Naar Adams beeld
Vijfduizend jaar vrouwengeschiedenis in zevenmijlslaarzen en clichés
Naar Eva's beeld De geschiedenis van de vrouw in de Europese cultuur door Fia Dieteren, Els Kloek en Antoinette Visser Uitgever: Elsevier, 224 p., f 39,90
Liesbeth Koenen
Onlangs besprak ik met mijn huisarts de grootte van mijn baarmoeder. Hij vertelde me toen het volgende verhaal: Aletta Jacobs, die de eerste vrouwelijke arts in Nederland zou worden, had het tijdens haar studie niet altijd gemakkelijk. Bij een van haar examens hadden de heren professoren weer eens iets bedacht. ‘Welk deel van het menselijk lichaam kan in korte tijd het meest in omvang toenemen?’ vroegen ze haar. Aletta, niet voor een kleintje vervaard, sprak ferm: ‘Dat weet ik wel, dat is het mannelijk lid.’ ‘Nee,’ grinnikten de heren triomfantelijk, ‘het is de baarmoeder. Die kan in negen maanden tijd twintig keer zo groot worden.’
Ik weet niet of dit verhaal historisch is, maar ik was het als vrolijke noot graag tegengekomen in Naar Eva's beeld; de geschiedenis van de vrouw in de Europese cultuur. De enige anekdote over Aletta Jacobs die Fia Dicteren, Els Kloek en Antoinette Visser in hun boek vermelden is anders van aard: Jacobs vroeg een keer aan haar professor wat een ‘publieke vrouw’ was en toen antwoordde de professor ontwijkend en adviseerde haar alleen om vooral uit de buurt van zulke vrouwen te blijven. De teneur van deze historie sluit trouwens beter bij de rest van het boek aan dan de gebeurtenissen die mijn dokter schetste.
‘De goede huisvrouw voedt en kleedt haar familie’, kopergravure van D.V. Coornhert, 1555
Dieteren en Kloek zijn alle twee als medewerkster vrouwengeschiedenis verbonden aan de Universiteit van Utrecht, Visser is hoofd van de educatieve afdeling van het Frans Halsmuseum in Haarlem. Het boek dat ze gedrieën schreven heeft dan ook duidelijk ideologische educatieve bedoelingen. Aan de hand van de manier waarop vrouwen door de eeuwen heen ‘verbeeld’ zijn (in de beeldende kunst, in spotprenten en in teksten) willen ze laten zien dat keer op keer dezelfde clichés gebruikt worden. Je hebt, kort samengevat, moeders, madonna's, hoeren, huisvrouwen en kenaus. Dat was al zo bij de oude Egyptenaren en vandaag de dag is het niet veel beter. Dat is het thema van hun boek.
Een sprankelend originele gedachte of fonkelnieuwe invalshoek kan dat niet genoemd worden. Dat er een beperkt aantal clichés over vrouwen bestaat is op zichzelf ook weer een cliché geworden. En het gekke met clichés is nu net dat er zoveel wáárs in zit. Het is de schrijfsters dan ook uitstekend gelukt om een compilatie van reprodukties, foto's en citaten te maken die hun stelling kracht bijzet. In de Europese cultuur sterft het inderdaad van de afbeeldingen van zondige wulpse Eva's en maagdelijke moeders Maria. En wie niet aan een van die twee patronen voldoet is al snel een manwijf.
Naar Eva's beeld vertoont bijna alle trekjes van een gewoon schoolgeschiedenisboek: met zevenmijlslaarzen stapt men door de eeuwen heen. Een praatje en een plaatje, veel kreten en algemene definities die alles bij elkaar een niet erg diepgravend overzicht van de afgelopen vijfduizend jaar opleveren. Zelfs de wat tuttige commentaren - ‘Deze uitspraak uit 1978 van Joke Smit (1933-1981) geeft haar visie op het feminisme goed weer’ - waar alle schoolboeken vol mee zitten ontbreken niet. Zo'n leerboek heeft heel plezierige kanten: als lezer schiet je lekker op, terwijl er enorme hoeveelheden interessante feiten en feitjes de revue passeren. En alles wordt zo prettig stellig gesteld. Aparte kadertjes waarin heel in het kort een levensgeschiedenis (van de Egyptische godin Isis tot en met koningin (Wilhelmina) of een bepaald onderwerp (de vrouw uitgebeeld ‘met de broek aan’, de langzaam veranderende adviezen in Margriet weet raad) behandeld wordt, verlevendigen het geheel op een aangename manier.