Het gebergte van verboden boeken
Frankrijk heeft een imago van frivoliteit en vrijheid, een imago dat bepaald wordt door woorden als négligé, maîtresse, parfum en, na de mavo, soixante-neuf. Dat het woord ‘censure’ een veel wezenlijker bestanddeel van de Franse cultuur en zedengeschiedenis aanduidt, is een gegeven dat onderkend is maar dat redelijk op de achtergrond is gebleven. Wat weer zo aardig van de Fransen is, is dat ze nu zelf een zeer degelijk boekwerk hebben gemaakt waarin de meest uiteenlopende aspecten van de nu vijfhonderd-jarige censuurcultuur beschreven worden.
Censures heeft als ondertitel De la Bible aux Larmes d'Eros, (Editions du centre Pompidou; 217 p., importeur: Idea Books; f 90,20), in vertaling, Van de Bijbel tot ‘De tranen van Eros’, het boek van Georges Bataille dat in 1965 veroordeeld werd, maar dat niet, zoals de ondertitel wellicht suggereert, het laatste veroordeelde Franse boek was. Nog steeds is in Frankrijk een wet uit 1949 van kracht die de verkoop aan minderjarigen, de reclame en de publiciteit voor een boek kan verbieden en waarvan bijvoorbeeld boeken als Batailles La Mort (1967), en enige titels van Emmanuelle Arsan het slachtoffer werden. Afgelopen jaar bereikten ons nog berichten over pogingen tot het breidelen van de homopers en de heteropornografie, terwijl de censuur op desk-top erotiek via het computersysteem minitel ondertussen zijn beslag heeft gekregen.
Censures is een boek in de breedte. De zeventien bijdragen vormen samen een panorama van de belangrijkste gedaanten die de censuur heeft aangenomen vanaf de vijftiende eeuw, toen Erasmus pleitte voor een bijbel in de volkstaal, tot de twintigste met de Algerijnse oorlog en de daaruit voortvloeiende boekverbanningen als laatste (literaire) hoogtepunt. Daartussen liggen essays over de invloed van Rome en de Index, censors in staatsdienst, de censuur op het joodse boek en de Talmud in het bijzonder, censuur door bibliotheken en op scholen, de negatieve bijdrage van universiteiten en parlementen, en de Duitse bezetting. Een anthologie van verordeningen en processtukken, en een lange lijst van de belangrijkste gecensureerde auteurs en hun werken completeren het boek.
Het gebergte van verboden en verbrande boeken is afzichtelijk en onafzienbaar. Wie de teksten doorwerkt loopt het gevaar censuur te gaan beschouwen als een hydra onder de guillotine: een veelkoppig monster dat onmogelijk te onthoofden is. Of, zoals in het voorwoord van Censures staat, het gevaar zich uit een historisch bewustzijn neer te leggen bij de gedachte dat ‘censuur de regel is, vrijheid de uitzondering’. Aan het eind van de teksten heeft de lezer zich bijna bij deze essentie neergelegd, ook al omdat de hoofdstukken uitblinken in historisch verantwoorde details maar niet in geanimeerd verzet. Bijna, want gelukkig bevat het boek, behalve vele mooie historische afbeeldingen, ook een schitterende fotoserie van William Betsch die op wel zeer indringende wijze brandende en veraste boeken heeft gefotografeerd. Die foto's voorkomen bij zoveel historische fataliteiten de dreigende overgave aan de hydra. Dwalend door het gebergte van de censuur blijkt de aanblik van vlammen om een enkel boek toch steeds weer voldoende om het gevoel op te wekken dat brandend papier en tot as vervallende gedachten onverdraaglijk zijn.
ES