Eindelijk de echte Julia
Het literaire kannibalisme van Lillian Hellman
Code Name ‘Mary’ door Muriel Gardiner Uitgever: Yale University Press, 179 p., f 30,15
Hans Keller
Een aantal jaren geleden haalde de Amerikaanse schrijfster Mary McCarthy zich de woede op de hals van haar collega Lillian Hellman. Het was geloof ik in een vraaggesprek op de televisie dat de eerste naar haar mening werd gevraagd over de tweede. Mary McCarthy moet toen gezegd hebben dat elk door Lillian Hellman gesproken en geschreven woord was gelogen, inclusief de woordjes ‘en’ en ‘of’. Hellman werd door gedienstige zielen met spoed van deze uitlating op de hoogte gesteld en antwoordde met een aanklacht wegens smaad, benevens een eis tot schadevergoeding. Hier was duidelijk geen sprake van vriendinnen onder elkaar.
De advocaten van beide dames groeven zich in, repten regelmatig van bewijs en tegenbewijs en intussen wachtte een groeiende schare van literair geïnteresseerde omstanders benieuwd af. Aan de zaak zelf is nooit een definitief einde gekomen; vóór de affaire aan de rechter kon worden gepresenteerd overleed Lillian Hellman. De intussen gemaakte kosten werden betaald uit haar nalatenschap. Dat daarvan überhaupt sprake was, dankten de erfgenamen aan Hellmans drie laatste boeken: An Unfinished Woman (1969), Pentimento (1973) en Scoundrel Time (1976). Ze behelsden haar kortaf en pregnant geschreven herinneringen aan Dashiell Hammett, Dorothy Parker, haar eerste successen als toneelschrijfster, de reizen die ze vóór en tijdens de oorlogsjaren door Europa en Rusland had gemaakt en de dagen van de anticommunistische heksenjacht door de Amerikaanse senator Joe McCarthy. Aan het eerste deel van dat autobiografische mozaïek was ze begonnen op aanraden van vrienden die haar verhalen over die lange periode wel eens hadden gehoord en bij wie zij steen en been klaagde over haar financiële zorgen. An Unfinished Woman werd onmiddellijk bij verschijnen een ongehoord succes en al evenzo verging het de twee daarop volgende delen. Min of meer opgegeven als schrijfster van toneelstukken in de Amerikaanse traditie van het broeierige psycho-realisme was zij op hoge leeftijd begonnen aan een nieuwe glansrijke carrière. Haar memoires wekten grote geestdrift en soms ook enige beroering, bijvoorbeeld door de vele namen die ze noemt in Scoundrel Time.
Lillian Hellman
DAVID LEVINE
Het tweede boek Pentimento droeg als ondertitel A Book of Portraits en een van die portretten heette Julia. Het was de naam van een jonge vrouw die zij na de Anschluss van Oostenrijk bij nazi-Duitsland in verzetskringen had leren kennen en met wie het binnen de veertig pagina's die deze herinnering telt tragisch zou aflopen.
De inzet van de personages, hun besmuikte maar edele inborst, de angsten die zij deelden onder de drukkende omstandigheden van de periode, en natuurlijk het dreigende decor ervan hielpen de geschiedenis dankzij de voortdurende aanwezigheid van de vertelster efficiënt naar zijn fatale en aangrijpende slot. Voor het boek werd reclame gemaakt met de rappe zinsnede: Lillian Hellman has lived the kind of life that reads like a novel... En inderdaad, wat waren deze belevenissen perfect geredigeerd.
De ‘ik’ uit de verhalen leek er destijds al met het rode potlood doorheen te zijn gegaan. Ik moet zeggen: dat viel me pas op bij herlezing toen de eerste verhalen de ronde deden over een wei zeer curieuze vorm van plagiaat waaraan Hellman zich zou hebben schuldig gemaakt. Ze zou de autobiografisch weergegeven herinneringen aan Julia niet zelf hebben beleefd maar de geschiedenis van horen zeggen kennen. Vervolgens zou ze bij het schrijven ervan de wáre ik uit het verhaal hebben weggedrongen om er met haar éígen ik in plaats te nemen. In 1976 en de jaren daarna werd de verfilming van Julia - door de oorspronkelijk uit Europa afkomstige Hol lywood-veteraan Fred Zinneman, met Jane Fonda, Vanessa Redgrave en Jason Robards in de hoofdrollen - ook al een wereldsucces. Of verfilming? Letterlijk genomen was het dat niet. Voor het scenario werd ook gebruik gemaakt van brokstukken uit An Unfinished Woman en, als ik het me goed herinner, van details uit andere hoofdstukken in Pentimento. Maar een eigentijdse conventie zegt gelukkig dat zulk jat-, versier- en restauratiewerk bij een op bestaand werk gebaseerde film is toegestaan.
Muriel Gardiner