Pocket
Helene Moszkiewiez was negentien toen haar geboortestad Brussel werd bezet door nazi-Duitsland. Ze drong zich als edelgermaanse Olga in bij het Gestapo-hoofdkwartier, van waaruit ze medejoden waarschuwde die op het punt stonden te worden weggevoerd, mensen naar Zwitserland in veiligheid bracht, wapens smokkelde en geallieerde vliegers verborg. Zelfs schoot ze een Gestapo-officier dood, die dreigde haar geheime missie te verraden. In het voorwoord verklaart Moszkiewiez, die in Canada onder een nieuwe naam leeft, nadrukkelijk dat ze instaat voor de heldhaftige feiten van haar verhaal. Over de herinneringen die ze na veertig jaar ophaalde in Inside the Gestapo; A Jewish Woman's Secret War, schreef Jan Meyers in zijn bespreking in de Boekenbijlage van 22 november 1986 dat Helenes wel zeer grote doortastendheid en de kennelijk woordelijk herinnerde dialogen hem deden twijfelen aan de betrouwbaarheid: ‘Ik kan haar niet van minder verdenken dan dat zij het te mooi heeft willen maken. Met dat teveel doet zij haar werkelijkheid tekort.’ (Dell Book, 203 p., f 22,95.)