De pers in de bezettingstijd (2)
In zijn bespreking, in de Boekenbijlage van 9 april jl., van Niet voor publicatie. De legale pers tijdens de Duitse bezetting, van René Vos, schrijft Jan Meyers o.m.: ‘De Nieuwe Rotterdamsche Courant kreeg de pro-Duitse mr J. Huyts als hoofdredacteur op z'n dak’. Hij heeft dat niet uit het boek van Vos vernomen. Vos schrijft ten deze op p. 187: ‘Toen (waarnemend) hoofdredacteur mr M. Rooij in de zomer van 1940 voorbereidingen trof zijn functie neer te leggen omdat hij zich niet kon verenigen met de koers van het nieuwe persbeleid, stelde hij de directie en de raad van commissarissen voor Huijts tot zijn opvolger te benoemen, in de verwachting dat deze de NRC “door de oorlog zou kunnen loodsen”.’
En in de eerste noot bij hoofdstuk 6 schrijft Vos, met het oog op het beleid van de bezetter t.a.v. de NRC: ‘Er was dan ook alle aanleiding in deze studie ook uitvoerig aandacht te wijden aan de NRC in bezettingstijd. Daarvan is evenwel afgezien omdat drs D.J. Cannegieter te 's-Gravenhage voornemens was zijn doctoraalscriptie over Huijts als hoofdredacteur in bezettingstijd uit te bouwen tot een disseratie over de NRC in die periode. Hopelijk vindt hij daartoe alsnog de gelegenheid.’
Jan Meyers had beter nog even geduld kunnen oefenen, voordat hij de NRC met het Algemeen Handelsblad gelijkschakelde.
Wat mijn pro-Duitsheid betreft: in een hoofdartikel, ‘Recapitulatie’, van 31 augustus 1944, een paar dagen vóór Dolle Dinsdag, schreef de NRC (wel onder dekking van de Vlaamse nationalist Ward Hermans) dat ‘Duitsgezindheid uit de tijd’ was en weidde daar nog even over uit en Vis spreekt op p. 469 van zijn boek, voorzichtelijk, slechts over de ‘niet-NSB'er, maar wel als pro-Duits ervaren Huijts’. Daar was voor hem het laatste woord dus ook nog niet over gezegd.
Rotterdam
Mr J. Huijts