[30 april 1988 - Nummer 17]
Ter zake
Diny Schouten
Dat uitgeverij Centerhoek voor een (niet-gespecificeerde) vriendenprijs aan de rechten van Michael Jacksons autobiografie Moonwalk kon komen, dankt uitgever Willem-Jan van de Wetering aan zijn contacten met een helderziende. Centerhoek, voor de helft een dochteronderneming van platenmaatschappij CNR in Weesp en gespecialiseerd in ‘opzienbarende boeken van opzienbarende mensen’, onderhandelde met helderziende Peter Hurkos over diens nieuwste boek. Hurkos, in Nederland geboren als Peter van der Hurk en hier mogelijk nog herinnerd door zijn optreden als orakel in de zaak-Caransa, heeft leden van de familie Jackson als cliënt. Hurkos bevestigde Van de Wetering het gerucht dat Jackson in het geheim aan een autobiografie werkte - op voorstel van Jacqueline Kennedy Onassis, redacteur van uitgeverij Doubleday. Bij Doubleday was men onaangenaam getroffen door de wetenschap waarover Van de Wetering bleek te beschikken: Jackson had publiciteit erover verboden. In ruil voor een voorlopige optie, waarvoor Van de Wetering tweeduizend dollar betaalde en een acht pagina's dik contract ondertekende, beloofde de Nederlandse uitgever de publiciteit ‘af te dekken’. De uiteindelijk gevraagde som voor de rechten ‘was wel een record voor ons als kleine uitgever’, zegt Van de Wetering niet weinig trots. De produktietijd (twee weken) was het niet, de vertaling - in negen dagen - mogelijk wel.
De gemeente Beemster is verheugd te kunnen laten weten dat aan de voorgenomen viering van de tweehonderdvijftigste geboortedag van Betje Wolff op 24 juli aanstaande, extra luister zal worden gegeven door het uitreiken van de Betje Wolffprijs, groot f 5.000,-. De prijs is bedoeld ‘voor een jonge aankomende Nederlandstalige schrijfster, in wier werk hetzelfde gedachtengoed is te herkennen als in de werken van de schrijfster Betje Wolff.’ Dit jaar nog zal de Beemster gemeenteraad beslissen of de nieuwe literaire prijs zal worden voortgezet als driejaarlijkse prijs. De eerste jury, geheel bestaande uit Elsevier-redacteuren (Wim Zaal, Doeschka Meijsing en Emmy van Overeem) is in ieder geval eenmalig, zegt juryvoorzitter Wim Zaal desgevraagd. De vraag of Van Overeems redacteurschap voor ‘gedachtengoed’ haar de jurystoel aangeboden deed krijgen, moet ontkennend worden beantwoord, aldus Zaal: ‘Doordat de besluitvorming van de gemeente Beemster nogal traag was en je de prijs niet op Betjes tweehonderdeenenvijftigste geboortedag kunt uitreiken, moest er heel snel een jury komen. Ze hebben de Werkgroep Letteren van de Culturele Raad Noord-Holland toen om steun en advies gevraagd. Ik ben lid van die werkgroep en omdat het vliegensvlug moest heb ik de mensen gekozen met wie ik het snelst en gemakkelijkst kan overleggen.’ De jury wil de prijs geven aan een jonge schrijfster, ‘tussen vijfentwintig en vijfendertig jaar, geen debutante maar iemand die twee of drie boeken heeft gepubliceerd en een steuntje in de rug kan gebruiken.’ Met de ‘ambtelijke’ formulering van de prijs zal de jury geen rekening houden, belooft Zaal: ‘Je kunt zeggen dat íédere Nederlandse schrijfster schatplichtig is aan Betje Wolff, met uitzondering van Nel Benschop
misschien.’ De prijswinnares zal derhalve ‘beslist niet in de feministische hoek’ worden gezocht, maar zal gaan naar ‘een zelfstandig denkende en voelende vrouw’. De jury vond tot op heden nog geen kandidate die niet aan die gestelde voorwaarde voldeed.
