Tariq Ali
Vervolg van pagina 1
tiek, is de studentenbeweging zélf. Dat is eigenlijk nogal vreemd voor een boek dat op de golven van die beweging ontstaan is. Alsof het z'n eigen grondslag niet kent of ontkent. Strijdpunten als studiefinanciering, studentenhuisvesting of de kritiek op de inhoud van de studie, onmiskenbare drijfveren achter het studentenprotest uit de jaren zestig, komen bij Tariq Ali hooguit zijdelings ter sprake. Z'n Oxfordverleden? De in vergelijking met Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Nederland en België relatief gunstige Britse hoger-onderwijspolitiek, die al grote nieuwe universiteiten bouwde terwijl de rest van Europa nog uit de collegezalen barstte? Toch had ook Engeland zijn Radical Student Alliance, zijn omvangrijke bezettingen van de London School of Economics. Ali schrijft er wel over, maar ‘the-student-as-such’ heeft niet zijn primaire belangstelling.
Storende spelfout: de in de zomer van 1967 in West-Berlijn doodgeschoten student Benno Ohnesorg wordt in de tekst met grote hardnekkigheid, tot in de index, Benne Ohnesborg genoemd. Dat valt de corrector niet te verwijten. Ernstiger is de aantijging aan het adres van de Franse Communistische Partij (pag. 201), die in 1968 Daniël Cohn-Bendit een ‘Duitse jood’ genoemd zou hebben, althans volgens Tariq Ali. In mijn eigen herinnering lag dat een forse nuance anders. Ik heb het maar even getoetst door Cohn-Bendit in Frankfurt te bellen. ‘Duitse anarchist’, had de PCF destijd gezegd. Ook niet zo fris, die kwalificatie onder de omstandigheden van toen, maar juist in dergelijke details van geschiedschrijving moet zorgvuldig met de waarheid worden omgegaan.
Mijn notities over Street Fighting Years nog eens herlezend krijg ik de indruk een te negatief oordeel over het boek te wekken. Niet juist. De beschrijving van de gruwelijke dood van Tariq Ali's vriend en strijdmakker Clive Goodwin in Los Angeles (bezig met het script van de film Reds, in T-shirt en spijkerbroek, voor dat werk in Beverley Wilthire, een peperduur appartementenblok, om een producer te bezoeken, wordt onwel, sleept zich een toilet in, management van het woonblok meent met een dronken lor te maken te hebben, de Beverley Hill Cops ook, Clive de cel in, sterft daar aan een hersenbloeding), dat verhaal alleen al maakt Tariq Ali's boek over de jaren zestig tot een uniek en ontroerend document.
Clive Goodwins dood: de zorgzame samenleving van de jaren tachtig? Een yuppie-pak als voorwaarde voor een ambulance?
■