Misfits
Gesprek in De Kathedraal is echter niet alleen een politieke roman. Het is ook - en naar mijn idee zelfs in de eerste plaats - een roman over racisme, in de breedste zin van het woord: de achterstelling op grond van ras, klasse, geslacht of seksuele geaardheid. Het racisme is de wortel van veel abject gedrag. Zo is de grote drijfveer van Cayo Bermúdez' honger naar macht het feit dat hij een cholo is, een kleurling, waardoor hij nooit, hoeveel macht en geld hij ook heeft, het aanzien of de aantrekkingskracht van een blanke kan krijgen. Hij is er zich pijnlijk bewust van.
Een ander slachtoffer van de stringente, discriminerende normen is Ana, Santiago's vrouw. Zij wordt niet door haar schoonmoeder geaccepteerd, omdat zij ‘zijn dienstmeisje zou kunnen zijn’. En ook Santiago's vader, don Fermín, is diep ongelukkig door intolerante ideeën die tegen zijn aard indruisen, maar waarvan hij zich niet kan losmaken: aan zijn homoseksuele gevoelens kan hij slechts in het diepste geheim en met gruwelijke schuldgevoelens toegeven.
Waarschijnlijk is don Fermíns ‘anders-zijn’ de reden dat hij zo gesteld is op Santiago, ook een misfit, maar dan een die er wél duidelijk voor uitkomt, en dus het ouderlijk huis definitief de rug toekeert. Tot groot verdriet van de vader blijft de kloof tussen vader en zoon onoverbrugbaar. Pas na de dood van don Fermín komt Santiago weer dichter tot zijn vader.
Het is niet het enige vader-zoonconflict in de roman: een soortgelijke breuk heeft plaatsgevonden tussen Cayo Bermúdez en zijn vader (tijdens Bermúdez' ‘zuivere’ periode, waarin hij zijn vaders wensen negeerde en een Indiaanse vrouw huwde, hetgeen hem veroordeelt tot een miserabel bestaan, tot hij naar de hoofdstad wordt gehaald), terwijl ook Ambrosio een traumatische verhouding met zijn vader heeft.
Ambrosio, die bij zijn doen en laten eveneens voordurend geconfronteerd wordt met het feit dat hij geen blanke is, is een van de intrigerendste personages, en tevens een fraaie illustratie van het feit dat er in Gesprek in De Kathedraal veel gezegd, maar ook veel verzwegen wordt. Het staat vast dat hij de vrouw die zijn baas (don Fermín) chanteerde, heeft vermoord. Het is duidelijk waarom hij dat heeft gedaan: uit respect en bewondering. Maar niet helemaal duidelijk is waarom Ambrosio zo'n ontzag en zoveel liefde voor zijn baas koesterde: was don Fermíns homoseksuele liefde voor Ambrosio wederzijds?
Dat op deze en andere vragen geen ondubbelzinnig antwoord is te geven heeft waarschijnlijk te maken met Vargas Llosa's pudeur ten aanzien van het gedachten- en (vooral) gevoelsleven van zijn personages. Hij laat in de eerste plaats zien wat ze doen en wat ze zeggen. Alleen van een enkeling - Santiago, Cayo Bermúdez - komen we wat meer te weten over wat zich van binnen afspeelt.
Dit brengt me op een merkwaardig verschijnsel in de roman, waarvan ik niet weet of het opzet is of niet. Gezien Llosa's consciëntieuze werkwijze vermoed ik dat het eerste het geval is. Ik doel op een inconsequentie in de structuur. Het gesprek in De Kathedraal is de basis van wat volgt. Flarden eruit duiken voortdurend op in de rest van het boek en vormen de aanleiding voor de reconstructies van het verleden. Toch komen ook talrijke episodes voor die niet in het gesprek tussen Santiago en Ambrosio ter sprake kunnen zijn gekomen, of die in elk geval niet op basis hiervan verteld kunnen worden, om de eenvoudige reden dat de twee part noch deel hebben gehad aan deze gebeurtenissen. Een noodgreep of een welbewuste truc? Ik kom er op dit moment niet uit.
Storend is deze inconsequentie overigens niet. Gesprek in De Kathedraal is een knap geschreven, meeslepende en bewogen roman van een schrijver die niet bang is vooreen onderneming waaraan Westeuropese auteurs zich niet meer wagen: het zo volledig mogelijk portretteren van een samenleving, om zo de zieke wortels ervan bloot te leggen. Het is deze ambitie die, denk ik, het succes van Vargas Llosa en andere auteurs van zijn generatie in de westerse wereld voor een deel verklaart.
Om een roman als deze te kunnen vertalen moet je in elk geval aan twee voorwaarden voldoen: een grondige kennis van zaken hebben (en dat wil in dit geval nogal wat zeggen: de roman is door en door Peruaans) en over een flink uithoudingsvermogen beschikken. Vertaalster Aline Glastra van Loon heeft beide, waardoor Gesprek in De Kathedraal een volwaardig Nederlands boek is geworden. Ik heb één kleine aanmerking, die ik hier alleen maar ter sprake breng omdat ze ook betrekking heeft op diverse andere vertalingen uit het Spaans die ik onlangs heb gelezen. Het gaat om woorden als ‘mafkees’ en ‘killer’, die veel meer tijd- en registergebonden zijn dan de oorspronkelijke woorden (het neutrale ‘loco’ en ‘matón’. respectievelijk). Ook al is de frequentie van dit soort verschuivingen niet alarmerend, ze kunnen er wel toe bijdragen dat een vertaling sneller veroudert dan het origineel.
■