Steeds angst, iedere maand weer
Hoe ‘leuk’ het was in die grote gezinnen
Zodoende was de vrouw maar een mens om kinderen te krijgen samengesteld door Marga Kerklaan Uitgever: Ambo, 190 p., f 29,50
Tessel Pollmann
Wie uit een groot gezin komt, zal me gelijk geven: het neo-romantische gekir over de vreugde van het grote gezin is onverdraaglijk.
Maar wij, kinderen uit grote gezinnen, zijn nogal brave kinderen. Dat moet ook wel, want anders houdt moeder de boel niet bij elkaar. Kinderen uit grote gezinnen zijn dan ook vaak bevangen door schuldig mededogen: ze weten dat het niet leuk was, maar ze weten ook van het wasbord, de uitverkoop, de piepers jassen, 's nachts om één uur nog gebogen zitten over een nieuw jurkje dat af moet voor de verjaardag van de zesde, alweer een bevalling en de niet-aflatende stroom luiers van de baby en het katoenen maandverband van de oudsten. Was, was, was, het bad vol, iedere maandag. Het spoelwater ijzig.
Daarom zeggen veel kinderen uit grote gezinnen maar niet zoveel als iedereen kirt over hoe leuk het was. Vertellen dat het niet leuk was, betekent de ontmaskering van een mythe: het was arm, maar gezellig. We hadden het zuur, maar waren tevreden. Het was druk, maar het kón. Het huis was te klein, maar: zoete inval. Laat die mythe nog maar even voortbestaan. De moeders hebben er recht op.
De moeders zijn, met de dorpskapelaan die de ideologie van het grote gezin uitstraalde, de grote verspreiders van die mythe. Konden ze anders? Nee, natuurlijk. Ze wisten dat het zo hoorde te zijn, dus was het zo. Natuurlijk was het ook zo, in de gezinnen met bevoorrechte ouders die een natuurtalent hadden voor opvoeden, met geld konden toveren, altruïstisch waren en een goed huwelijk hadden. Dan vraag je me wat! Moeders die dat allemaal in huis hadden, zijn in de meerderheid van de briefschrijfsters die op verzoek van Marga Kerklaan hun levensgeschiedenis opschreven voor een KRO-programma. De respons op de oproep was veel groter dan Marga Kerklaan had gedacht: driehonderd brieven kwamen er binnen. Die driehonderd brieven heeft ze, soms wat krakkemikkig, ingedeeld in verschillende categorieën en ze heeft er veel uit geciteerd. Het boek dat er het resultaat van is, is een goudmijn voor iedereen die meer wil weten van de geschiedenis van het gezin in Nederland en met name over het normatieve grote gezin. Want de brieven, ik schreef het al, zijn merendeels van moeders die geslaagd zijn in hun (gedwongen) onderneming.