Typemachine als rivaal
Het uitgesproken pacifisme van zijn echtgenote - erfenis van haar ervaringen uit de Eerste Wereldoorlog - deed in de late jaren dertig zijn politieke vooruitzichten in Labour geen goed. Herbert Morrison, de Londense partijleider, noemde hem een ‘Dorchester socialist’, naar het dure hotel waar Catlin graag verkeerde. De kleine Shirley daarentegen wist al op veertienjarige leeftijd, bij een huisbezoek van Morrison, diens aandacht als politica in de dop te trekken; na de oorlog ging ze het huis in en uit door het souterrain, en deed alsof de huishoudster en haar man haar ouders waren. Volgens de schrijver onder invloed van de democratische ideeën die de kinderen hadden opgedaan tijdens hun evacuatie in Amerika, waar ze voorzichtigheidshalve in de oorlog heen waren gestuurd. Hun moeder publiceerde in de oorlog een boek, Humiliation with Honour, in de vorm van brieven aan haar zoon. ‘Ik heb het boek niet gelezen,’ schrijft hij even laconiek als waar hij zich herinnert in zijn jeugd de type machine van zijn moeder als zijn voornaamste rivaal te hebben leren kennen.
John Catlin werd geen accountant of priester, zoals zijn vader had gewild. In het eerste geval zat je nooit zonder geld, in het tweede ge val had hij voor z'n veertigste bisschop kunnen zijn. Hij werd schilder, en stierf kort na dit boek voltooid te hebben. Zijn vader werd noch lid van het Lagerhuis, noch minister en ook geen Fellow of All Souls. Een beperktere ambitie ontsnapte hem eveneens: hij werd ook geen Peer of the Realm, maar eindigde als Sir George Catlin. Shirley Williams (‘like most English people, Shirley is basically a philistine’) wordt geen minister-president van Groot-Brittannië.
Het is moeilijk deze herinneringen anders te lezen dan als een vileine afrekening in de beste Britse traditie: geen spier wordt vertrokken, geen onvertogen woord valt, geen emotie wordt getoond. Ze geven bovenal een beeld van een familie en een milieu waarin de dienst aan de publieke zaak een kille barrière vormt voor menselijke relaties.
■