Weense verzetsroute
Twee straten en hun lot in de oorlog
Wien Ein Stadtführer durch den Widerstand 1934-1945 door Wolfgang Lauber Uitgever: Böhlau Verlag, Wenen, 229 p., ± f 35,- ISBN: 3 205 05028 2
Hans Keller
Er zou een gids zijn samen te stellen over de plekken van de alledaagse oorlog, die - met alle respect - de Bekende Feiten ontziet, mogelijk in een voorwoord kort verklaart, en zich bepaalt tot een nadere detaillering van de huiver. Het idee is gestolen, zeg ik er meteen maar eerlijk bij. Het gebeurde vorige week in een Weense boekhandel waar ik, bladerend in naslagwerken over Otto Wagner en Alfred Loos, keizerin Elizabeth en Arthur Schnitzler de stapel Wien, ein Stadtführer durch den Widerstand snel zag slinken. Misschien is het initiatief tot samenstelling ervan te danken aan Kurt Waldheim, die zoals bekend werkelijk niets nalaat om de herinnering aan het Oostenrijkse voorspel van de Tweede Wereldoorlog uit zijn hardnekkige sluimering te wekken. De vertwijfeling van zijn tegenstanders leidt naast wanhoop ook tot een toenemende vindingrijkheid, op zoek naar een zo doeltreffend mogelijke confrontatie met een weggepoetst verleden. Deze akelige en fascinerende stadsgids is zo'n initiatief daartoe. Het boekje bevat honderden adressen in de Oostenrijkse hoofdstad die de feiten uit de officiële geschiedenis omsingelen met een halsstarrig ‘gewone-mensen’-commentaar. Het is een opsomming van kleine heldendaden, lafhartig verraad, fanatiek plichtsbesef en diepgevoelde dagelijkse haat die achter anonieme gevels, nondescripte huisdeuren, hoge vensters, op vergeten straathoeken tot gruwelijke gevolgen hebben geleid. Dachau, bij München, lag niet ver.
Het boekje leidt langs de verzetshaarden die in Wenen tussen 1934 - het jaar van de mislukte nazi-putsch - en 1945 actief waren. Het is een bizarre en treurige verzameling adressen, af en toe verlucht met foto's van grijze geveldetails, huisnummers, straathoeken, pamfletten vóór en tegen de Anschluss en het daaroverheen denderende fascisme, die zijn gegroepeerd in twee routes. De eerste voert door een groot deel van zuid-Wenen, nog steeds arbeidersbuurten, waar het linkse en links-radicale verzet tegen het Austrofaschismus en de nazi's broeide. De tweede, aanzienlijk kortere route gaat door het centrum van de oude stad und zeigt Schwerpunkte des konservativen Widerstands, zoals de redactie van de gids nuchter vaststelt.
Vooral de laatste route is voor kenners van Wenen, of de gebruikelijke gidsen van de stad, een drama. Hij gaat langs ongeveer alle gevestigde en bekende bezienswaardigheden - van Imperial Hotel. Hofburg, Heldenplatz naar Hotel Sacher, juist, van de taartjes - en opeens ziet de toerist de lugubere voetnoten onder die bekende adressen. Het is inderdaad alsof je met deze Stadtführer een blik wordt gegund buiten het gebruikelijke kader van de bekende adressen. Op de Ballhausplatz, de Karl Lueger-Ring, de Kärntnersrtrasse loopt er opeens bloed uit de staat. Niet dat van Mozart, of Mahler, of Schumann maar van jongens met krentjes, liberale ambtenaren met koffers vol blanco paspoorten, een betrouwbare ober, zo'n koetsier.
De enige officiële bezienswaardigheid in de eerste route is het fameuze Karl-Marx-Hof, een woningbouwcomplex uit de jaren twintig dat elke architectuurstudent tot op de huidige dag kent als het ideale huwelijk tussen de familistère en de latere woningwetbouw. Daarom staat het ook in de gebruikelijke gidsen. In deze Stadtführer wordt de andere betekenis van de buurt geschetst, haar radicale karakter, het bombardement dat haar al in 1934 tijdens de nazi-putsch trof, de adressen van bovenhuizen waar krentjes en pamfletten werden gedrukt en het woord ‘onderduiker’ werd uitgevonden. Je rijdt er langs en het ruikt er naar koolgerechten en touwtjesvlees.
Seitenstettengasse 4 tijdens een razzia op 18 maart 1938
Het meest recente adres luidt Philharmonikerstrasse 4. vlak achter de Opera. Het ruikt er naar taartjes want de firma Sacher is er gevestigd. De reden waarom het in deze Widerstandführer terecht is gekomen, dateert van eind maart 1965. Tijdens neonazistische relletjes werd hier voor de deur de zevenenzestigjarige antifascistische, voormalige concentratiekampgevangene Emst Kirchweger dodelijk gewond door de student Günther Kürnel, die voor zijn daad tot tien maanden gevangenisstraf zou worden veroordeeld. Enzovoort, enzovoort. De beide routes zijn zo gerangschikt dat vrijwel elk adres tijdens twee lange tramritten vanaf een zitplaats aan het venster kan worden bezichtigd. Het laatste. 218de, adres luidt Wipplingerstrasse 8 en behelst het oude raadhuis van Wenen, waarin sinds 1963 het Archief van het Oostenrijkse verzet is gevestigd. De beschrijving ervan besluit met: ‘Historiker und Zeugen der Zeit werden für Referate, Diskussionsveranstaltungen, etc. kostenlos vermittelt.’
De laatste zin van een artikel over de Anschluss in NRC Handelsblad van 5 maart jongstleden luidt: ‘Hugo Portisch, maker van tv-documentaires en een soort Oostenrijkse dr. L. de Jong, zegt dat hij niemand kan vinden die bereid is om voor de tv te verklaren dat hij op 15 maart 1938 op de Heldenplatz aanwezig was.’ Op die dag werd Adolf Hitler daar door 250.000 juichende Oostenrijkers welkom geheten.
■