Gedicht
De steppe
en ik sta in een steppe, een onafzienbare steppe,
maar ik weet dat het een tuin is
met een heester, een paar viooltjes, een merel
en dat de avond een druppel is,
die van de emmer of die van de gloeiende plaat,
het doet er niet toe, die van de eindeloze regen!
omringd door buren en heggen,
maar ik weet dat het een steppe is,
een onafzienbare steppe, er gonst een mug!
uit: Mijn winter. Querido, 48 p., f 25,-