Gedicht
Je leven lang zitten op koffers
Je leven lang zitten op koffers van eigen huid
(dat is het goedkoopste namaakkarton);
hokken tussen je opgeklapte botten
(bijna van plastic, maar van mindere kwaliteit);
tijdelijk je intrek nemen in je hersenwindingen
(minder bewoonbaar dan tussenkamers);
al bijna weg uit de voorkamers van je hart
(elk willekeurig trappenhuis is ruimer);
op het punt van vertrek uit de pupil van je oog
(minder licht dan een keuken zonder raam);
in die ongemeubileerde kamers
mag je leven met een tijdelijke woonvergunning.
ook al word je nooit eigenaar van
je leven, die noodwoning.
STANISLAW BARAĆCZAK
Uit: Poolse poëzie 1826 (1976-1986), een bloemlezing van Poolse dichters, samengesteld door Gerard Rasch. Uitgeverij Perdu in samenwerking niet de Pools-Nederlandse Kulturele Vereniging, f 17,50.