Levenloze verhalen
Nieuwe bundels van Wim Zaal en Christine Kraft
Verhalen van man tot man door Wim Zaal Uitgever: Goossens, 126 p., f 19,90
Een kwestie van formaat door Christine Kraft Uitgever: Contact, 106 p., f 22,50
Wim Vogel
Inspirerend is het niet, het lezen van achttien verhalen waarvan zestien slechte. Die laatste danken hun bestaan aan het feit dat ze nu eenmaal gedrukt zijn, maar ik vrees dat ze het daarmee moeten zullen doen. Echt tot leven komen ze nooit: ze lopen dood bij de laatste punt. Als het meezit worden ze ‘wel aardig’ genoemd, zit het tegen dan worden ze niet eens opgemerkt. In beide geval len gaat de lezer over tot de orde van de dag. Voor hem is er niets veranderd.
Vijfentwintig jaar geleden zouden de acht Verhalen van man tot man, het literaire debuut van Wim Zaal, heel wat heisa hebben gegeven. Homoseksualiteit was toen nog een probleem, daar moest je je serieus mee bezighouden en in ieder geval niet zo open en bloot over schrijven als Zaal zich nu veroorlooft. Maar, en dat is het tragische van dit debuut, die openheid is niet de verdienste van Zaal. Hij profiteert van wat anderen, onder heel wat moeilijker omstandigheden neem ik aan, mogelijk hebben gemaakt. En dus zit, denk ik, niemand te wachten op verhalen die de emancipatie van de homoseksuele man in grove lijnen weergeven. Vooral ook niet omdat stijl en plot weinig nieuws te bieden hebben. Is de ik-persoon in Een mondje buitenlands een van onschuld blozende roomse misdienaar die op vakantie in Engeland zijn eerste vriendje vindt, in Kom man, het laatste verhaal, is diezelfde jongeling vijfendertig jaar ouder en flink wat jongetjes, vrienden en mannen verder.
Zaals personen zijn weinig verrassend. De roomse prelaat met zijn dikke vingertjes kan inderdaad niet van de blonde Hollandse jongeman afblijven. De verlopen acteur in Je dankbare leerling is inderdaad een nicht die, wat dacht u, ‘akkebah’, ‘gekkie’ en ‘wij beidjes’ prevelt, en die kleine Noordafrikaanse jongens krijgen er ook nooit genoeg van. In al die verhalen blijft de ik-figuur aardig buiten schot, wat opmerkelijk is omdat er nogal wat driehoeksverhoudingen ontstaan die nooit voor iedereen gunstig verlopen.
Een uitzondering op dit alles is Kom man. Een Nederlandse homoseksueel zoekt in een miezerig park in Darmstadt vluchtig contact met Günter, een getrouwde homo én met Yashar, een Turk. Als later blijkt dat een kennis van Yashar Günter dreigt te chanteren door diens uitstapjes aan zijn vrouw te verraden, adviseert de ik Günter alles onmiddellijk zelf aan zijn vrouw te vertellen. De vrouw reageert anders, eindelijk!, dan de verteller suggereert. ‘Vanavond is ze meegegaan naar het stadspark: we komen hem tegen en ze zegt: “Ik ben de vrouw van die flikker hier en ik geef hem groot gelijk dat hij jou niet lust. Kom man.”’
Hier dus wel een verrassende ontknoping. Hier ook een aardige spiegeling met het tweede verhaal. Pasja, waarin beschreven wordt hoe een vriend uit angst wél kiest voor de grote leugen en ‘keurig’ trouwt. Tenslotte blijkt uit Kom man dat Zaal niet alleen jolig en ronkend maar ook zakelijk kan schrijven.
De verhalen die Christine Kraft bundelde in Een kwestie van formaat verschenen eerder in bladen als Margriet, Partner, Intermagazine en Opzij. Haar hoofdpersonen, deelt de uitgever mee, ‘zijn even uiteenlopend als de tien verhalen waarin ze optreden.’ Allemaal gegevens die veel los zand doen vermoeden en weinig samenhang. Dat klopt.