de roman en de verhalen van Jerome D. Salinger, en dus was enige zelfkastijding wel het minste dat ik van mezelf mocht eisen.
Salinger stond toen uiteraard al bekend om zijn zelfkastijding. Althans zo zag Ik het. Vanaf 1965 had hij nog wel geschreven maar niets meer gepubliceerd. Hij gaf geen interviews, hij verscheen niet in het openbaar, hij stond geen afbeeldingen of promotieteksten toe op zijn boekomslagen, en bij de minste overtreding van al die regels - die in 1988 nog evenzeer van kracht zijn - verbrak hij definitief het contact met uitgevers of redacteuren en agenten. Hij leefde - en leeft - als een kluizenaar - hij is de Howard Hughes van de Amerikaanse literatuur genoemd - met papier en typelint als enige troost, met ‘privacy’ als lijfspreuk. Zijn enige roman. The Catcher in the Rye, en zijn verhalen, Nine Stories, Franny and Zooey en Raise High the Roof Beam, Carpenters, behoren tot het mooiste van de naoorlogse literatuur, waren in hun tijd het onderwerp van cultverschijnselen, en worden jaarlijks bij honderdduizenden verkocht.
Ik gunde Salinger die onzichtbaarheid - bij zoveel roem had het zelfs wel iets sympathieks - zelfs al wist ik dat Salinger mij die gekopieerde bibliotheekverhalen eigenlijk niet gunde.
Van dat laatste idee raakte ik in de Public Library steeds meer overtuigd. Ik vroeg een oude jaargang van het tijdschrift Story op, bladerde naar de pagina's die ik zocht, en vond daar naast en tussen het verhaal ‘The Young Folks’ enige gestempelde briefjes: ‘Copyright - Not to be further reproduced without permission of the copyright owner.’ Toestemming van Salinger dus. Was het zelfs zover gegaan? Had hij in deze zelfde leeszaal gezeten, had hij zijn eigen verhalen opgevraagd om er vervolgens copyrightbriefjes in te stoppen? Zo'n briefje bleek in ieder geval goed voor een halfuur oponthoud bij de reproduktie-afdeling.
J.D. Salinger, foto uit 1953
MAUREY GARBER
Wie zeker ook in die leeszaal gezeten heeft, is Ian Hamilton, de schrijver van Op zoek naar J.D. Salinger - Een schrijversleven. Hij schrijft: ‘De volgende weken bracht (ik) door in de openbare bibliotheken van New York (...) met het vergaren van gegevens over de vroege, niet herdrukte verhalen; geen gemakkelijke taak, aangezien ze in verscheidene gevallen uit de tijdschriften waren gescheurd (...) Dat was griezelig, alsof iemand (me) was voorgeweest.’ Not I, Ian. Althans, niet wat dat scheuren betreft. Toen ik er was ontbrak er maar één verhaal, maar verscheidene andere lagen inderdaad al los, of zaten in negatieve reproduktievorm in de band. Salinger?