Op de huid van het dagelijks leven
De vele werelden van Latijns-Amerika
De rokende spiegel Leven in Latijns-Amerika door Marlise Simons Uitgever: Meulenhoff, 263 p., f 35,50
Maarten Steenmeijer
In de inleiding van De rokende spiegel kijkt de journaliste Marlise Simons terug op vijftien jaar Latijns-Amerika. Sinds 1971, toen het nog niet vanzelfsprekend was dat elke grote krant een correspondent in Latijns-Amerika had, heeft ze het continent van zeer nabij leren kennen: door er te reizen, te wonen en te werken. Als een rode draad door deze terugblik loopt de confrontatie van haar eigen cultuur met die van het immense continent. De ontwikkeling die ze schetst is voorspelbaar: van ‘constant examen doen bij een vreemde commissie in thema's die je nooit bij de hand had gehad’ naar begrip, waardering en liefde. De woede om het straffeloze machtsmisbruik van de gezagdragers en de betrokkenheid bij en mededogen voor hun slachtoffers namen toe.
Dit persoonlijke opmaatje riep bij mij de prachtige Braziliaanse brieven van August Willemsen in herinnering: het emotionele, maar nooit onbeheerste verslag van de confrontatie van een Nederlander met een Latijnsamerikaanse cultuur die, hoe intens het contact ook wordt, altijd anders blijft voor hem.
Al snel werd duidelijk dat De rokende spiegel wezenlijk verschilt van Braziliaanse brieven. In de tientallen stukken die volgen heeft Marlise Simons zich namelijk achter de schermen teruggetrokken. Het is niet in de eerste plaats de confrontatie met andere culturen die ze in beeld brengt, maar die andere culturen zelf. De confrontatie is er wel, maar moet tussen de regels worden gezocht.
De rokende spiegel bevat niet minder dan zesenzestig stukken, zonder uitzondering bewerkingen van artikelen die de afgelopen vijftien jaar in NRC Handelsblad, The Washington Post en The New York Times verschenen. Simons heeft in deze periode veel meer voor deze kranten geschreven. Toch is het boek allesbehalve een willekeurige of gedateerde selectie, daarvoor is het te zorgvuldig gecomponeerd.
Simons heeft voor een thematische opzet gekozen. Uit de talrijke krantestukken maakte zij een selectie die een indringend beeld geeft van de verschijnselen die naar haar idee het dagelijks leven in Latijns-Amerika het sterkst bepalen: godsdienst, politiek en de wilde, voor het milieu rampzalige industrialisatie. De Amerikaanse journalistieke achtergrond van de auteur is een aangename verrassing: de stukken zijn zeer compact en laten zich toch altijd vlot lezen. Ze zijn zakelijk maar nooit saai of onpersoonlijk. Aan drie, vier bladzijden heeft de schrijfster voldoende om een van de vele werelden in Latijns-Amerika op te roepen, van ‘de nieuwe socialistische mens’ in Cuba tot de censor in Brazilië, van een initiatiefrijke krottenwijk in Haïti tot de ambitieuze ruimtevaartprojecten van Brazilië, van de stoïcijnse Indianen-gemeenschap tot de smakeloze high society, van de gemartelde tot de beul.