VN Vrij Nederland
Boekenbijlage
17 oktober 1987 - nummer 42
De Koninklijke Van Dooren
Dante's Goddelijke Komedie in een Nederlandse proza-vertaling
De goddelijke komedie Vertaald, ingeleid en toegelicht door Frans van Dooren Uitgever: Ambo, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 599 p., f 95,-
Cok van der Voort
Omdat het getal 3 in Dante's Goddelijke Komedie zo belangrijk is werd op 13 september j.l. de 666e verjaardag van zijn dood in 1321 gevierd. Geen beter verjaarscadeau dan een nieuwe vertaling van de Komedie moet Frans van Dooren gedacht hebben. Hij vertaalde het enorme dichtwerk in proza.
De dertiende volledige Nederlandse vertaling van de Divina commedia van Dante Alighieri (1265-1321) is na tien jaar noeste arbeid door de classicus-vertaler Frans van Dooren voltooid en ligt nu in een prachtige uitgave in de boekwinkel. Prachtig ook vanwege de stijlvolle soberheid en het handzame formaat. De meeste edities van de Divina commedia - ook de recentere - bestaan uit verscheidene lijvige boekwerken, zoals bijvoorbeeld de in 1973 verschenen gezaghebbende Engelse vertaling van Charles S. Singleton in zes delen, waar zoals gewoonlijk het commentaar twee maal zo veel ruimte in beslag neemt als de oorspronkelijke tekst plus de vertaling samen. De nieuwste Goddelijke komedie daarentegen bestaat uit één deel, waarin de Italiaanse tekst niet is opgenomen en het bescheiden notenapparaat (dat toch nog zo'n 150 pagina's beslaat) achteraan is geplaatst.
Het gevolg hiervan is dat het accent volledig komt te liggen op de Nederlandse tekst en aangezien het hier een prozavertaling betreft, die zelfs in de typografie geen enkel spoor meer draagt van de oorspronkelijke versregels en strofen, krijgt de lezer de indruk een roman in de hand te hebben, bestaande uit drie delen en honderd hoofdstukken. En dat is ook de bedoeling van de vertaler, die in zijn verantwoording opmerkt dat een van zijn voornaamste doelstellingen is geweest ‘Dante leesbaar te maken voor hen die het Italiaans niet machtig zijn’, voor zover dat - zo voegt hij eraan toe - natuurlijk mogelijk is bij een werk uit de veertiende eeuw dat bovendien een enorme kennis impliceert op het gebied van de filosofie, de theologie, de geschiedenis en de middeleeuwse cultuur in het algemeen.
Mijns inziens heeft Van Dooren die doelstelling ook bereikt, en kan de Nederlandse lezer - zonder te worden ‘afgeleid’ door de Italiaanse tekst op de linkerpagina of door noten onderaan de bladzijde - zich volledig overgeven aan het verhaal dat Dante hem vertelt.
Zoals bekend speelt dit verhaal zich achtereenvolgens af in de hel, op de louteringsberg en in het paradijs, en symboliseert het de situatie van de mens die zich, na van de rechte weg te zijn afgedwaald, in een donker woud bevindt, zoals we meteen aan het begin vernemen, en vandaaruit de tocht aanvaardt die hem, via een bewustwordings- en louteringsproces, naar het hoogste goed zal voeren. Dante, zowel de hoofdfiguur als de verteller van het verhaal, laat zich op zijn reis door het hiernamaals begeleiden door de dichter Vergilius. Omdat deze echter als heiden het paradijs niet mag betreden wordt zijn rol in het laatste deel van de tocht overgenomen door Beatrice, de vrouw die Dante al eerder had beschreven en bezongen in zijn Vita nuova (1292-93), en van wie wordt aangenomen dat ze een historisch persoon is geweest. Van Dantes privé-leven weten we verder niet zo veel. Hij werd in 1265 in Florence geboren en behoorde tot de zogenaamde lagere adel, een klasse die het, door de groeiende handel en nijverheid, steeds moeilijker kon opnemen tegen de rijke burgerij. Toch wist Dante, in de loop van zijn niet zo lange leven, zich een verfijnde intellectuele ontwikkeling eigen te maken, zowel op literair als op filosofisch, theologisch en politiek gebied. Hij bekleedde verschillende openbare functies in Florence, dat door interne politieke tegenstellingen werd geteisterd en bovendien tot speelbal werd gemaakt van keizers en pausen. Dante was de keizers van het Heilige Roomse Rijk vrij gunstig gezind, omdat deze de steden een grote vrijheid lieten, maar hij trok fel van leer tegen de verregaande inmenging van de pausen in de binnenlandse aangelegenheden van de stad. Wanneer hij echter in 1301 op gezantschap is, krijgen zijn tegenstanders de leiding in Florence en wordt hij, samen met vele andere lotgenoten, uit de stad verbannen om er, ondanks verscheidene pogingen, nooit meer terug te keren. Fel en ontroerend zijn de drie brieven die hij rond 1310
schrijft als keizer Hendrik van Luxemburg naar Italië komt om de rust te herstellen, en Dantes hoop op terugkeer naar zijn geboortestad nog even opflitst. Maar wanneer de keizer in 1313 sterft, alvorens Florence te hebben bereikt, beseft Dante dat zijn lot voorgoed is beslecht.
david levine
Tijdens deze lange ballingschap leidt Dante een zwervend bestaan, dat voortduurt totdat hij in 1321 in Ravenna overlijdt. En het is ook in deze jaren dat hij in verschillende fasen vorm geeft aan zijn Commedia die, samen met de sonnetten van Petrarca en de Decamerone van Boccaccio, een hoogtepunt vormt niet alleen in de Italiaanse literatuur van de veertiende eeuw, maar in de wereldliteratuur aller tijden. Van de eerste critici, die de Commedia overigens ook het predikaat Divina verleenden, weten we dat de Hel en de Louteringsberg respectievelijk rond 1309 en 1313 werden voltooid, terwijl het Paradijs pas na de dood van de schrijver in omloop werd gebracht, wat echter niet wegneemt dat de drie delen een hechte eenheid vormen.