Thrillers
Very Cold for May van William McGivern (Penguin, f 22,80) is een herdruk in de Penguin Classic Crime-reeks van een boek dat oorspronkelijk in 1950 verscheen. De titel is een woordspeling, het gaat namelijk om de moord op een vrouw die May heet, maar geeft tegelijk in zijn letterlijke betekenis de sfeer van het verhaal aan. De hoofdpersoon, die werkzaam is bij een public relations-firma, voelt zich niet erg behaaglijk. Hij is een ex-journalist die een afkeer van zijn baan begint te krijgen, waarin hij keer op keer van zwart wit moet proberen te maken of tenminste grijs. Dit keer moet hij het imago van een industrieel opvijzelen die voor een onderzoekscommissie moet verschijnen omdat hij van sjoemelen met oorlogsopdrachten wordt verdacht. De hele zaak is aan het rollen gebracht door de society-vrouw uit de titel die een dagboek over de oorlogsperiode bijhield en alles weet van oorlogswinsten en ander onoirbaar gedrag. Zoals in veel verhalen uit die periode wordt er door iedereen onnoemelijk veel gerookt en gedronken en zit er een aantrekkelijke morele ondertoon in. Net als Hammett hield McGivern niet van mooischrijven maar wel van actie. Bij elkaar geeft het een aardig Amerikaans tijdsbeeld. Klassiek, maar geen echte klassieker.
Het misdaadgenre is dankbaar terrein voor de beginnende schrijver die wel wat te vertellen heeft maar niet goed weet hoe. De traditionele verhaalstructuur met een begin, een midden en een eind en de noodzaak het tempo erin te houden en naar een climax toe te werken biedt steun in die gevallen. The Episode van Richard Pollak (Signet, f 15,65) is een goed voorbeeld. De auteur wil eigenlijk een verhaal over epilepsie kwijt, maar verpakt dit handig in een thriller die over de schurkenstreken van onroerend-goedhandelaren moet gaan en maakt er ook nog een klein liefdesdrama van. Dat de intrige mager is en het eind een beetje tegenvalt en dat de hoofdpersoon, die journalist bij een progressief tijdschrift is, wel erg veel in de wachtkamer van de neuroloog verblijft en aan het EEG-apparaat vastzit, doet er niet zo veel toe omdat er in ieder geval flink vaart in het verhaal zit. Neem op tijd je pilletjes in, is de boodschap van het boek, en let goed op van wie je een flat huurt.
Hardcover van Wayne Warga (Penguin, f 17,50) lijkt qua opzet sprekend op The Episode. Ook hier gaat het om een schrijver die eigenlijk meer te vertellen heeft over de handel in sjieke tweedehandsboeken, namelijk eerste drukken en dan liefst nog gesigneerd en door de auteur van een opdracht voorzien, dan dat er sprake is van een echte intrige. Ook in dit boek komt er een mooie verhouding tot bloei met een leuke, intelligente vrouw die ook in het boekenvak zit. Het verhaal speelt in Californië en dat betekent een ontspannener toon dan in The Episode, dat in New York is gesitueerd. Warga had misschien beter een huis-tuin-en-keukenintrige kunnen verzinnen, maar besloot om het over internationaal terrorisme te hebben. Dat verrast je als lezer als je eerst uitvoerig over de marges tussen in- en verkoop van eerste drukken bent geïnformeerd. Als extraatje biedt Warga nog een stukje Londen aan, waar ook veel boekenantiquariaten zijn te vinden. Het leest allemaal niet onprettig en als je wilt weten hoe je van een hobby je werk kunt maken, heb je een goed boek in handen, maar Warga had zich daar dan toe moeten beperken.
James Follet heeft op het eerste gezicht geen last van persoonlijke ervaringen die hij graag in boekvorm kwijt wil. Swift (Methuen, f 14,90) is een degelijk in elkaar gestoken avonturenroman met een zeer onwaarschijnlijk verhaal. Follett, van wie niet wordt verteld of hij misschien verwant is aan de bestsellerschrijver Ken Follett, heeft een miljonair verzonnen die rijk is geworden aan een serie bordelen die hij als motels heeft opgezet, maar die ongelukkig is omdat hij niet door de maffia als serieuze gangster wordt geaccepteerd. Als de mogelijkheid zich voordoet in een satelliet in te breken die het internationale betalingsverkeer regelt (volgens het SWIFT-systeem uit de titel) ziet hij zijn kans voor een meesterslag. Het wachten was dan nog op een KGB-agent met dekmantel van een TASS-correspondentschap in Londen die dol is op het luxe leven in het Westen. Met Russische technologie, Amerikaanse dollars en veel know-how van de querulant die het systeem ontwierp, een Belgische uitvinder met de onwaarschijnlijke naam ‘Hans Crick’ (terwijl toch iedereen weet dat hij of Zonnebloem of Barrabas had moeten heten als hij uit België kwam en een genie was), lijkt het meesterplan toch te gaan lukken. Gelukkig voor het Vrije Westen zijn er ook twee vrouwen in het spel die de Marga en Willy-rol mogen vervullen als in het leukste Kapitein Rob-verhaal. Het is zo een lekker spannend en duidelijk verzonnen verhaal geworden waarvoor je niet hoeft te hebben gestudeerd om het te kunnen volgen en waarin minder vulsel zit dan in de boeken van Robert Ludlum. Het plan lukt nog bijna ook.
Better off dead van Mary McMullen is een aardig niemandalletje dat in het Amerikaanse kunstwereldje speelt (JOVE, f 11,75). Een schilder in de stijl van Rothko en De Kooning sluit met zijn handelaar een pact om zogenaamd bij een storm te verdrinken en zo de prijzen van zijn doeken omhoog te krijgen. Dat moet mislopen, dat snapt iedereen. McMullen heeft haar best gedaan om zowel de opzet als de mislukking zo plausibel mogelijk te verzinnen, en dat lukt redelijk, vooral omdat ze het verhaal iedere keer vanuit het gezichtspunt van een ander personage laat vertellen en er niet voor schroomt naar believen en noodzaak snel een nieuw personage te introduceren. Een gezellig boekje voor een griepje.
THEO CAPEL