Wat mannen hoog zit
Amerikaanse mannen en hun problemen met het man-zijn
About men Reflections on the male experience samengesteld door Edward Klein en Don Erickson Voorwoord: Russell Baker Uitgever: Poseidon Press, New York Importeur: Van Ditmar, 319 p., f 46,85
Liesbeth Koenen
Een gouden idee. Er moet een Nederlandse krant te vinden zijn die het wil overnemen: iedere week een column van een man over hoe het is om een man te zijn. In Nederland wel te verstaan, want ik heb zo'n idee dat een bundel Nederlandse stukjes weer een heel ander beeld zou geven dan de verzameling uit The New York Times die net verschenen is.
About Men is de simpele kop waaronder de Amerikaanse man sinds 1983 zijn persoonlijke herinneringen, ideeën, gevoelens of gedachten kwijt kan. En hij is dolgelukkig met die mogelijkheid. Twee medewerkers van The New York Times, Edward Klein en Don Erickson, hebben zo'n 75 columns uit de afgelopen jaren uitgezocht, maar in hun introductie vertellen ze dat ze er iedere week 75 binnen krijgen. Ook is er geen enkele vaste rubriek die zoveel brieven oplevert als de stukjes over mannen. Wat zit de heren allemaal hoog?
Veel. Dit boek is natuurlijk maar een selectie uit een selectie, maar zo'n beetje alle facetten van mannenlevens die je maar kunt bedenken komen erin ter sprake. Van jeugdherinneringen tot ouderdomskwaaltjes, van de Grote Liefde tot de eerste scheiding, van base ball tot oorlog. Geen studies met cijfers en dergelijke, maar individuele belevenissen. Dat is een voorwaarde voor publikatie. De schrijvers hoeven geen beroepsschrijvers te zijn, maar in ieder geval degenen die het boek gehaald hebben zijn dat heel vaak wel. Dat valt te merken: de stukjes in About Men zijn vrijwel allemaal uitstekend en met veel vaart geschreven. En dat komt hun zeggingskracht erg ten goede.
Sommige columns zijn eigenlijk alleen maar schrijnend of anderszins ontroerend. Het verhaal van Samuel Freedman bijvoorbeeld. Net op het moment dat hij het huis uitgaat om te studeren wordt zijn moeder ziek. Stoer zelfstandigheid en onafhankelijkheid oefenend laat hij de steeds alarmerender brieven van zijn vader min of meer voor wat ze zijn. Een laatste bezoek van zijn moeder bezorgt hem alleen een rood hoofd van schaamte over dat ‘stomme mens’ dat zo nodig moet zien waar hij slaapt en colleges volgt. Wie heeft er nou zijn moeder op bezoek? Nu, acht jaar later, begrijpt hij haar natuurlijk wel, maar ziet ook niet hoe het anders had gekund. Er komt alleen nooit meer een kans om het recht te zetten.
‘Op het punt van mannen stel ik héél hoge eisen’
Cartoon van Edward Koren, uit Caution: Small Ensembles, Pantheon Books
Vaders over hun zieke of gehandicapte kinderen, zonen over hun vaders, ze bezorgen je soms tranen in je ogen. Klein en Erickson hebben de stukjes overigens keurig naar onderwerp geschikt. De inhoud varieert van grappig tot triest tot irritant, maar toch is er een rode draad die. soms wat dikker, soms wat dunner, door alles heen loopt: mannen is geleerd dat ze ‘man moeten zijn’. En dat gaat aan de overkant van de oceaan nog wel even verder dan dat hij niet mag huilen.
In de afgelopen twintig jaar is er echter het een en ander veranderd. De generatie mannen die nog helemaal opgegroeid is met het idee dat zij kostwinner, held en de baas in huis zouden zijn, reageert daar verschillend op. Sommige zijn opgelucht omdat de stoere mannelijke rol hen maar slecht afging, andere begrijpen rationeel heel goed dat vrouwen niet voor hen onder hoeven te doen maar constateren dat ze er moeite mee hebben tegenwoordig vriendschappelijk-afstandelijk benaderd te worden. Vooral het idee dat vrouwen mannen niet meer per definitie ‘nodig hebben’ vraagt heel wat ‘omprogrammeren’. Instructief is ook het geworstel van Gordon Mott, wiens vrouw ergens anders een baan krijgt: de vorige keer is zij hem naar Mexico gevolgd en volgens afspraak moet hij nu met haar mee, naar Parijs, om precies te zijn. We hebben hier met een luxe stel te maken: zij heeft een dikke baan en hij is schrijver en free-lance journalist. Geld is dus geen probleem en hij kan zijn werk in principe overal doen. En dan nog heeft hij het er verdomd moeilijk mee te moeten bewijzen dat hij ‘geemancipeerd’ is.
Daar staat weer een iets ander verhaal, van John Tirman, tegenover. Onbedoeld, ook vanwege een baan van zijn vriendin, krijgt hij een jaar lang een ‘weekend-lat-relatie’, en terwijl hij daar in eerste instantie verschrikkelijk tegenop ziet, blijkt het hem in de praktijk uitstekend te bevallen. Regelmatig een avond voor jezelf of met vrienden is leuk en prettig, en goed voor je verhouding concludeert hij. Weer een ander zou veel voor een part-time huwelijk voelen: vier dagen per week lijkt hem wel zat. Een interessant idee.
Wie in Amerika niet (meer) getrouwd is, moet daten. Maar waar haal je een ‘date’ vandaan? Iemand ten dans vragen op een alleenstaandenavond is even wennen als je al vijftig bent. En wanneer de prachtige dame die met een blik van verstandhouding een telefoonnummer in je zak heeft gestopt uitsluitend zakelijke bedoelingen blijkt te hebben, dan krijgt je ego wel een heel forse douw.
Typisch Amerikaans lijkt me ook wat ik maar even samenvat als het ‘Rambo-complex’. Onlangs stond er een artikel in de krant over nep-Vietnam-veteranen. Na het lezen van About Men kan ik dat beter plaatsen, al begrijp ik er eerlijk gezegd uiteindelijk niets van. Het barst zo te zien in Amerika van de mannen die erg tegen de Vietnam-oorlog waren en zijn maar die toch voortdurend het gevoel hebben ‘iets te missen’ en ‘hun plicht verzaakt te hebben’. Een incompleet mens voelen ze zich. Ze zouden stiekem zo graag de kans krijgen om te laten zien dat ze ‘een echte man’ zijn. En ze weten dat dat onzin is. En toch, en toch, en toch.
Hoopgevend vind ik het aan de andere kant dat gedrag, gevoelens en verwachtingen zo sterk cultureel bepaald blijken: dan kan er in de toekomst genoeg veranderen. Graag zou ik nu al zien wat er over twintig jaar onder de kop About Men verschijnt. En, ik herhaal mijn oproep, wat mannen in andere landen te vertellen hebben.
Maar voorlopig biedt dit boek al behoorlijk wat doorkijkjes. Verplichte kost voor iedereen die ook maar een beetje interesse heeft in mannen.
■