Geletterd?
69
In Geletterd? worden lezers uitgenodigd de drie hier afgedrukte citaten uit de Nederlandse literatuur te achterhalen: wie is de schrijver en (eventueel) uit welk boek? Uit de goede antwoorden (één of meer citaten goed) wordt één winnaar gekozen die zich mag verheugen op een boekenbon van f 30, -. Inzendingen vóór donderdag 23 juli opsturen naar Geletterd? Vrij Nederland, Postbus 1254, 1000 BG Amsterdam. De oplossing staat in Geletterd? 70 van I augustus. De citaten zijn gekozen door Diny Schouten.
OP DE FIETS
1. | Juist tijdens deze laatste gedachte blikte een van de zich per fiets voortbewegende personen, een nog vrij jeugdig uitziende oude man die een roodzwartgeblokt houthakkersjasje droeg en een stevige bril, haar even diep in de ogen, bloosde toen hevig en fietste als een razende verder op zijn Locomotief, framenummer 3795201. |
2. | Weer knikte ze. Het was een niet meer nieuwe fiets met een versleten tasje die hij haar aanreikte, een kostbaar voorwerp, waar ze boven op klom zoals een meisje dat doet, rekkend, hinkend, hurkend, - en even later reed de hele troep op een buitenweg, voorbij de laatste huizen en eerste boerderijen, drie leraren, zeven meisjes, zestien jongens (...). |
3. | Ze fietsten al geruime tijd tegen de wind in. Voortdurend moesten ze met één hand hun jurk tegen hun bovenbenen drukken. Maar opeens liet mevrouw Koelman haar jurk los. |
Oplossing Geletterd 68 van 4 juli (Tanden):
1. | ‘In het gezicht toont het gebit het mooist’: Chr. van Geel, Uit de hoge boom geschreven. |
2. | ‘Het licht spatte van mijn tanden’: Gerrit Krol. Een Fries huilt niet. |
3. | ‘“Maar wat hebt u gedaan om het gebit zo te behouden?”: J.M.A. Biesheuvel. Al reizende (uit: Op Weg naar het Licht). |
Winnaar: Simon Veltman, Meppel.