Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987
(1987)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
Agnes Scènes uit een slordig leven door Peter van Straaten Uitgever: De Harmonie, 204 p., f 19,90Nico ScheepmakerHet kan zelfbegoocheling zijn, maar mij staat bij dat ik al eens geschreven heb dat Peter van Straaten een excellente schrijver was toen hij eigenlijk alleen nog bekend stond als de tekenaar van Vader & Zoon. Maar in die summiere ondertitels had ik toen toch al de schrijver achter de tekenaar ontdekt. Nu weet iedereen dat Peter van Straaten zich met evenveel recht een schrijvende tekenaar als een tekenende schrijver mag noemen. Geen unieke positie trouwens. De Amerikaanse tekenaar-met-onderschriften Jules Feiffer (zie VN) heeft heel succesvolle toneelstukken geschreven, en in Nederland vragen velen zich af waarom Marlen Toonder nog nooit een literaire prijs heeft gekregen (er alleen maar eentje heeft mogen financieren). Agnes is een verzameling van 64 stukjes die Peter van Straaten onder die titel (Agnes) heeft geschreven - eerst 15 in Het Parool, daarna (vanaf 1 februari 1986) wekelijks in Vrij Nederland. Ik heb ze altijd als losse stukjes gelezen, waarin weliswaar steeds dezelfde personen terugkeerden, af en toe aangevuld met een aan- en weer weggewaaide minnaar van Agnes, maar die toch elke week op zichzelf stonden. Nu ik ze achter elkaar heb gelezen, merkte ik tot mijn verrassing dat het toch een groot verhaal is, weliswaar onderverdeeld in korte hoofdstukjes, maar met ontwikkelingen naast alle verwikkelingen, zowel in het verhaal als in de karakters. Het was alsof je zo'n boekje doorbladerde met allemaal verschillende tekeningetjes, die toch iets van elkaar verschillen waardoor je, bij snel doorbladeren, een aapje door een hoepel ziet springen. Dat er ook ‘voortgang’ in het verhaal zit werd wel bewezen door het feit dat ik (ik lees doorgaans 's avonds laat in bed voor het slapengaan) elke keer dacht: ‘nog eentje!’, en dat ik mijzelf er dan steeds weer op betrapte dat ik toch ook nog even de volgende wilde lezen. Je bleef benieuwd! Wat opvalt is dat de eerste vijftien min of meer vrijblijvende afleveringen uit Het Parool (waar ‘Agnes’ slechts ‘incidenteel’ in verscheen) meer in lengte van elkaar verschillen dan de laatste vijftien afleveringen, die tot de wekelijkse serie in Vrij Nederland behoorden. De eerste vijftien waren 1½ pagina, 2½ pagina, 1¾ pagina, 3 pagina's of 2 pagina's lang, terwijl de laatste vijftien meestal 2½ pagina lang waren, met een iets langere en een iets kortere erbij. Gaandeweg heeft Peter van Straaten zijn verhaal kennelijk in de juiste (vaste) vorm weten te gieten. Wat mij na een tijdje ook opviel was dat er in Agnes veel gerookt en veel thee gedronken wordt, maar dat de sterke drank toch het veelvuldigst wordt aangesproken. De sigaretten en de wijn (of sterker) kon ik goed plaatsen in het wat nerveuze en ongeordende leven dat Agnes leidt (met zoon Daniël gescheiden levend van man Daan, een los-vaste relatie met Arthur, incidentele scharrels, onder andere met de lieve homo Max), maar die thee vond ik toch wat slapjes in haar milieu! Vandaar die titel boven dit stuk: ‘Thee en sympathie’. De meeste figuren in Agnes zijn eigenlijk wel sympathiek, op hun manier. Daan is wat sukkelig, Arthur geen rots in de branding, Bea heeft te veel geld, Bert is van de verkeerde soort, maar echte rotzakken vind je er niet tussen. Met vriendin Bea en buurvrouw Yvonne heeft Agnes wel wat weinig vrouwen om zich heen verzameld, vergeleken met alle mannen in haar bestaan: Daan, Daniël, Arthur, Hans, Pap, Jos, Willem, Bert en Max. Ik zeg dat even niet als recensent maar als psychiater. De aardigste sukkel is zoon Daniël, een slome duikelaar die nooit iets achter zich opruimt, maar op den duur toch een vriendinnetje krijgt, wat je niet zonder opluchting leest. Het zal wel aan de jarenlange voorstudie die hij via Vader & Zoon met hun summiere ondertitels maakte te danken zijn dat Peter van Straaten veel met dialogen werkt en voor het overige ook zijn zinnen kort houdt. De meeste stukken worden ook met een korte zin kortaf afgesloten: Hij was bang. Het deed pijn. Maar Arthur kwam niet. Integendeel. ‘Mamma,’ fluisterde hij, ‘wie is dat?’ Nog dagen. Agnes heeft nogal wat wisselende contacten, met wie ze ook naar bed gaat, zonder dat je de indruk krijgt dat ze dat echt leuk of lekker vindt: ‘Waarom doe ik dit?’ dacht Agnes terwijl Willem op haar zwoegde. Ze besloot dat ze het deed uit hartelijkheid. Om de avond dan maar helemaal af te ronden bedreef Max met haar de liefde, maar ditmaal voortdurend snikkend als een kind. Het was niet prettig. Jos aarzelde even, stroopte toen in vliegende haast zijn kleren van zich af, volvoerde een schielijk en verplicht voorspel, hees zich toen op haar en begon pompend de liefde te bedrijven. Bert kuste haar armen, happend als een karper. Toen nam hij haar hoofd tussen zijn handen en stulpte zijn mond om de hare. Zijn snor ritselde in haar neusgaten. Hij had de ogen gesloten. Agnes keek en zag van dichtbij zijn haarinplant. Mag het licht alsjeblieft uit? dacht ze. Agnes drijft dan ook op een onderstroom van verdrietigheid (verdriet is te veel gezegd) en hulpeloosheid, af en toe onderbroken door wat moed der wanhoop. ‘Als ze een tijdschrift las en opkeek, was ze soms even verbaasd dat ze thuis was, zo erg was de gewaarwording dat ze bij de tandarts op haar beurt zat te wachten.’ Een typische Peter van Straaten-dialoog is de volgende, als de rijke Bea Agnes vijfhonderd gulden als lening opdringt: ‘Pak nou aan, trut,’ zei ze, toen ze Agnes zag aarzelen. ‘Dank je wel,’ zei Agnes en borg het geld weg, ‘je bent een schat.’ ‘Luister,’ zei Bea, ‘het is toch wel om drank van te kopen, hè?’ ‘Ik durf het nauwelijks te zeggen,’ zei Agnes, ‘maar Daniël heeft helemaal geen schoenen meer. Ik moet schoenen voor hem kopen.’ Bea sloeg haar hand voor de mond en zei giechelend: ‘O, mijn god, Agnes... wat larmoyant.’ ■ |
|