Bijna-medeplichtigheid
In haar hele oeuvre heeft Margaret Drabble een kennelijke behoefte gehad om geschiedenis te schrijven, om vast te leggen ‘wie es eigentlich gewesen’ is, in de woorden van Ranke, die ook in dit boek worden geciteerd. In de loop der jaren is haar blik en greep op de realiteit steeds wijder geworden, en het volgen van haar observaties is voor mij, als generatiegenoot, vaak haast obsederend - de noodzaak om haar bevindingen met eigen ervaringen te vergelijken leidt soms tot een gevoel van bijna-medeplichtigheid dat ik bij weinig andere schrijvers heb. Door kritisch herlezen en vergelijken met voorgaande boeken probeer ik afstand te bewaren, maar bij The Radiant Way heeft dat alleen maar tot nog grotere bewondering geleid.
Die bewondering geldt niet alleen de breedte en de diepte van het panorama van het persoonlijke en politieke leven dat hier wordt geschilderd, maar vooral de recht-door-zee beheersing van de stijl, en van de vele mogelijkheden tot variatie in de taal waarin Drabble zich heeft bekwaamd. Sinds ze de Oxford Companion to English Literature heeft bewerkt (1985), lijkt het of ze een nog steviger greep juist op de professionele kant van haar materiaal heeft gekregen - opeen volstrekt acceptabele, niet pedante, doorleefde wijze komt de wonderbaarlijke Engelse literatuur op iedere bladzijde opnieuw tot leven. The Radiant Way is het beste antwoord op ons aller angst voor de mediacultuur dat ik in lange tijd gehoord heb.
Zo roept het oudejaarsfeest aan het begin - ten huize van Liz Headland in Harley Street, want ze is een succesvolle psychotherapeute en woont met haar man, zijn en hun beider kinderen in een groot gerenoveerd pand - onmiddellijk het feest op van Virginia Woolfs Mrs. Dalloway. Op dat feest wordt het Liz met een schok duidelijk dat haar huwelijk afloopt, en na korte tijd vertrekt haar man inderdaad met een nieuwe echtgenote naar Amerika, om de Britse belangen in Global Networks (satellieten, media et cetera) te behartigen. Op dat feest ontmoeten we ook Alix, de tweede vriendin. Zij heeft Engels gestudeerd, is kort getrouwd geweest met een veelbelovende stralende jongeman die verdronken is en van wie ze een zoon heeft, en is sinds lang opnieuw getrouwd met een leraar aan de Open University, een man uit het noorden wiens professionele leven drastisch wordt beïnvloed door het beleid van Thatcher en wiens socialistische overtuiging onder invloed van de epochemakende, verbitterde stakingen van de arbeiders in de staalindustrie en de mijnwerkers zo ernstig radicaliseert dat Alix hem daarin niet meer kan volgen. Alix heeft een part time baan die wegbezuinigd wordt en geeft lessen in Engelse literatuur aan een selecte groep gevangenen in een experimentele strafinrichting die aan het eind van het boek ook niet meer bestaat. Esther Breuer, tenslotte, de derde vriendin, is geen Engelse, hoewel ze in Cambrigde heeft gestudeerd. Ze is in Oostenrijk geboren uit joodse ouders die naar Engeland zijn gevlucht, ze heeft kunstgeschiedenis gestudeerd en heeft sinds haar studiejaren een duistere, gecompliceerde verhouding met een Italiaanse vakbroeder. In de jaren dat het boek speelt derailleert deze Claudio, om tenslotte vervuld van merkwaardige ideeën over zwarte magie, weerwolven en heksen te sterven. Na zijn dood trekt Esther in bij zijn zuster, de schone Elena, die alleen in Bologna woont. Haar flat in een treurige Londense buurt moet ze opgeven als er een einde
komt aan de dramatische, typisch Engelse serie moorden die daar hebben plaatsgevonden, en waar de vriendinnen alledrie zijdelings mee te maken krijgen.
Margaret Drabble
DAVID LEVINE
De vriendinnen maken in deze jaren van hun leven allen aardverschuivingen mee, en de sterfgevallen zijn niet van de lucht, maar omdat ze niet meer zo jong zijn kunnen ze ertegen. Ook omdat ze werken en omdat ze elkaar hebben - een vriendschap waarbij de loyaliteit onwrikbaar is en waarbij veel zaken vanzelfsprekend onbesproken blijven. Het compulsieve communiceren dat de cultuur van de jaren zestig met zich meebracht, ontbreekt in hun verhouding - een subtiel gegeven dat Drabble zorgvuldig opbouwt en waaraan allerlei consequenties verbonden kunnen worden. Ze zijn zwijgzaam over hun mannen en hun verhoudingen, praten over de politiek, over hun werk, hun kinderen, gaan met elkaar uit eten, lachen, geven elkaar zakelijk raad, volgen elkaar in stilte. In onaangepast, onmodern tenue wandelen ze eens per jaar door het Britse land, waarvan nog genoeg is overgebleven. Alix verhuist met haar man naar het noorden maar vindt gelukkig werk dat eindelijk niet onmiddellijk nuttig is voor de gemeenschap: ze raakt bevriend met een oude, beroemde dichter die daar woont en gaat zijn nalatenschap verzorgen. Liz blijft in Londen, in een kleiner huis met een tuin, een vijver en een poes. Haar man komt bij haar terug, haar moeder van wie ze altijd gedacht heeft dat ze gestoord was, sterft, en ze ontdekt tenslotte wie haar gestorven vader is geweest en waarom ze zich van de eerste vier jaar van haar leven nooit iets heeft kunnen herinneren.