Dante en rabelais in Albany, New York
Een gesprek met William Kennedy, schrijver van de ‘Albany-cyclus’
Ed Schilders
William Kennedy wil naar huis. Terug naar Albany, de hoofdstad van de staat New York, de stad waar hij in 1928 geboren werd, en vóór alles de stad die het hem mogelijk maakt zijn romans te schrijven. Na drieëneenhalve week Parijs en Italië en vier dagen Amsterdam in gezelschap van vrouw en kinderen verlangt hij naar zijn huis in Albany waar in de jaren dertig de legendarische gangster Jack, bijgenaamd Legs, Diamond woonde en over wie Kennedy een roman schreef, Legs. ‘De twee dingen waarvan ik in mijn leven het meest geniet zijn het sociale verkeer met mijn gezin en mijn vrienden, en mijn werk. Als die twee uit balans raken, raak ik ook uit balans.’
Pogingen om in Europa die balans enigszins in evenwicht te houden, bestonden uit contacten met vertalers en uitgevers en het ‘oppoetsen’, onderweg, van het manuscript waarvan hij de eerste versie een maand geleden bij zijn Amerikaanse uitgever Viking heeft ingeleverd, Quinn's Book. ‘Ik heb het manuscript nu twee keer zorgvuldig bewerkt, maar ik ga er waarschijnlijk nog wel twee keer doorheen voor ik tevreden ben. Herschrijven, herschrijven, herschrijven. Ik ben geen aanhanger van de Jack Kerouac-school van de spontane proza-erupties. De eerste woorden zijn voor mij niet heilig. Ik heb altijd gedacht dat ik nog beter kan als ik de tijd heb om te polijsten en te bewerken. En dat blijkt waar te zijn.’
William Kennedy
goos van der veen
Quinn's Book is de vierde roman in een cyclus die Albany en omgeving als decor heeft en waarvan de eerste drie delen in het Nederlands vertaald werden: De legende van Jack Diamond, Billy Phelans Meesterspel, en IJzerkruid. Ook Kennedy's minder succesvolle debuutroman The Ink Truck (1969) was al in Albany gesitueerd en daarnaast verzamelde hij een aantal van zijn journalistieke en historische teksten in de bundel O Albany!. Sindsdien staan stad en omgeving definitief op de kaart van de Amerikaanse letteren als Kennedy-territorium.
De stad, die in vroegste instantie een nederzetting van Nederlandse jagers op bevers en handelaren in beverbont was, heeft een rijke geschiedenis, zij het niet op het niveau dat men van een hoofdstad zou verwachten. Albany is de geschiedenis en de Amerikaanse folklore ingegaan als een centrum van politieke corruptie en als een vooral bij nacht wel eens overbruisende smeltkroes van etnische groeperingen als Ieren, joden, Duitsers en kleurlingen. Precies de juiste plaats voor een gangster als Legs Diamond om zijn handel in illegale drank op te zetten en zijn laatste, naar slechte whisky riekende adem uit te blazen. Het is, hoe dan ook, de wereld waarmee Kennedy, van Ierse komaf, zich vebonden voelt, het enige historische decor waartegen hij zijn personen kan laten leven: Billy Phelan, de meesterbiljarter die de zoon is van Francis uit IJzerkruid en Legs, Albany's geadopteerde zoon.
‘Albany is het element dat mijn fictie tot werkelijkheid maakt. Ik heb nooit de aandrang gehad om over gangsters uit Chicago of Detroit te schrijven. Maar Legs werd in Albany gedood, hij zat daar vaak in de illegale cafés, en hij deed er zijn zaken als bootlegger. Pas dan wordt iets echt voor mij, tastbaar als een deel van mijn geschiedenis. Vanuit Albany kan ik vooruit of achteruit in de tijd en tegelijk toch schrijven over universele thema's als liefde en dood, eenzaamheid, wroeging, thema's die niet lokaal gebonden zijn maar die ik alleen binnen een lokaal kader kan verbeelden. Alleen dan komt mijn verbeeldingsvermogen tot bloei. Dan gebeurt het.’
Het lijkt typisch Amerikaans, zo'n territorium.
‘Amerikaanse schrijvers hebben de neiging hun wereld nauwkeurig af te bakenen. Faulkner met Yoknapatawpha County. Steinbeck in de Salinas Vallei, Bellow met Chicago, zelfs Salinger doet het met de upper west side van New York. Melville met de zee. Het lijkt erop dat de plaatsen van hun jeugd heel belangrijk zijn. Melville ging jong naar zee, Faulkner groeide in Mississippi op, en ik ben opgegroeid in Albany. Daar zitten de kiemen, al weet ik niet waarom. Die ervaringen zijn belangrijker dan wat je later meemaakt, blijkbaar. Ik heb zeven jaar in Puerto Rico gewoond en gewerkt als journalist, maar ik zou over Puerto Rico geen roman kunnen schrijven. Dan heb je niet het gevoel dat die plaats van jou is. Vooral niet in historische zin. Ik ben de eigenaar van Albany. Het is van mij! Wegwezen! Hier heeft niemand anders iets te zoeken! Dat gevoel.’
Ik kan me voorstellen hoe u research doet naar dat historisch kader, de stad, maar hoe komt u aan die massa kleine, aardige verhalen die uw personen elkaar vertellen, de legendes van de gangsters, hun vriendinnen, de zwervers, de hoeren?
‘Heel veel bedenk ik zelf. Er is een kern, een anekdote, een legende, een kort artikel in de krant uit die tijd en daar denk ik dan over na zodat het zichzelf in mijn verhaal kan werken. Op een manier die betekenis heeft natuurlijk. Om de plot te structureren, een karakter breder te maken. Het is vaak een deel van de conversatie waarmee ik ben opgegroeid. Voor een deel. Voor het andere deel is het de orale geschiedenis van de wereld die ik wil scheppen.’
Was dat voor Quinn's Book moeilijker, omdat het in de negentiende eeuw speelt?
‘Ik heb mijn feitelijk historisch werk altijd ruim gescheiden gehouden van mijn fictie. In mijn romans is de tijd het tweede kader. Het stelt grenzen, maar ik ben de baas, ik vul in. Quinn's Book leverde wel problemen, maar niet die jij bedoelt. Ik ben in 1977 met dat boek begonnen. Vijf jaar lang niets dan valse starten. Pas in 1982, toen ik een paar lessen gaf aan Cornell University vond ik de rust om het opnieuw te proberen. Toen ging het goed en ben ik er constant aan blijven werken met uitzondering van de periode waarin ik aan het script werkte voor The Cotton Club van Francis Coppola. Het verschil tussen 1977 en 1982 was, waarschijnlijk, dat ik “de toon” had gevonden, of liever, een gebeurtenis waarin ik me kon inleven en van waaruit ik kon beginnen met vertellen. Op de rivier bij Albany was een boot omgeslagen en op die boot bevond zich Lola Montez (actrice-courtisane uit Europa, vriendin van Lodewijk I van Bavaria - ES). Ze had in Albany gespeeld. Ik heb haar meteen veranderd in een personage dat de zus van
vervolg op pagina 4