Brieven
Klein museum
Guus Middag liegt waar hij in het Kerstnummer van VN's boekenbijlage beweert dat mijn bundel Klein Museum (Agathon) geschreven en gecomponeerd zou zijn naar Eva Gerlach. Het komt niet in hem op te veronderstellen dat ik poëzie schrijf die misschien met die van haar in verband gebracht kan worden, desalniettemin naar vorm en inhoud geheel van míj is.
Middag levert een fraai staaltje ‘Hineininterpretierung’. Zo meent hij dat titels van één woord (waarvan ik mijn gedichten steevast voorzie) en het vermengen van het anekdotische met het mythische (dat in sommige van mijn gedichten plaatsvindt) niet van mijzelf kunnen zijn maar van Gerlach. Hoeveel dichters zouden dan níét Gerlach-epigonen zijn?
Vooral het dédain dat uit zijn stukje spreekt, maakt mij duidelijk dat hij alles van Gerlach weet, niets van mij. Hij kan niet aannemen dat een ander (=ik) weliswaar in een bepaalde traditie (waartoe ook Gerlach behoort?) schrijft, maar geen enkele behoefte heeft aan kopieerkunst, omdat hij vertrouwt op en luistert naar zijn eigen ‘stem’. Dat de geïnteresseerde en geoefende lezer zelf oordele.
Nijmegen
Victor Vroomkoning