Gedachtensprongen
Op veel plaatsen ademt de roman een cynisme à la Céline of Henry Miller, maar in tegenstelling tot deze auteurs heeft Gray nog enig geloof in de mensheid.
Alasdair Gray
JERRY BAUER
Jocks gedachtensprongen volgend wordt duidelijk dat hij alles in zijn leven heeft verloren dat de moeite waard was. Denny, de enige vrouw waarvan hij heeft gehouden, is hij door eigen toedoen kwijtgeraakt. Aan zijn werk bij een toneelgezelschap had hij veel plezier beleefd, maar hij maakte er zelf een einde aan door een destructieve eigenmachtige handeling die de hele groep uiteen deed vallen. ‘Ik was een zak,’ is zijn gevolgtrekking: ‘We wisten niet hoe we goed voor elkaar moesten zijn.’ Hij is een eenzaam man geworden die zijn beroep alleen maar uitoefent voor het geld. Maar aan het einde van de doorwaakte nacht, als hij zich heeft voorgenomen zijn leven te beteren, besluit hij ontslag te nemen en iets bevredigends te gaan doen, wat dat dan ook moge zijn. Tot een van zijn droomvrouwen zegt hij: ‘O Janine, gekke griet, kom nu bij me. Ik zal teder zijn. Ik zal lief voor je zijn.’ Er verandert (nog) niets in de werkelijkheid, maar Jocks fantasie wijzigt zich al. Zijn hardvochtige erotische gedachten zullen wellicht tot een verleden van radeloosheid en onvermogen gaan behoren.
1982 Janine is in een opmerkelijke literaire vorm gegoten. Het eerste deel, dat zijn climax vindt in Jocks zelfmoordpoging, en waarin modernistische technieken als stream of conscousiness, montage en Dada-achtige typografie worden gebruikt, staat in scherpe tegenstelling tot het conventionele verhaal in de tweede helft. Daarin is Jock tot rust gekomen, vertelt onder meer de ontroerende en hartverscheurende geschiedenis van zijn liefde voor Denny en ziet nog hoop voor zichzelf. De vorm staat in directe relatie tot Jocks gemoedstoestand. Modern en conventioneel zijn voor Gray gelijk waardig naast elkaar staande middelen die ingezet kunnen worden al naar gelang het uitkomt. Gray onderstreept dit bijna programmatisch door achterin een overzicht op te nemer van uiteenlopende auteurs uit de laatste vier eeuwen, die hem hebben geïnspireerd. In plaats van te breken met al het voorgaande om het absoluut nieuwe te creëren, zoals de gewoonte was in de moderne periode, benadrukt Gray zijn plaats in de continuïteit van de geschiedenis. Je zou de opbouw van Janine zelfs als metaforisch kunnen zien voor honderd jaar literaire ontwikkeling, waarin het modernisme uitdrukking is van verwarde radeloosheid en de daarop volgende acceptatie van oudere conventies het leven na de wanhoop vertegenwoordigt. Als je besluit geen zelfmoord te plegen zit er weinig anders op dan te trachten een beetje greep op de wereld te krijgen, luidt de gematigd optimistische boodschap die Alasdair Gray op krachtige en overtuigende wijze aan de lezer voorlegt.
■
In het volgende nummer van de Boekenbijlage zal een interview worden gepubliceerd met Alasdair Gray.