Voor ingewijden
De valstrik door Emmanuel Bove Vertaling: Gerda Siebelink Uitgeverij: De Prom. 152 p., f 24,90
Eric Gobbers
Emmanuel Bove is een Franse schrijver die in 1945 stierf op zevenen veertigjarige leeftijd en een dertig boeken tellend oeuvre naliet. Sinds Boves eerste roman Mes Amis in 1977 werd heruitgegeven door Flammarion is hij aan een revival toe. In Nederland vertaalt De Prom sinds 1981 het werk van Bove. De Valstrik is al de vijfde vertaling, hetgeen toch op een zeker succes moet wijzen (meer vertalingen zijn trouwens aangekondigd).
Emmanuel Bove is het perfecte voorbeeld van een schrijver rond wie een heel mythologisch systeem wordt opgebouwd, waardoor de argeloze lezer in een vrij verkrampte situatie komt te staan tegenover de boeken in kwestie. Het hele systeem is gebouwd rond de veronderstelling dat het lezen van Bove toegang geeft tot een speciale kring van ingewijden die een soort zesde zintuig bezitten waarmee ze een ongrijpbare kwaliteit op het spoor kunnen komen. Uitgeverij De Prom helpt daaraan mee door tegelijk met De Valstrik een boekje uit te geven over De Wereld van Emmanuel Bove, waarin een aantal commentaren uit binnen- en buitenlandse publikaties aaneen werd gelijmd maar waaruit men vrijwel niets te weten komt over wat het werk van de schrijver nu zo ‘speciaal’ maakt. Tot nader order en tot er eens een stevige en beargumenteerde analye van Boves werk wordt gepresenteerd in plaats van al die écrivain maudit-rookgordijnen blijft argwaan geboden.
De Valstrik (Le Piège) is een van Boves laatste romans, een van de drie die hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in ballingschap in Algiers schreef. Protagonist is Joseph Bridet, een wat miserabele journalist die in het begin van het boek te Lyon verblijft, dat wil zeggen in de ‘vrije zone’, waar het regime-Vichy van maarschalk Pétain de scepter zwaait, duchtig collaborerend met Hitler-Duitsland. Bridet is van plan zich aan te sluiten bij de aanhangers van generaal de Gaulle die zich in het buitenland bevinden en hij besluit een oude vriend op te zoeken die een hoge positie bekleedt in het regime-Vichy en door die man een waas van Pétain-bewondering voor te toveren in het bezit te komen van een pas om Frankrijk te verlaten. Tegen de achtergrond van collaboratie, Kafkaiaanse ambtenarij en menselijke onverschilligheid laat Bove ons de langzame ondergang van Bridet meemaken, een Bridet die de lezer zeker niet zal bezighouden door zijn interessante persoonlijkheid maar meer als protagonist van Boves wrede spelletje van hoop geven en hoop ontnemen.
Bridet helpt duchtig mee aan zijn eigen ondergang door steeds weer op verkeerde momenten tot actie over te gaan. Ook De Valstrik is geschreven door een wat insektachtige observator van het menselijk zijn. Er is iets kleins en angstigs aan dit soort literatuur, dat zich onder meer uit in een zich verschuilen achter een karakteristieke stijl om de miezerigheid van een verbleekte en hopeloos teleurgestelde mensvisie te verliteraturen tot prachtige kleinoden waarover verfijnde lezers elkaar veelzeggende blikken toewerpen en slechts half uit te spreken bekentenissen doen.
■