Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987
(1987)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Wilbur and Orville A Biography of the Wright Brothers door Fred Thomas Uitgever: Alfred A. Knopf, New York Importeur: Van Ditmar, 530 p., f 65,10Hans KellerWie heeft het vliegtuig uitgevonden? In de kleine lettertjes van de luchtvaarthistorie is uitgemaakt dat het de gebroeders Wright waren. Niet de Duitse stoommachinefabrikant Otto Lilienthal die op 9 augustus 1896 na zo'n slordige tweeduizend vluchten van elk twaalf tot vijftien seconden aan de voet van een heuveltje buiten Berlijn zijn nek brak omdat zijn glider door een onverhoedse windvlaag werd getroffen. Niet de Amerikaanse academicus Samuel Pierpont Langley die in de maand mei van dat zelfde jaar in een zelfgebouwd staketsel van achter elkaar liggende vleugels, een propellor en een kleine stoommachine gedurende negentig seconden over de Potomac in Washington DC vloog. Alexander Graham Bell, de uitvinder van de telefoon, heeft van Langley's vlucht nog een foto gemaakt, staande in een bootje dat midden in de rivier dreef. Niet Octave Chanute die in 1898 zijn zelfgemaakte toestel met een stoel had uitgerust, maar omdat zijn vluchten nooit langer dan twaalf seconden duurden werd hem nooit de tijd gegund er daadwerkelijk op te gaan zitten. Niet Augustus Herring, de Amerikaanse assistent van Chanute - en terecht niet. Herring beweerde als niemand had gekeken wel vluchten van dertig seconden of langer te maken. En als er wel op hem werd gelet, stond hij Chanutes nieuwste model te vertrappelen. Niet Alphonse Pénaud, een jonge Fransman die naar tekeningen van Leonardo da Vinci een helikopter had gebouwd die, met hem erín, werkelijk een tijdje kon vliegen, maar omdat de omstanders het ding te veel op een luchtballon vonden lijken werd ook hem niet de eer van de eerste vliegmachine gegund. Later verkocht hij sterk verkleinde modellen van zijn bouwsel als speelgoed, maar het succes daarvan ten spijt pleegde hij toch zelfmoord. Icarus, Lilienthal, Pénaud - ook het begin van de luchtvaart eiste haar slachtoffers. Onomstreden echter worden de gebroeders Wright beschouwd als de uitvinders van dat middel van vervoer. Waarom eigenlijk? Van alle zonderlingen - machinebankwerkers, filosofen, fietsenmakers, dominees of rijkeluiszoontjes - die zich overal ter wereld van heuveltjes naar beneden stortten, in touwen gevangen en omringd door de houten trekken van een vogel over zoutvlaktes holden, aan zee een veel te zware vlieger voorttrokken of uitgerust met een automotor, een propellor en een leren pet op hun hoofd van een brug sprongen, waren Wilbur en Orville Wright het meest succesvol. Ze waren niet de eersten die konden vliegen, ze vlogen om zo te zeggen het langst. Noch naar Icarus, noch naar Lilienthal, noch naarde vindingrijke zelfmoordenaar Pénaud werd later een vliegtuigfabriek genoemd. De gebroeders Wright, die rond de eeuwwisseling nauwelijks langer dan vijftien seconden aan één stuk door de lucht zweefden en in het toenmalige wereldklassement van vliegrecords een onopgemerkte plaats innamen, zagen hun namen bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog op vestigingen in Amerika, Engeland, Frankrijk en Duitsland prijken. Dat wil zeggen: alleen Orville zag dat, Wilbur was toen al overleden, aan een hevige griep - in het kader van hun gevaarlijke escapades heeft deze informatie iets geruststellends.