De CPNB vroeg Hugo Claus om het boekenweekgeschenk voor volgend jaar te schrijven, na Hubert Lampo (1969) en Marnix Gijsen de derde Vlaamse schrijver die die eer te beurt viel. De uitverkorene kan bogen op ervaring: Claus schreef vorig jaar Château Migraine, het eerste Vlaamse boekenweekgeschenk van de Vlaamse zusterorganisatie van de CPNB. Het periodiek voor de boekhandel Boekblad meldde dat de CPNB in dit feit geen bezwaar had gezien: ‘Château Migraine was volledig op de Vlaamse lezer gericht.’ Claus is echter geenszins van plan zich ditmaal speciaal op de Nederlandse lezer te richten, stelt CPNB-directeur Henk Kraima gerust: ‘Het boekje zat ons niet in de weg omdat het in Nederland nooit verkrijgbaar is geweest.’ Dat de eer ook dit jaar voorbijging aan Harry Mulisch, W.F. Hermans, Jan Wolkers of Cees Nooteboom betekent niet dat hun namen niet gevallen zijn. ‘We denken aan alle Nederlandse top-auteurs, maar we kijken óók naar de uitgever, die niet ieder jaar dezelfde kan zijn,’ licht Kraima toe, doelend op de handelseditie (na een jaar) die de betrokken uitgeverij aan het boekenweekgeschenk overhoudt. Dat Cees Nooteboom ooit gevraagd werd als stand-by voor Gerard Reve door een van zijn voorgangers, is Kraima ‘uit de wandelgangen’ bekend, ‘maar een bezwaar is dat Nootebooms uitgever De Arbeiderspers al twee keer aan bod is geweest. We kijken wel eerst of het een goede auteur is, maar daarnaast streven we ook naar enige spreiding onder de uitgevers.’
Van de leenrechtvergoeding over 1987 ontvingen auteurs gezamenlijk 59% van de beschikbare zeveneneenhalf miljoen gulden, de uitgevers ontvingen 41 %, een verhouding die nog ver verwijderd is van de oorspronkelijk beoogde 70-30-verhouding. Het aantal auteurs dat de moeite nam de vergoeding aan te vragen was dit jaar 4883, wat betekent dat ten opzichte van vorig jaar 591 auteurs ontmoedigd werden door de f 1,84 die per uitlening werd uitgekeerd. De top-tien van meest uitgeleende auteurs (met tussen haakjes hun positie van vorig jaar) wordt dit jaar bezet door: 1.(1) Mien van 't Sant, 2.(3) A.C. Baantjer, 3.(5) Leni Saris, 4.(12) Anke de Graaf, 5.(11) G. van Straaten, 6.(13) Henny Thijssing-De Boer, 7.(2) Dick Bruna, 8. (15) Margreet van Hoorn, 9.(14) J. Visser-Roosendaal, 10.(16) N. Schuttevaêr-Velthuijs. Maarten 't Hart, vorig jaar nog bij de eerste tien, zakte naar een achttiende plaats, nog altijd goed voor het maximumbedrag van f 10.000,-. Dat met uitzondering van Jan Wolkers, Harry Mulisch, W.F. Hermans, Remco Campert, en Gerard Reve de lijst van de ontvangers van het maximumbedrag geheel gevuld is met schrijvers van populaire leesboeken, kinderboekenschrijvers en vertalers, verleidt Hugo Verdaasdonk, voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen, niet tot commentaar dat hij ze dat niet gunt: ‘Als de regeling tekortschiet, is het omdat er geen bodembedrag is afgesproken. We zijn bang dat steeds minder auteurs de vergoeding zullen aanvragen. De steekproef, dit jaar uitgebreid van vijf naar zeventien bibliotheken, is nog steeds zeer onbetrouwbaar. Bij
de top-honderd is nog steeds geen enkele dichter en geen enkele essayist betrokken.’
Als bonus, ‘omdat u het bent’, krijgen lezers van het Vlaamse blad Humo deze maand een héél mooi boek cadeau: in twee achtereenvolgende afleveringen wordt de volledige tekst van Freek de Jonges Zaansch veem afgedrukt. Die uitputtende ‘voorpublikaties’ zijn niet nieuw voor Humo, zegt hoofdredacteur Guy Mortier: eerder werden Marquez' Kroniek van een onaangekondigde dood, Kundera's De ondraaglijke lichtheid van het bestaan, Salingers The Catcher in the Rye, Van Kootens Veertig en Hedonia, Camperts Somberman's actie en Fantes Wacht tot het voorjaar, Bandini volledig gepubliceerd in de huidige oplage van 275.000. ‘Nadat de eerste twee uitgevers, Meulenhoff en Ambo, akkoord gingen, was het steeds gemakkelijker om andere uitgevers te overtuigen dat het hun verkoopcijfers niet schaadt. Integendeel, de boeken worden juist dan verkocht, want men wil het toch liever in boekvorm hebben,’ verklaart Mortier. Zijn eigen voordeel ligt in het vullen van redactionele pagina's: ‘Omdat we overspoeld worden door advertenties en we een vrij kleine redactie hebben is het een goede oplossing voor ons om toch redactionele kwaliteit te bieden.’