Ze hebben weer allemaal een poes
Nieuws van het front der lesbische letteren
Paso doble door Megchel J. Doewina Uitgever: Furie, 232 p., f 27, -
De Borsten van Mevrouw Lozinski en Andere Verhalen door Ineke van Mourik, Renate Dorrestein, Ingeborg Oderwald, Astrid Roemer, Hannes Meinkema, Mirjam Boelsums, Doeschka Meijsing, Coco Snoek, Megchel J. Doewina Uitgever: Furie, 139 p., f 24,50
Zwerftocht door de het door Monique Wittig Vertaald uit het Frans door Rosa Pollé Uitgever: Furie, 125 p., f 25,-
Liesbeth Koenen
‘Wat een modern boek,’ dacht ik aldoor bij het lezen van Megchel Doewina's Paso Doble. Dat kwam denk ik vooral door de toon: het boek is geschreven in de afstandelijke, maar beslist geestige verteltrant die hevig bij de jaren tachtig schijnt te horen. De gepassioneerdste passies en de verschrikkelijkste gebeurtenissen - het verhaal zit er vol mee - hebben nog een ironisch tintje meegekregen. En laat ik het maar meteen zeggen: mij bevalt dat wel.
Maar ook de entourage waarin een en ander zich afspeelt, doet ‘modern’ aan. Paso Doble (dat is een dans) gaat over een lesbische liefde, al is dat eerder een bijkomstigheid dan het eigenlijke onderwerp van het boek. Twee Nijmeegse dames, een filosofe die aan de universiteit werkt en een ‘ex-assistente van een hoogleraar in zure regen’ ontmoeten elkaar bij een voetbalwedstrijd van NEC. Vanaf het allereerste moment steggelen ze er lustig en met veel vaart op los, en vanaf datzelfde moment vallen ze voor elkaar. Een bijzonder gelukkige toevalstreffer. Lijkt het.
De plot vertoont trekjes van een detective. Er is de duistere dood in donker Afrika van het zusje van Carolien (de ex-assistente), er zijn de versprekingen, het flauwvallen en de drankzucht van Annelot (de filosofe) en er zijn allerlei aangevers die soms te veel het karakter van weggevers hebben. Dat is mijn belangrijkste kritiek op het boek: de intrige zit wel mooi in elkaar, maar je voelt de clou al vrij snel aankomen. Te snel. Ik zal hier dan verder ook niets meer van het verloop der gebeurtenissen verklappen.
Wel wil ik onthullen dat de voorspelbaarheid nog niet wegneemt dat Paso Doble tot het eind toe spannend is om te lezen. Meghel Doewina kan schrijven en gebruikt een ratjetoe aan ingrediënten om onze aandacht erbij te houden. Het boek heeft de vorm van een verslag: Carolien vertelt wat haar overkomen is. Ze geeft doorlopend commentaar op wat er gebeurt, op zichzelf, op de wereld. Regelmatig spreekt ze daarbij de lezer rechtstreeks aan. Tijdens een zware en nogal oeverloze discussie tussen haar en Annelot bijvoorbeeld. Net op het moment dat ik de neiging kreeg eens een bladzij of wat over te slaan, raadt deze nogal gehaaide dame haar lezers aan om dat inderdaad te doen, wat natuurlijk een averechts effect heeft. Dat is knap.
De dialogen in Paso Doble doen soms aan Marijke Höweler denken, het tijdsbeeld dat geschetst wordt brengt hier en daar A.F.Th. van der Heijden in herinnering. Ook Reves motto dat een enorm cliché op zijn tijd het uitstekend doet in een verhaal, blijkt weer eens een waarheid als een koe. Frasen als: ‘Vooruit dan maar, even erdoorheen’, ‘...zij hadden het ook niet gemakkelijk’ en ‘Ja, ik kan soms rake dingen zeggen’, zijn op iedere tweede bladzijde te vinden. Ze passen uitstekend in de praatstijl van het boek. De tegenhangster van Reves Geheime Deel is bij Doewina trouwens een ‘zwengelend klokje’, zoals blijkt uit een mooi beschreven, maar door bumsende buren (‘Albèèèr, tue das nicht, nimm deine Hände weg.’) lichtelijk verstoorde vrijscène. Zo blijft zelfs deze hartstochtelijke passage luchtig.
Megchel J. Doewina
Maar af en toe wordt de lolligheid iets te veel van het goede. Tegen het eind van het boek begon ik het eerlijk gezegd vermoeiend te vinden. Bijvoorbeeld: twee vrouwen liggen in een bed vol ongedierte. Daar krijgen we deze tekst bij geleverd: ‘Waar ze vandaan kwamen, weet ik niet, maar tegen die tijd hadden we al weer ettelijke nieuwe beestjes met de vingers vanaf het laken de kamer ingeschoten. Zij gedachteloos, ik nogal fanatiek. Mag nou eenmaal graag beestjes wegschieten. Zelf vonden ze het blijkbaar ook wel leuk, want ze kwamen steeds weer terug.’ Dat is niet meer geestig, dat is melig. Wel illustreert dit citaat tevens de vaart waarmee het complete verhaal geschreven is. Alles bij elkaar een veelbelovend debuut, heet dat in recensies.