Pockets
One is a wanderer is de titel van een bloemlezing uit de verhalen van Francis King, de ‘bestselling author’ van de mysterieuze roman Act of darkness (Penguin, 315 p., f 22,95). One is a wanderer bevat 21 stukken, subtiele verhalen waarin de personages soms wanhopig pogingen doen contact met elkaar tot stand te brengen. In het prachtige ‘The Festival of the Dead’ slagen die pogingen niet: een Engelse lerares ziet zich ondanks lang verblijf in Japan en behoorlijke kennis van zeden en gebruiken gedwongen de geest van de Japanse man als een onneembaar bolwerk te beschouwen.
James Clavells roman Whirlwind werd al vrij spoedig uitgeroepen tot ‘new international bestseller’, zijn romans Shogun en Noble House waren dat eerder al geweest (Avon, f 19,75). Whirlwind beschrijft in niet minder dan 1270 pagina's de Iraanse revolutie in de dagen tussen 9 februari en 4 maart 1979. Clavell volgt de gebeurtenissen van uur tot uur, op verschillende plaatsen in het land. De titel van het boek is de naam van het ontsnappingsplan van een groep ‘westerse imperialisten’, het verhaal van hun vertrek uit Iran en de voorbereiding ervan is zo mogelijk nog meeslepender dan de rest van Whirlwind.
Een andere ontsnapping vinden we in Spirit of Survival van Gail Sheehy (Bantam, 407 p., f 28, -). Sheehy zag in een vluchtelingenkamp de kleine Cambodjaanse Phat Mohm, wier hele familie door de Rode Khmer was uitgeroeid en die op tienjarige leeftijd dwars door de jungle naar Thailand was gevlucht. Haar belevenissen, hoe Sheehy erin slaagde haar te adopteren en de nasleep van alle traumatische ervaringen leverden een aangrijpend verhaal op. Sheehy vraagt in haar laatste hoofdstuk een Cambodjaanse leraar of hij gelooft dat de kinderen die het bloedige Khmer-regime hebben beleefd ooit weer in staat zijn tot een normaal leven. ‘Geen enkel probleem,’ zegt de man, ‘niet voor het verstand. Het enige probleem is het hart.’
Een ‘number one bestseller’ is Backloth van acteur/auteur Dirk Bogarde, het vierde deel in zijn reeks autobiografische geschriften (Penguin, 313 p., f 20,75). Bogarde vertelt zeer aardige anekdotes. Bijvoorbeeld over hoe de film Paris, Texas in Cannes de Gouden Palm kreeg. De keuze van de jury, waar Bogarde deel van uitmaakt, veroorzaakt grote consternatie. ‘What about American films?’ Zijn die niet goed genoeg? Bogardes eerste ontmoeting met Glenda Jackson betekende voor hem een ‘wonderbaarlijke, onmiddellijke aansluiting’.
Margaret Truman schreef een biografie over haar moeder Bess W. Truman (Jove Books, 512 p., f 17,85). Het boek geeft een beeld van het politieke klimaat tijdens en voor Harry S. Trumans presidentschap en bevat schitterende verhalen. Zou mevrouw Truman haar zoon aanmoedigen president van de VS te worden, vroeg een journalist haar vlak nadat haar man als zodanig was beëdigd. ‘Nee,’ luidde het antwoord beslist.
Robert Lacey's fascinerende biografie Ford. The Men and the Machine verscheen als pocket (Ballantine books, 812 p., f 22,75). Het is een meesterlijk boek, met veel onthullingen over de bruutheid waarmee een van Amerika's grootste ondernemingen werd bestuurd. Lacey baseert zich op zeer veel research en schrijft zeer leesbaar, of het nu om technische zaken handelt of om de verhoudingen onderling in de Forddynastie. Met uitgebreid register. Pulitzer-prize-winnaar David Halberstam schreef The Reckoning, een imposant boek over een recente episode uit de geschiedenis van het Ford-concern: de strijd met de Japanse concurrent Nissan, een strijd die verder gaat dan bedrijfsgeschiedenis (Avon, f 21,45). De hegemonie van Amerika in de wereldeconomie hangt er nauw mee samen. Het heeft er alle schijn van, zo concludeert Halberstam na 745 pagina's, dat de Amerikaanse bevolking zich moet voorbereiden op een periode van iets minder grote welvaart.
Merkwaardig actueel is ‘superselling author’ Paul Erdmans The panic of '89(Sphere, 308 p., f 17,80). Erdmans beschrijving van een ‘compleet fictionele’ beurskrach lijkt verrassend van toepassing op de recente financiële crisis: heeft hij die zien aankomen? Of het optimisme dat Erdman aan de dag legt over Amerika's mogelijkheden de financiële crisis te bedwingen gerechtvaardigd is, moeten we nog maar afwachten. Paul Theroux blikt in zijn ‘national bestseller’ O-zone verder vooruit, naar het Amerika van de eenentwintigste eeuw (Ivy books, 535 p., f 19,75). Erg optimistisch is Theroux' toekomstbeeld bepaald niet. Grote delen van Amerika zijn verboden gebied, vol nucleair afval, mutanten en aliens. In dit levensgevaarlijke gebied gaat hoofdpersoon Hooper Albright op zoek naarde enige vrouw van wie hij ooit heeft gehouden. Je hoeft geen liefhebber van science-fiction te zijn om Theroux' beschrijving van een volkomen ontregelde en geïnfiltreerde samenleving ademloos te lezen.
Mayflower Madam is de titel van de herinneringen van de directrice van een van de beroemdste escortservices ter wereld: Sydney Biddle Barrows, volgens eigen zeggen een afstammeling van een der opvarenden van de Mayflower (Ivy, 367 p., f 19,75). Samen met William Novak stelde ze haar belevenissen te boek. Over opkomst en ondergang van een publieke organisatie. Biddle Barrows telde vele vooraanstaande burgers onder haar klanten; onberispelijke hygiëne en discretie waren haar wapenspreuk. Helaas zag de overheid aanleiding deze als een bedrijf geleide onderneming te sluiten. De arrestatie van Biddle Barrows vormt het slotstuk van het boek. In de epiloog vraagt ze zich af of ze met haar bedrijf haar puriteinse voorouders ontrouw is geweest. Toch niet: die voorouders waren ook al ‘gepassioneerde voorvechters van vrijheid’.
Tenslotte: Patrick Süskinds Perfume verscheen als Penguin-pocket (263 p., f 14,90). Deze klassieke roman over de heerschappij van de reuk mag werkelijk niemand missen. Hoe kom je aan ‘jongemaagdenparfum’? Er zit niets anders op dan wat meisjes te vermoorden. Dit lijkt Jean Baptiste Grenouille duur te komen te staan. Hij vecht zich echter naar de vrijheid met een parfum. De menselijke neus is zwak, de geur een krachtig wapen.
ATTE JONGSTRA