Onbenutte kansen
Wie denk je dat je bent? door Alice Munro Vertaling P. de Vos en J. Polderman Uitgever: Goossens, 221 p., f 14,50
Eric Gobbers
De vraag in de titel van Alice Munro's roman Wie denk je dat je bent? hebben de meesten onder ons wel eens te horen gekregen, meest waarschijnlijk in de kinder- of jeugdjaren. Ze wordt gesteld als je een zogenaamd arrogante houding aanneemt, die als een blijk van vermeende superioriteit wordt geïnterpreteerd en die onmiddellijk de kop moet worden ingedrukt. De vraag impliceert dat je niets meer of beters bent dan een ander en als je soms dacht dat dat wel het geval was, dan zal men je van dat waanidee eens vlug afhelpen. De steller van de vraag pleit dus eigenlijk voor ‘gewoonheid’ en tegen uit de band springen, tegen elke - al dan niet terechte - uiting van apart-heid, van speciaal-zijn.
In Munro's boek wordt de vraag door schooljuf Hattie gesteld aan het hoofdpersonage Rose, nadat deze in plaats van een gedicht eerst netjes van het bord over te schrijven het maar meteen uit het hoofd had geleerd. ‘Je moet niet denken dat je beter bent dan een ander alleen omdat je gedichten kunt leren. Wie denk je wel dat je bent?’ zegt juf Hattie en meent dat ze Rose daarmee een levensles bijbrengt. Vele anderen zijn het ermee eens dat Rose een dergelijke les nodig had en misschien heeft Rose uiteindelijk toch te veel met hun oordeel rekening gehouden. Want wat is haar leven anders geweest dan een mislukking? Had ze een krachtig antwoord kunnen geven op de vraag uit de titel en naar dat antwoord kunnen leven, dan had ze een interessanter leven geleid.
Waarschijnlijk had het boek dan boeiender lectuur opgeleverd. Het blijft te veel steken in uiterlijkheden, nauwkeurige beschrijvingen van het milieu en de mensen tussen wie Rose opgroeide, lange uitweidingen over jeugdherinneringen, enzovoort, maar nergens priemt Munro door dat oppervlak naar meer essentiële zaken. Wat vormt het wezen van het personage Rose, rond wie toch het hele boek draait? Wat zijn haar verwachtingen, wat doet haar kiezen voor het beroep van actrice, waarom heeft ze nooit met iemand een relatie gehad die de moeite waard genoemd kan worden? Op het einde van het boek ken je Rose evenmin als in het begin. Je raakt als lezer niet in het personage geïnteresseerd, zodat je na de lectuur van deze roman het gevoel hebt dat je het boek net zo goed niet gelezen had kunnen hebben.
Aanvankelijk doen zowel het personage als de voorstelling ervan een beetje denken aan de meisjes van Edna O'Brien, met hun ongelooflijke naïveteit en onschuldige bereidheid om hun lot door anderen te laten bepalen. Maar bij O'Brien maken de personages een proces door, zij veranderen. Rose ontwikkelt haar capaciteiten niet en zo blijft het een boek over een banaal, eng bestaan dat je met een ontevreden gevoel achterlaat, omdat je vermoedt dat mogelijkheden onbenut gelaten werden.
■