Koel, zakelijk, efficiënt
Len Deightons Berlijnse familie 1899-1945
Winter. A Berlin Family 1899-1945 door Len Deighton Uitgever: Hutchinson, 535 p., f 49,-
R. Ferdinandusse
Len Deighton weet razend veel van de jongste Duitse geschiedenis en van het Germaanse volkskarakter. Dat is terug te vinden in zijn spionageboeken. Zijn boeken over de Tweede Wereldoorlog zijn geprezen door historici. Uit de recente trilogie van Deighton, de wat lange maar heel aardige reeks Game, Set en Match, is duidelijk geworden dat hij ook wat met Berlijn heeft. En wat dus te vrezen viel is nu gebeurd; uit Deightons researchwoede is een roman ontstaan die de geschiedenis van Duitsland in deze eeuw samenbalt in 536 forse pagina's.
Het boek heet Winter en er ligt op het omslag ook een dood vogeltje in de sneeuw. Maar Winter is vooral een familienaam - de ondertitel luidt A Berlin Family 1899-1945. Len Deighton moet gedacht hebben: ik weet nu alles van Duitsland, ik heb nog wat losse eindjes uit mijn trilogie over, als ik dat nu eens allemaal onderbreng in een familiegeschiedenis dan sla ik alle vliegen in één klap morsdood. Op zichzelf een mooi idee, al is het niet nieuw. De tragiek van Winter is dat Deighton zo veel wist en dat ook wou laten zien.
Vader Winter is een zakenman die zijn geld belegt in zeppelins. Deighton kan dan zijn oorlogsverhalen kwijt, er zit een mooie luchtslag in aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, met een aangeschoten zeppelin. De oude Winter leeft in Berlijn met zijn Amerikaanse vrouw, familie van de Amerikaanse agent Rensselaer uit de trilogie, die rond de Tweede Wereldoorlog zijn werk komt doen en daarbij van de Winter-connectie gebruik maakt. De oude Winter heeft verder een joodse maîtresse in Wenen; en het boek begint met het moment dat Winter een stukje grond verwerft (na een heftige, intrigerende scène) op de Obersalsberg, waardoor hij - en zijn familie - buren worden van Hitler als die op zijn buiten is. Dat is dan nog maar het begin van de snelle, handige breisteken waarmee de plot is geweven.
Len Deighton
bert nienhuis
Uiteindelijk draait het om de twee zoons van Winter. De oudste is Peter, artistiek, getrouwd met een joodse vrouw, die uiteindelijk anti-nazi wordt en uitwijkt naar Amerika, in de oorlog nog even oversteekt en tenslotte terechtkomt bij het proces in Neurenberg. Daar eindigt ook, maar aan de verdachtenkant, zijn broer Pauli, geniaal jurist, en als zodanig een rijzende ster in het ongure gezelschap dat Hitler om zich heen verzameld heeft.
Simpeler kan het niet: broer wit en broer zwart, al zijn het natuurlijk complexe karakters. Deighton kleedt het aan met weer veel slim gekozen figuren, die er op hun beurt weer voor zorg dragen dat de Winters steeds daar zijn waar Hitler zijn volgende stap naar de macht zet. Zoals bij vele goede thrillerschrijvers zijn ook bij Deighton de schurken smakelijker en levendiger beschreven dan de goede burgers, en het boek begint dan ook met een uitspraak van James Jones dat de auteur niet verantwoordelijk is voor wat zijn personen te berde brengen.
Uiteraard is Pauli Winter geen harde nazi, hij is een juridisch vakman die zijn best voor Duitsland doet en toevallig snel kan denken. Hij adviseert Hitler na Hindenburg geen president te worden maar zich Führer van het rijk te noemen, want als president zou hij de eed op de grondwet moeten afleggen en dat zou zijn macht inperken. In 1939 barst Winter jr. van het werk omdat hij de euthanasiewetten zit te verfijnen: hoe exact te definiëren wat ongeneeslijk ziek genoemd mag worden. Maar hij is ook niet te beroerd zijn familie te helpen. Hij redt de vrouw van zijn broer van transport naar een kamp door haar op sluwe wijze te vervangen door de oude maîtresse van zijn vader. Al dat soort zaken flitsen voorbij, koel, zakelijk en efficiënt opgeschreven. Cabaret, toneel, zeppelins, de mode, de koffiehuizen en de cabarets, Deighton weet er alles van. Het is alsof hij de tv-serie al voor zich heeft gezien.
Het doet een beetje denken aan The Winds of War, van Herman Wouk, dat indertijd in achttien tv-afleveringen alle fronten van de Tweede Wereldoorlog liet zien, mét Hitler, Roosevelt en Churchill. Deighton haalt minstens twaalf afleveringen en heeft de Eerste Wereldoorlog én de Tweede Wereldoorlog, en alles wat daartussen ligt. Mooi, helder, in kleurig wit en zwart, en met de meest directe confrontatie: Peter en Paul, in hun jeugd onafscheidelijk, door het Duitse noodlot uiteengedreven en tenslotte in Neurenberg dramatisch verenigd. Er zijn pagina's en scènes waarin de meesterhand van Deighton direct valt te herkennen, en soms boeiende subplotjes. Voor de rest is het televisieseriejournalistiek, niet eens briljant. Een bult van research, een steenpuist op Deightons werk.
■