Een dooltocht door de emplacementen van het geheugen
Dennis Potters roman ‘Dubbelspoor’
Dubbelspoor door Dennis Potter Vertaling Michael Eenhoorn Uitgever: Bert Bakker, 208 p., f 27,90
Douwe Draaisma
Er is geheugenverlies en geheugenverlies en helaas worden die twee nogal eens verward. Bij de klassieke amnesie wordt het verleden gewist, maar er is ook een vorm die de patiënt zijn toekomst ontneemt. Verreweg de beroemdste patiënt uit de amnesieliteratuur, Henry M., leed aan die tweede vorm van geheugenverlies. Bij hem raakte door een mislukte hersenoperatie het inprentingsvermogen in het ongerede. Zijn geheugen voor het verleden bleef intact, maar hij verloor het vermogen nieuwe herinneringen te vormen. Zo was zijn verleden al bij zijn leven afgesloten en voltooid. Het te ruim gehanteerde lancet had hem afgesneden van zijn toekomst.
De roman Dubbelspoor van Dennis Potter, in ons land vooral bekend door The Singing Detective, gaat over de klassieke variant van geheugenverlies. Een man die later John zal blijken te heten raakt van het ene moment op het andere al zijn vergaarde herinneringen kwijt. Hij zit in de restauratiewagen van de trein naar Londen als hij met een simpele pennestreek wordt afgesneden van zijn persoonlijk verleden: ‘De catastrofe voltrok zich even snel als een val in een open put en het op de bodem breken van alle botten in zijn lichaam.’ Voor John begint vanaf dat ogenblik een gedwongen bestaan in de tegenwoordige tijd. Hij kijkt naar beneden; op zijn bord ligt een vis, half opgegeten door zijn vorige zelf.
Johns falende geheugen wekt onmiddellijk de nieuwsgierigheid van de andere reizigers. Op hun advies doorzoekt hij zijn zakken. Er is niets dat hem op het spoor van zijn verleden brengt, geen rijbewijs, geen sleutels, zelfs geen treinkaartje. Een van de medereizigers verzekert hem dat hij in ieder geval geen Welsh accent heeft (‘Dat is zeker een opluchting, hè?’). Hij weet niet waar hij vandaan komt en dus ook niet waar hij heen moet. Even later staat hij zonder bagage, zonder verleden, als een hedendaagse Kaspar Hauser, in het geroezemoes van een stationshal.
Voor de lezer is de situatie op dit moment nog overzichtelijk: een man is zijn geheugen kwijt, eigenlijk weet hij dus niets meer over zichzelf dan wij, we wachten af wat hij zoal gaat ondernemen. Maar al snel laat Potter de lezer delen in de desoriëntatie van zijn hoofdpersoon. John weet niet of de beelden die in zijn bewustzijn opduiken herinneringsflarden, fantasieën of herinnerde dromen zijn en de lezer weet dat evenmin. Vanaf het moment dat John uitstapt neemt de verwarring alleen maar toe: er zijn dromen in dromen, fantasieën, uittredingen, déjà vu's, hallucinaties. Telkens als John weer wat vat begint te krijgen op wat er omgaat in zijn geest laat Potter het beeld even rimpelen en begint een andere episode. Net als The Singing Detective lijkt Dubbelspoor zich af te spelen in die laag in het bewustzijn waar we ons bij het inslapen in weg voelen zinken: een snelle reeks beelden, geluidloos, chaotisch, beelden waar we nooit meer dan een glimp van opvangen omdat juist het gadeslaan ze weer doet verdwijnen.
Dennis Potter
UNIVERSAL PICTORIAL PRESS
Gelukkig wordt na de eerste paar hoofdstukken Helen geïntroduceerd, Johns vrouw. Dank zij haar komen we wat meer over John te weten. Hij was tot voor enkele maanden als art directer in dienst van een reclamebureau maar had plotseling zijn ontslag gekregen, midden in een advertentiecampagne die met afbeeldingen van half ontklede vrouwen de stagnerende markt voor personal computers nieuwe impulsen moest geven. Na zijn ontslag had hij zich als een bezetene toegelegd op het schilderen van wilde bloemen. Het ingespannen werk bracht hem op de rand van overspanning. De reis naar Londen was nodig om zijn werk aan een uitgever te laten zien.