Slauerhoff betrapt
Arie Pos bezocht de steden die Slauerhoff heeft aangedaan op zijn reizen als scheepsarts en onderzocht wat er uit Slauerhoffs romans en gedichten in de werkelijkheid van het huidige China terug is te vinden. Hij deed er verslag van in Van verre havens. Het werk van Slauerhoff en de Chinese werkelijkheid (Nijgh & Van Ditmar, 129 p. f 24,50). Een van de steden in Slauerhoffs werk is Macau, gelegen op een schiereiland ter grootte van half Rottumerplaat. Na een Portugese kolonie te zijn geworden in de zestiende eeuw, was Macau uitgegroeid tot het Hongkong van de zeventiende, achttiende en begin negentiende eeuw. Slauerhoff arriveerde er voor het eerst in 1926, en de inmiddels vergane glorie oefende grote aantrekkingskracht op hem uit. Vooral de ruïne van de kathedraal (ook terug te vinden in zijn roman Het verboden Rijk) vond hij fascinerend. Alleen de façade stond - en staat nog steeds, constateerde Pos - recht overeind. ‘Eindelijk,’ schreef Slauerhoff, ‘zie ik door een van de venstergaten in de leegte daarachter, puin en graven en enkele fundamenten. Symbool van het eind van vele mijner zwerftochten.’
Slauerhoffs roman Het leven op aarde speelt zich af in Tai Hai, de stad waarvoor Sjang-hai model heeft gestaan. Pos betrapte de schrijver op een schromelijke overdrijving. Slauerhoff situeerde midden in de stad een pagode van vijfendertig verdiepingen. Een dergelijke hoogte bereikte geen enkele Chinese pagode, de hoogste in Shanghai telt slechts drie etages. Verder schrijft Pos: ‘Van een groot aantal sfeerscheppende details in de beschrijving van de stad is niet meer na te gaan of ze gebaseerd Zijn op persoonlijke waarneming, overlevering of fantasie.’ Geldt dat eigenlijk niet voor alle fictie?
Toch blijkt Slauerhoff zich wel degelijk in de historische feitelijkheden te hebben verdiept. In zijn reisaantekeningen over Macau leest Slauerhoff bijvoorbeeld op een gedenksteen ter herinnering aan een afgeslagen aanval van de Nederlandse vloot in 1622, dat er zeventien Nederlandse bodems en een landingsdivisie van dertienhonderd man bij betrokken waren. Pos constateerde ter plaatse dat Slauerhoff deze aantallen onmogelijk aan dit monument heeft kunnen ontlenen, waarop slechts van dertien schepen en achtduizend man wordt gerept. Slauerhoff blijkt zijn gegevens te hebben ontleend aan een boek getiteld Historie Macau. Deze feiten werpen een vreemd licht op de status van Slauerhoffs ‘reisimpressie’, concludeert Pos, ‘kennelijk vulde hij zijn persoonlijke indrukken later aan uit geraadpleegde literatuur’.
Het naspeuren van het werkelijkheidsgehalte in romans of gedichten is altijd een moeizame zaak. Of bepaalde passages nu gebaseerd zijn op persoonlijke waarneming, overlevering of fantasie is heel vaak niet uit te maken. En het gaat er uiteindelijk toch alleen om wat die passages in de ‘werkelijkheid’ van boek of dichtbundel te betekenen hebben. Desondanks blijft de wereld ‘achter het boek’ intrigeren: het Harlingen van Vestdijk, het Indië van Multatuli en (misschien nog wel meer) het China van Slauerhoff. Naast kleine ‘ontdekkingen’ als de gegevens op het monument te Macau biedt Arie Pos' Van verre havens. Het werk van Slauerhoff en de Chinese werkelijkheid vooral veel literair divertissement, ook al zal de toekomstige biograaf Pos dankbaar zijn voor zijn naspeuringen. De vele afgedrukte (contemporaine) foto's in Van verre havens geven verder een prachtig beeld van het gebied waar de dichtende scheepsdokter rondreisde, een gebied dat rond 1925 bepaald weinig politieke stabiliteit kende. Soms vlogen de kogels letterlijk om Slauerhoffs oren; hij werd zelfs gedwongen een executie van communisten bij te wonen. ‘Het lijken wel dokters,’ moet Slauerhoff over de in wit uniform gehulde nationalistische beulen hebben gemompeld.
AJ