Op zoek naar een denkbeeldig Afrika
Het vijfde deel van de autobiografie van Maya Angelou
All God's Children Need Travelling Shoes door Maya Angelou Uitgever: Virago, 208 p., f 22,80
Louise Fresco
Vlak voor het einde van haar verblijf in Ghana laat Maya Angelou zich door een kennis overhalen om het stadje Keta te bezoeken. Op de weg erheen zit ze in de auto te dommelen tot ze plotseling wakker schrikt en voor zich een brug ziet. Ze raakt in paniek en weigert de brug per auto over te steken, hoewel die er solide uitziet. Als ze te voet veilig de andere kant bereikt, vertelt haar gastheer haar dat deze brug in vroeger tijden berucht was en dat veel mensen hun leven verloren telkens als de brug door een vloed weggespoeld werd. Het is voor Angelou een merkwaardige ervaring, want ze is nog nooit in het gebied geweest en kent het verhaal niet. De gedachte wordt niet uitgesproken, maar ze suggereert dat haar onverklaarbare angst iets te maken heeft met een collectief bewustzijn. Misschien werden haar voorouders wel als slaven uit Keta weggevoerd. Dat gevoel wordt op dramatische wijze bevestigd als Maya Angelou vervolgens in Keta door mensen op straat wordt herkend als een van hun eigen stamgenoten die destijds zo zeer te lijden hadden onder de slavenhandel. Het wordt een ontroerende hereniging, waarbij ze eindelijk voelt dat ze thuis is in Afrika, en dat ondanks eeuwen van vernedering haar volk heeft kunnen overleven.
Maya Angelou is een zwarte Amerikaanse schrijfster die beroemd is geworden om haar meeslepende uitgebreide autobiografie, waarvan All God's Children Need Travelling Shoes het vijfde deel vormt. Centraal in al die boeken staat haar achtergrond als afstammeling van een onderdrukte en uitgebuite minderheid, haar ontdekking van racisme, haar verzet daartegen en haar pogingen om een eigen waardigheid te vinden. Haar leven lijkt in eerste instantie een aaneenschakeling van rampen en onrecht, maar ze weet zich er iedere keer met bewonderenswaardige moed en doorzettingsvermogen doorheen te slaan. Haar ouders scheiden al snel na haar geboorte, in 1928 in St. Louis. Ze wordt verkracht op haar achtste, ze wordt moeder van een zoon op haar zestiende, en omdat ze niet meer dan een paar jaar middelbare school heeft, moet ze de kost verdienen als serveerster en nightclub entertainer. Dat laatste gaat haar zo goed af, dat ze al snel geëngageerd wordt als zangeres en danseres, onder andere in Porgy and Bess. In New York stort ze zich met al haar enthousiasme in het zwarte activisme, en werkt samen met mensen als Martin Luther King en Malcolm X. Ze verslijt de nodige echtgenoten, waaronder een van de leiders van het Zuidafrikaanse ANC. Niets is voor altijd, zegt ze daar zelf over tegen een verslaggever in een recent interview in The Sunday Times: ‘I bring everything I can to a relationship, and, baby. I have a lot of equipment. But if it still fails, then- ... Bye.’
Maya Angelou
All God's Children Need Travelling Shoes is het verhaal van haar verblijf in Ghana, aan het begin van de jaren zestig. Ze strandt in Accra nadat haar zoon daar tijdens een autotochtje ernstig gewond raakt (weer een van die ontelbare rampen die haar overkomt). Al snel wordt ze opgenomen in de gemeenschap van zwarte Amerikaanse immigranten die in groten getale zijn afgekomen op Ghana - het beloofde land van Kwame Nkrumah, de trots van Afrika. Angelou noemt ze de Revolutionist Returnees, getalenteerde, meest jonge mensen die hun diensten kwamen aanbieden en hoopten dat ze juichend binnengehaald zouden worden in het land van hun voorvaderen. Dit moest hun werkelijke thuis worden. ‘Sommigen waren op het vliegveld van Accra aangekomen, in de verwachting dat de douanebeambten hen zouden omhelzen, en dat de taxichauffeurs hen luid toeterend de stad in zouden rijden, waar glimlachende functionarissen hen oprecht ontroerd aan hun borst zouden drukken.’