Italiaanse mannen
Zelf doet ze er ook aardig aan mee, zozeer zelfs dat een Nederlandse criticus over haar Dagboek van een vrouw geïrriteerd schreef dat ‘alle personen maar door één ding beheerst worden: door een niet te stillen honger naar sex in alle mogelijke en onmogelijke vormen’. Het verwijt komt haar niet vreemd voor, het is al zo oud als de wereld want vrouwen mogen immers niet ondubbelzinnig over seks schrijven. ‘Voor mij,’ reageert ze uitdagend en beslist, ‘is erotiek een van de motoren in het leven. Natuurlijk zit het in ieder mens, maar soms is het diep verborgen. Zonde. Het is een drijfkracht, iets wat je doet leven en dingen doet ondernemen. Eros heeft niet alleen te maken met seksualiteit maar het is veel algemener: het is energie. Liefde is anders, en ook mooi want in liefde worden mannen soms fantastisch. Als ze van iemand houden, kunnen ze zelfs van privileges afzien. Maar ja, liefde duurt nooit zo lang.’ Ze kan smakelijk vertellen over de Italiaanse mannen die, volgens haar, op een paar uitzonderingen na nog steeds heel traditioneel zijn. ‘Ze moeten het met alle vrouwen proberen, dat is gewoonte. Zelfs als hij verliefd is op een prachtig iemand probeert hij het toch nog met elke vrouw aan te leggen die hij ontmoet. Ik zeg soms bij mezelf: hoe is het in godsnaam mogelijk dat nog steeds zoveel vrouwen dat accepteren? Natuurlijk is het vaak de opvoeding, ze geloven niet in zichzelf. Daarom had Giovanna in Dagboek van een vrouw ook zoveel tijd nodig om te beseffen dat ze gewoon “nee” kon zeggen. Men moet eerst alles meemaken voordat je weet dat je kunt weigeren.’
Dacia Maraini
bert nienhuis
Het stempel van feministisch schrijfster wil ze niet opgelegd krijgen, hoewel in al haar romans vrouwen de hoofdrol spelen en vanuit een vrouwelijke optiek geschreven zijn. Maar ideologie hoort niet thuis in de roman, doceert ze streng. Ze gelooft in problemen, niet in ideologie. Als je schrijft moet je je handen vrij hebben en niet gehinderd worden door dogma's want je weet nooit waarheen je verhaal je brengt. Het is een duik in het onbekende. Geldt dat eigenlijk ook voor film en theater, de genres die ze ook zo voortreffelijk beheerst?
Maraini: ‘Er zijn meer overeenkomsten tussen het schrijven van een roman en een filmscenario dan tussen de roman en het toneel. Die laatste twee zijn totaal verschillend. Roman en film hebben te maken met de duur, het voortgaan in de tijd. Er is iets wat van het begin tot het eind gaat. Er is een passage van het verleden naar de toekomst. Terwijl theater iets is wat vastzit in het heden. Alles moet opgesloten worden in het heden. Theater is stilering van tijd. Ook de structuur ervan is heel rigide want alles moet via de dialoog gebeuren. In de roman is het vloeiender, het is als een rivier die stroomt. De tijd gaat voorbij en je moet nadenken over de verandering in je personages terwijl je schrijft. Dat is totaal niet het geval bij toneel. Dus is het voor een romanschrijver gemakkelijker om scenario's te schrijven dan toneelscripts. Soms voel ik van een personage of die een romanstructuur nodig heeft of een toneelstructuur. Zo worden ze kennelijk geboren.’ Dat was dan het geval met het stuk Dialoog van een prostituée met een van haar klanten dat ook in Nederland opgevoerd is. Want lang nadat ze het geschreven had, kwam ze bij toeval op de Wallen terecht en zag daar, toch geshockeerd, één grote toneelopvoering: ‘De vrouw komt binnen, gaat pontificaal zitten en dan opeens, als er een klant is, verdwijnt ze achter het gordijn en laat een lege stoel achter. Dat is compleet theater. En aan de andere kant heb je al die kijkers die voorbijschuifelen. Dat was wat me trof. Ik was niet geschokt door de prostitutie zelf maar door de openlijke voorstelling ervan.’
Het kwam ook overeen met haar opvatting dat er tussen de vrouw en de wereld altijd een raam is, wat de vrouw, ongewild, tot voyeur maakt. Het is een onderwerp waarover ook Moravia zo zijn ideeën had, maar Maraini wil het in eerste instantie niet verbinden met seks. Voyeurisme is, in haar woorden, gewoon kijken naar iets achter iets vandaan. ‘Eeuwenlang heeft de vrouw al door het raam gegluurd, want ze zat immers binnen opgesloten. Mannen gaan de straat op en kijken direct. Maar voor haar staat een scherm. Kijk naar Emily Dickinson, die zich welbewust opsloot. Het was emblematisch voor wat vrouwen doen, altijd staan ze achter het raam. Wat Dickinson, die ik een van de beste dichters van de wereld vind, deed was niet toevallig. Ze deed het omdat ze tot de vrouwenwereld behoorde en de vrouwenwereld is een afgeschermde wereld. De ervaring afgesloten zijn, opgesloten zijn, behoort tot het domein van vrouwen. Dat is een historisch feit. En voordat we dat collectieve verleden te boven zijn, zal het nog lange tijd duren.’ Ze zegt het berustend, maar niet gevoegzaam. Een strijdlustige dame.
■