De Wright Brothers in hun dubbeldekker voor hun eerste lange vlucht
abc | |
FietsenmakersHet levensverhaal van Wilbur en Orville Wright is er een van standvastigheid, doorzettingsvermogen, op-details-letten, stapje-voor-stapje, geen ondoordachte gebaren - de geschiedenis van twee fietsenmakers die de wereld veroveren. De luchtvaarthistoricus Fred Howard kreeg voor deze dubbelbiografie toegang tot de complete correspondentie van de broers Wright, hun dag- en logboeken en ook tweede en derde bronnen kwamen exclusief tot zijn beschikking. En de doorzettende lezer, die precies wil weten hoe het zat, wordt geen detail bespaard. Het duizelt hem al na vijftig pagina's niet alleen van data maar ook van aerodynamische en aeronautische shoptalk, noodzakelijk echter om te verklaren waarom de vlucht op 3 september 1902 twee seconden langer duurde dan de toer die vijf dagen eerder al na veertien seconden achter de rug was. Howard heeft geen detail van de bevindingen van beide domineeszoons - eerst drukkers, toen fietsenmakers, toen luchtvaartpioniers, en dat alles in Dayton, Ohio - overgeslagen en op het moment dat je denkt er gek van te zullen worden, begint dit panische boekhouden je te veroveren. Zoals eindeloos lijkende herhalingen in minimal music zich plotseling van elkaar beginnen te onderscheiden en spanningen oproepen die alleen merkbaar zijn dank zij een gespitste waarneming, daarin getraind omdat hij juist zo door schijnbare saaiheid op de proef werd gesteld. Zoals in de biografie van de dubbeltjes- en kwartjesmiljonair Woolworth elke uitgave, hoe klein ook, op weg naar de top ter sprake komt, zo heeft ook Fred Howard de levensgeschiedenissen van de gebroeders Wright georganiseerd. Feiten, feitjes, ontzettend kleine feitjes rijgen zich aaneen tot een zware keten van traag slagen en ik zou bijna zeggen sloom succes. Af en toe valt er in Dayton een brief in de bus die tot enige opwinding leidt. Herring bijvoorbeeld die liegt dat hij op een avond toen niemand het zag wel langer dan een minuut in de lucht was. ‘Hoe kan dat nou?’ vraagt Wilbur aan Orville en met potlood beginnen beiden aan een schier eindeloos gecijfer op ruitjespapier. Later, als de vliegmachine niet alleen een propellor heeft en een motor maar ook net zo lang in de lucht blijft tot de benzine op is, komen de advocatenbrieven van Curtiss en Whitehead, gevolgd door anderen, die stuk voor stuk het ene patent na het andere opeisen. Orville heeft tegen die tijd - het zal tot zijn dood in 1948 duren - een dagtaak aan het beantwoorden van brieven die er steeds op neerkomen dat een ander dan hij en zijn broer het vliegtuig heeft uitgevonden. Waarover gaat het daarin? Het cruciale nippeltje, de doorslaggevende wijziging aan de vleugel, de staart, de cockpit, de tip van Blériot, de suggestie van Santos-Dumont. Orville is 77 jaar oud als hij sterft. Het zijn de hoogtijdagen van de Constellation, de Studebaker onder de vliegtuigen van die tijd, drie vinnen op de staart en wijde, omarmende vleugels. De Blitzkrieg boven Londen is allang achter de rug, net als de luchtbombardementen van Rotterdam, Coventry en Dresden, de luchtbrug naar Berlijn staat voor de deur. Hij is, als hij overlijdt, nog verwikkeld in de nasleep over de Duitse vestiging van Wright-Brothers in Berlijn tijdens de Eerste Wereldoorlog. Oorlogsbuit of niet? Ik blader terug naar de fotopagina's in het boek. De huizen van de broers Wright worden groter en groter en zou Orville nog ouder zijn geworden, dan zouden ze in kleur zijn afgebeeld. De aandacht wordt getrokken door de zwart-witte, stilgezette beelden van een vliegend ding. Het silhouet van de piloot ligt of zit. Soms zie je op de begane grond iemand in een gekleed kostuum meehollen. Er zijn twee foto's van ongelukken. De ontroerendste is die van een glider die rechtop met zijn neus in de grond staat. Je denkt: lieve god, een ongeluk - maar de vliegenier houdt het ding links met, zo te zien, twee vingers vast. Er is ook een foto van twee heren met bolhoeden die in 1911 salueren naar een langsvliegende glider. Overmoedig, denk je, want je weet: op een of andere manier is er toen iets misgegaan. ■ |
|