Verwachtingsvolle leegte
‘Hij was veertig, hij had een volwassen dochter en een vrouw bij wie hij al zou zijn weggegaan als hij zich een voorstelling had kunnen maken van een ander leven dat meer zin zou hebben, hij was een veelgelezen journalist en een aanzienlijk minder gelezen maar in kleine kring gewaardeerd dichter, al had hij in geen jaar een gedicht geschreven. Maar de leegte in hem waar zijn gedichten in ontstaan waren, was niet weg, die had hij opengehouden (...).’ Zo overziet de veertigjarige schrijver Erik Leeman zijn leven, in Willem van Tooms verhaal Een dichteres van Malta. Leeman komt in verschillende romans en verhalen van Van Toorn voor; zijn leven vertoont opvallende overeenkomsten met dat van zijn geestelijke vader.
In Een dichteres van Malta neemt hij deel aan een dichterscongres dat gehouden wordt in een niet met name genoemd socialistisch land. Hij voelt zich daar aanvankelijk, in de voor hem ongebruikelijke rol van dichter, prettig alleen. Hij heeft vakantie van zichzelf; onder zijn dichterlijke pseudoniem Sebastiaan Terts kan hij zich veilig overgeven aan ‘een milde depersonalisatie’.
Deze verwachtingsvolle leegte vraagt er om gevuld te worden. Diep in zijn hart lijkt Leeman ook wel te weten hoe dat zou moeten: ‘Het leek op de stemming voordat hij aan een gedicht kon beginnen: een vrijzwevende verliefdheid op zoek naar een object.’ Dat object dient zich, temidden van Noorse, Schotse, Engelse, Finse, Russische, Deense, Italiaanse, Afrikaanse, Belgische en Chinese collega's al snel aan: een dichteres van Malta. Tussen Leeman en de tien jaar jongere Mara Ghonella bloeit een wederzijdse verliefdheid op, die echter haar beperkingen kent. Mara is lesbisch.
Van Toorn doet subtiel en geestig verslag van deze onmogelijke liefde die zich moet zien te ontwikkelen temidden van poëzie en politiek: in de vrije schoolreisjessfeer van een internationaal dichterscongres en in het onvrije decor van een socialistische staat. Een eerdere versie van Een dichteres van Malta verscheen vorig jaar in het Nieuw Wereldtijdschrift. De gewijzigde tekst (48 pag.) werd door Hein Elferink met de hand gezet en gedrukt, in een oplage van honderd exemplaren. Dat dit karwei driekwart jaar in beslag nam is niet verwonderlijk. Er zijn twee versies leverbaar: gebonden in halfleer, voorzien van een illustratie door Frans de Jong (f 195, -) en gebrocheerd, in een grijs stofomslag (f 50, -). Te bestellen door het betreffende bedrag over te maken op giro 3851945 t.n.v. H.B.S. Elferink, Langstraat 61, 8131 BB Wijhe.
GM